Ein rein geistiger Austausch zeitigt rein geistige Ergebnisse, also muß der Vermittlung von geistigem Wissen auch der Wille vorangegangen sein, solches von gebenden Kräften entgegenzunehmen. Es ist also dies ein Anfordern guter geistiger Kraft, bewußt oder unbewußt.... bewußt durch das Gebet um Erleuchtung, unbewußt durch Fragen, die der Mensch stellt, die geistiges Gebiet berühren, daher von wissenden Geisteskräften beantwortet werden. Steht jedoch der Mensch mehr mit der Erde in Verbindung, d.h., sind es rein irdische Dinge, über die er Aufklärung begehrt, so kann er rein verstandesmäßig sich die Antwort selbst geben. Der Verstand ist gleichfalls eine Gabe Gottes, er ist aber nicht zu vergleichen mit dem geistigen Wirken der jenseitigen Kräfte, die in der Vollkommenheit stehen und die nur den Kraftstrom aus Gott weiterleiten, denn was diese weitergeben, ist tiefste Erkenntnis und ein Wissen um geistige Dinge, das niemals der Verstand als solcher ergründen könnte. Irdische Fragen jedoch können vollauf gelöst werden, und es tritt dann die Kraft aus Gott in Aktion, die einem jeden Lebewesen zuströmt, die auch der Mensch sein eigen nennen darf, der keinerlei geistige Fragen klären möchte. Folglich wird das Gedankengut eines irdisch strebenden Menschen sehr groß sein können und braucht doch nicht Licht für ihn zu bedeuten. Denn dieses Wissen ist mit dem Moment des Todes erloschen, während die Übermittlungen aus dem geistigen Reich einer jeden Seele Eigentum bleiben, denn es ist unvergängliches Gut, also reinste Geisteskraft, die durch Mittler von Gott zur Erde gelangt. Der beste Beweis ist der, daß solche Weisheiten den Menschen geboten werden ohne gedankliche Tätigkeit, während irdische Lösungen durchweg gedankliche Arbeit erfordern, also die Lebenskraft aus Gott genützt wird....
Amen
ÜbersetzerEen zuiver geestelijke uitwisseling heeft een zuiver geestelijk resultaat tot gevolg, dus moet aan het overbrengen van geestelijke kennis ook de wil zijn voorafgegaan deze kennis van onderwijzende krachten aan te nemen. Dit is dus een vragen om goede geestelijke kracht, bewust of onbewust: bewust door het gebed om inzicht - onbewust door vragen die de mens stelt en die het geestelijke gebied raken, die daarom door geestelijke krachten, vol van kennis, beantwoord worden. Staat de mens echter meer met de aarde in verbinding, d.w.z. zijn het enkel aardse dingen waarover hij opheldering verlangt, dan kan hij louter verstandelijk zich zelf dat antwoord geven.
Het verstand is evenzo een gave GOD's. Het werken ervan is echter niet te vergelijken met de geestelijke arbeid van de krachten aan gene zijde, die volmaakt zijn en die enkel de krachtstroom uit GOD verder leiden. Want wat dezen doorgeven is diepste inzicht en een kennis over geestelijke zaken die nooit het verstand als zodanig zou kunnen doorgronden.
Aardse vragen kunnen evenwel ten volle worden opgelost, en dan komt de levenskracht uit GOD in actie die ieder levend wezen toestroomt, die ook die mens zijn eigendom mag noemen die helemaal geen geestelijke vragen zou willen oplossen. Bijgevolg zullen ook de opvattingen van een aardsgericht mens zeer groot kunnen zijn. Maar dat behoeft voor hem toch geen licht te beteken, want deze kennis is op het moment van de dood uitgedoofd, terwijl dat wat is doorgegeven uit het geestelijke rijk eigendom zal blijven van iedere ziel, want het is onvergankelijk bezit - dus zuiver geestelijke kracht - die door GOD’s bemiddelaars naar de aarde komt.
Het beste bewijs is dit, dat zulke wijsheden de mens geboden worden zonder denkend bezig te zijn, terwijl aardse oplossingen doorgaans denkarbeid vereisen, dus de levenskracht uit GOD benut wordt.
Übersetzer