Kundgabe mit Übersetzung vergleichen

Weitere Übersetzungen:

Überwinden der Materie im Jenseits....

Die grobe Materie ist das letzte Hindernis, das die Seele überwinden muß zur letzten Freiwerdung. Der Wandel durch alle Formen findet nun sein Ende mit dem Leibestod des Menschen, es gilt aber das Verlangen im Jenseits noch den gleichen Dingen wie im Erdenleben, sofern die Seele auf Erden nicht restlos die Materie überwunden hat. Doch nun geht ein Wandel vor sich. Das Verlangen danach ist stark.... es bewirkt daher, daß alles, was er sich ersehnt, vor seinem Auge ist.... greifbar nahe.... und so er nun sein Verlangen befriedigen will, ist es vor seinen Augen verschwunden. Die Qualen des Unbefriedigtwerden sind unvorstellbar, jedoch das einzige Mittel, daß der Mensch die Materie überwinden lerne. Sowie er nun einzusehen beginnt, daß sich alles nur vor seinem geistigen Auge spiegelt, zügelt er sein Verlangen, beginnt also, irdische Dinge zu verachten, und nun denkt er erst über seine traurige Lage nach, und dann erst kann er zur Höhe gelangen. Dieser Kampf wider die Materie soll möglichst im Erdenleben ausgefochten werden, indem das Verlangen nach den Gütern der Welt schon frühzeitig unterdrückt wird und geistiges Gut angestrebt wird. Es gehören Tausende von Jahren dazu, ehe die Seele die Materie durchwandelt hat, und ihre ehemalige Umhüllung stellt sich ihr im Erdenleben noch einmal vor in allem, was den Menschen nun umgibt, auf daß die Seele sich nun endgültig trennt von dem, was ihr Aufenthalt war endlose Zeiten hindurch. Und sie besteht die Probe nicht, wenn sie sich wieder von dem gefangen läßt, was sie hingeben soll aus freiem Willen. Gelingt ihr dies nicht, dann quält die Materie sie aufs neue im Jenseits, aber in einer Weise, die Pein und Qual für die Seele bedeutet, während im Erdenleben das Überwinden nur ihren Willen fordert und ersetzt werden kann durch geistiges Gut, das ihr gleichfalls geboten wird und.... so dieses angenommen wird.... das Verlangen nach der Materie von selbst erstickt. "Ihr könnt nicht zwei Herren dienen", heißt es, und dies gilt auch für geistiges und irdisches Gut, d.h. für das, was der Seele geboten wird von oben und was auf Erden als Materie ihr zugänglich ist. Wer das eine begehrt, läßt das andere fallen, und um das eine besitzen zu können, muß das andere geopfert werden. Nimmt die Seele aber das Verlangen nach irdischem Gut mit in das Jenseits hinüber, so war der Erdenwandel vergeblich. Sie steht dort, wo sie am Anfang ihrer Verkörperung als Mensch stand, und um die Seele nun von den letzten Schlacken zu läutern, gehören schmerzliche Mittel, und das jenseitige Leben ist erst ein Zustand unsagbarer Qual....

Amen

Übersetzer
Dies ist eine Originalkundgabe von Bertha Dudde

Overwinnen van de materie in het hiernamaals

De grove materie is de laatste hindernis die de ziel moet overwinnen om uiteindelijk vrij te komen. De gang door alle vormen komt nu met de lichamelijke dood van de mens tot een einde, maar het verlangen in het hiernamaals betreft nog dezelfde dingen als in het aardse leven, wanneer de ziel op aarde de materie niet volledig overwonnen heeft.

Maar nu vindt er een verandering plaats. Het verlangen ernaar is sterk. Het veroorzaakt daarom dat alles waar hij naar verlangt voor zijn ogen verschijnt, tastbaar dichtbij. En als hij nu aan zijn verlangen wil voldoen, zal het voor zijn ogen verdwijnen. De kwellingen van het onbevredigd blijven zijn onvoorstelbaar, maar het is het enige middel dat de mens leert de materie te overwinnen.

Zodra hij nu begint in te zien, dat alles zich alleen maar voor zijn geestelijke oog afspeelt, bedwingt hij zijn verlangen en begint zodoende aardse zaken te verachten en nu denkt hij pas over zijn treurige toestand na en pas dan kan hij de hoogte bereiken. Deze strijd tegen de materie moet zo snel mogelijk tijdens het aardse leven uitgevochten worden, zodat het verlangen naar de goederen van de wereld al vroegtijdig onderdrukt wordt en geestelijke goederen nagestreefd worden.

Er zijn duizenden jaren voor nodig, voordat de ziel de weg door de materie gegaan is en haar voormalige omhulsels presenteren zich nog één keer aan haar in alles wat de mens nu omgeeft, opdat de ziel zich nu definitief scheidt van dat, wat gedurende eindeloze tijden haar verblijfplaats was. En het doorstaat de proef niet, wanneer ze zich weer gevangen laat nemen door dat, wat ze uit vrije wil op moet geven. Als dit haar niet lukt, dan kwelt de materie haar opnieuw, maar dan op een manier, die pijn en kwellingen voor de ziel betekent, terwijl in het aardse leven het overwinnen enkel haar wil vereist en vervangen kan worden door geestelijke goederen, die haar eveneens geboden worden en, als deze geaccepteerd worden, het verlangen naar de materie zal smoren.

“U kunt niet twee heren dienen”, wordt er gezegd en dit geldt ook voor geestelijke en aardse goederen. Dat wil zeggen voor dat, wat de ziel van bovenaf aangeboden wordt en wat op aarde als materie voor haar toegankelijk is. Wie naar het ene verlangt, laat het andere vallen en om dat ene te kunnen bezitten, moet het andere opgeofferd worden.

Maar als de ziel het verlangen naar aardse goederen meeneemt naar het hiernamaals, dan was de gang over de aarde vergeefs. Ze staat daar, waar ze aan het begin van haar belichaming als mens stond en om de ziel nu van de laatste afvalstoffen te zuiveren, zijn er pijnlijke middelen nodig en het leven in het hiernamaals is dan een toestand van onnoemelijke kwellingen.

Amen

Übersetzer
Übersetzt durch: Peter Schelling