Eine fortschreitende Entwicklung bedingt ein Streben nach der Höhe, sie bedingt ein Lösen der Seele von der Materie, das Aufgeben des eigenen Willens und die Inanspruchnahme göttlicher Kraft.... Es muß der Mensch das eine hingeben, um das empfangen zu können, was wertvoll ist für die Ewigkeit. Es ist unumgänglich, daß die Seele den Hang zur Materie vorerst überwinden muß, ehe sie sich mit dem Geistigen befassen kann, denn das geistige Erleben ist nicht denkbar, solange der Mensch von irdischen Gütern beherrscht wird insofern, als sein Sinnen und Trachten nur deren Vermehrung gilt und den dadurch ermöglichten irdischen Freuden. Geistiges Erleben erfordert ein Lösen von allem, was den Körper erfreut.... Nur wer restlos den Körper überwunden hat, dessen Geist kann sich zur Höhe schwingen, und nur dann ist die Höherentwicklung sichergestellt. Um aber die Kraft zu haben zum Überwinden irdischer Begierden, muß diese Kraft angefordert werden, denn ohne Unterstützung ist er selbst zu schwach. Darum darf der Mensch des Gebetes nicht vergessen. Das Gebet um Kraft für das Heil der Seele ist dem Vater im Himmel jederzeit willkommen. In innigem Gebet Ihm die Not anvertrauen, Ihn um Hilfe bitten und nun geduldig warten, in welcher Weise Gott dem Erdenmenschen Seine Hilfe sendet, ist die rechte Vorbereitung zum geistigen Erleben. Und so der Mensch dann horcht auf die innere Stimme, wird ihm klar und deutlich der göttliche Wille kundgetan.... Und nun liegt es am Menschen selbst, wieweit er sich dem göttlichen Willen unterstellt. Benötigt er irgendwelche Hilfe in geistiger Weise, so braucht er nur die Gedanken zu Gott zu erheben, und es wird ihm diese Hilfe werden, oft in der wunderbarsten Weise. Gott seinen Willen hinzugeben ist unsagbar beglückend, denn es ist ein solcher Mensch jeder Verantwortung enthoben, und sein ganzes Denken und Handeln muß nun auch dem göttlichen Willen entsprechen. Das geringste Zuwiderhandeln wird den Weg zu Gott schwerer passierbar machen, denn es schafft sich der Mensch dadurch Hindernisse, die den schmalen Weg nach oben oft verrammen und es ihn große Anstrengung kostet, diese aus dem Weg zu räumen. Gott gibt unentwegt.... Er teilt Seine Gnade aus, um es Seinem Erdenkind leichtzumachen, zu Ihm zu gelangen. Und betet es, so wird es auch sehr bald wissen, was es tun soll, um seinen Seelenzustand zu heben.... und ist der Wille gut, dann befolgt es alles, was Gott von ihm verlangt....
Amen
ÜbersetzerEen voortschrijdende ontwikkeling vereist een opwaarts streven. Ze vereist een loskomen van de ziel van de materie, het opgeven van de eigen wil en een gebruikmaking van goddelijke kracht. De mens moet het ene opgeven om dat te kunnen ontvangen, wat waardevol is voor de eeuwigheid. Het is allereerst absoluut noodzakelijk dat de ziel de geneigdheid naar de materie overwint, voordat ze zich met het geestelijke bezig kan houden, want het geestelijk beleven is niet denkbaar, zolang de mens door aardse goederen beheerst wordt, voor zover als zijn denken en streven enkel de toename hiervan en de daardoor mogelijk gemaakte vreugden betreft.
Een geestelijk beleven vereist een losmaken van alles, wat het lichaam vreugde verschaft. Alleen de geest van degene die het lichaam geheel en al overwonnen heeft, kan zich naar de hoogte verheffen en alleen dan is de opwaartse ontwikkeling verzekerd. Maar om de kracht te hebben voor het overwinnen van de aardse begeerten, moet om deze kracht gevraagd worden, want zonder deze steun is hijzelf te zwak.
Daarom mag de mens het gebed niet vergeten. Het gebed om kracht voor het heil van de ziel is de Vader in de hemel te allen tijde welkom. In een innig gebed Hem de nood toevertrouwen, Hem om hulp smeken en nu geduldig wachten op welke manier God de aardse mensen Zijn hulp stuurt, is de juiste voorbereiding op een geestelijk beleven. En als de mens dan naar de stem in zijn binnenste luistert, wordt de goddelijke wil hem helder en duidelijk bekendgemaakt. En nu ligt het aan de mens zelf in hoeverre hij zich aan de goddelijke wil ondergeschikt maakt.
Als hij in geestelijke opzicht één of andere hulp nodig heeft, dan hoeft hij alleen maar de gedachten bij God naar voren te brengen en deze hulp zal hem gegeven worden, vaak op de meest wonderbaarlijke manier. Zijn wil aan God over te geven, is onnoemelijk gelukkig makend, want zo’n mens is van elke verantwoordelijkheid ontheven en zijn gehele denken en handelen moet nu ook met de goddelijke wil overeenstemmen. Het geringste handelen in strijd met de goddelijke wil zal de weg slechter begaanbaar maken, want de mens werpt daardoor hindernissen op, die de smalle weg naar boven versperren en het kost hem nu grote inspanning om deze uit de weg te ruimen.
God geeft onophoudelijk. Hij deelt Zijn genade uit om het Zijn mensenkind gemakkelijk te maken om tot Hem te geraken. En vraagt het, dan zal het ook heel spoedig weten wat het moet doen om zijn zielentoestand te verheffen. En als de wil goed is, dan volgt het alles op, wat God van hem verlangt.
Amen
Übersetzer