Kundgabe mit Übersetzung vergleichen

Weitere Übersetzungen:

Pflicht der Verbreitung der göttlichen Offenbarungen....

Unbeschreiblich verdienstvoll ist es, das Wort Gottes zu verbreiten. Das, was durch Gottes Gnade den Menschen vermittelt wird, soll nicht Alleingut des einzelnen bleiben, sondern weitergeleitet werden den vielen Menschen, die es benötigen zu ihrem Seelenheil. Es ist die Menschheit in arger Not, sie steht so fern von Gott, daß sie auch Seinen Willen nicht mehr erkennt und in völliger Unwissenheit durch das Erdenleben geht. Die Erdenaufgabe des Menschen aber erfordert das Wissen darum, was Gott von den Menschen verlangt, und also muß es ihnen vermittelt werden. Und deshalb erwählet Sich Gott Erdenkinder, die Ihm zu dienen bereit sind, und gibt ihnen den Auftrag, Seinen Willen den Menschen kundzutun. Er Selbst unterweiset sie zuvor, auf daß sie nun ihr Wissen weitergeben können an die Mitmenschen. Ohne tatkräftige Hilfe geht die Menschheit zugrunde, und tatkräftige Hilfe kann nur das Wort Gottes sein. Es wird aber zur Zeit von den Menschen alles abgelehnt, was an Gott gemahnt oder in der üblichen, traditionellen Weise von über Gott gelehrt wird. Und deshalb gibt Gott aufs neue den Menschen Sein Wort.... Er gibt ihnen Aufschluß über ihre Bestimmung und ihre Aufgabe.... Er will ihnen näherkommen durch Sein Wort, Er will sie vertraut machen mit allem, was die Schöpfung birgt; Er läßt sie den Zusammenhang aller Dinge erkennen und gibt ihnen die Gebote, die Grundbedingung sind für den Aufstieg zu Gott. Und willige Menschen sollen die göttliche Gabe verbreiten helfen; sie sollen emsig bestrebt sein, die göttlichen Offenbarungen der Menschheit zugänglich zu machen; sie sollen als eifrige Diener Gottes stets und ständig Sein Wirken verkünden; sie sollen die Mitmenschen teilnehmen lassen an dem köstlichen Gnadengeschenk, auf daß das göttliche Wort Eingang finde unter den Menschen, ihren Glauben stärke und sie anrege, alles zu tun, um Gott wohlgefällig zu leben.... also die Gebote der Liebe zu Gott und zum Nächsten zu erfüllen. So der Mensch weiß um den Willen Gottes, kann er erst zur Verantwortung gezogen werden, wenn er diese nicht erfüllt. Die Unwissenden können zwar nicht zur Verantwortung gezogen werden, sie können aber auch nicht ihr Erdenleben ausnützen und zu hoher geistiger Reife gelangen, oder aber sie müssen außerordentlich liebetätig sein aus eigenem Antrieb, d.h., die Liebe muß in ihnen sein, dann aber werden sie auch wissen um den Sinn und Zweck des Erdenlebens und um ihre Aufgabe. Denn Gott teilet Sein Wort allen mit, die es begehren, nur nicht immer äußerlich sichtbar, sondern in Form von gedanklicher Übermittlung. Denen aber, denen das Wort so zugeht, daß sie es niederschreiben können, liegt auch die Verbreitung dieses Wortes ganz besonders ob, denn sie empfangen große Gnade und sollen daher auch geben. Sie sollen das Evangelium verkünden allen, die es nicht abweisen....

Amen

Übersetzer
Dies ist eine Originalkundgabe von Bertha Dudde

De plicht om de goddelijke openbaringen te verspreiden

Het is een onbeschrijflijk grote verdienste het woord Gods te verspreiden. Dat wat door Gods genade aan de mensen wordt overgebracht, moet niet alleen het bezit van een enkeling blijven. Integendeel, het moet verder worden geleid naar de vele mensen die het nodig hebben voor hun zielenheil. De mensheid bevindt zich erg in nood. Ze staat zo ver van God af, dat ze ook Zijn wil niet meer herkent en in volledige onwetendheid door het leven op aarde gaat. De taak van de mens op aarde vereist echter kennis van wat God van de mensen verlangt en dus moet deze hun worden overgebracht. En daarom kiest God mensenkinderen uit die bereid zijn Hem te dienen en geeft hun de opdracht de mensen Zijn wil bekend te maken. Hij zelf onderricht hen tevoren, opdat ze nu hun weten kunnen doorgeven aan de medemensen. Zonder daadkrachtige hulp gaat de mensheid te gronde en daadkrachtige hulp kan alleen het woord van God zijn.

Maar tegenwoordig wordt door de mensen alles afgewezen wat aan God doet denken of op gebruikelijke, traditionele wijze over God wordt geleerd. En daarom geeft God de mensen opnieuw Zijn woord. Hij geeft hun opheldering over hun bestemming en hun taak. Hij wil door Zijn woord dichter bij hen komen. Hij wil ze vertrouwd maken met alles wat de schepping in zich draagt. Hij laat hun de samenhang van alle dingen inzien en geeft hun de geboden die basisvoorwaarde zijn voor het opgaan naar God. En bereidwillige mensen moeten de goddelijke gaven helpen verbreiden. Ze moeten er vlijtig naar streven de goddelijke openbaringen voor de mensheid toegankelijk te maken. Ze moeten als ijverige dienaren van God voortdurend Zijn werkzaamheid verkondigen. Ze moeten de medemensen laten delen in het kostelijke geschenk van genade, opdat het goddelijke woord ingang zal vinden onder de mensen, hun geloof zal versterken en hen aanspoort alles te doen om naar Gods welgevallen te leven, dus de geboden van de liefde voor God en de naaste te vervullen.

Als de mens op de hoogte is van Gods wil, kan hij pas ter verantwoording worden geroepen wanneer hij deze niet nakomt. De onwetenden kunnen weliswaar niet ter verantwoording worden geroepen, maar ze kunnen ook niet hun bestaan op aarde benutten en tot hogere geestelijke rijpheid komen, ofwel ze moeten uit eigen aandrang buitengewoon werkzaam zijn in liefde. Dat wil zeggen: de liefde moet in hen zijn, maar dan zullen ze ook op de hoogte zijn van de zin en het doel van het aardse bestaan en van hun taak. Want God deelt Zijn woord mee aan allen die het begeren, alleen niet altijd uiterlijk zichtbaar, maar in de vorm van de overdracht van gedachten. Maar diegenen tot wie het woord zo komt dat ze het kunnen opschrijven, hebben in het bijzonder ook de verspreiding van dit woord als taak, want ze ontvangen grote genade en moeten daarom ook geven. Ze moeten het evangelie verkondigen aan allen die het niet afwijzen.

Amen

Übersetzer
Übersetzt durch: Gerard F. Kotte