Kundgabe mit Übersetzung vergleichen

Weitere Übersetzungen:

Werkzeug Gottes.... Mission.... Wirken Gottes....

Die sich berufen fühlen zum Wirken für den Herrn, unterstehen einer geistigen Führung. Sie werden betreut und in aller Liebe gelenkt und geleitet. Denn so sie sich bereit erklären, dienend tätig zu sein auf Erden, müssen sie ständig unterwiesen werden, um auch ihres Amtes walten zu können. Sie haben eine Mission auszuführen, und diese besteht erstmalig in dem Weiterleiten dessen, was ihnen zugeführt wird an Weisheit. Dann müssen sie aber auch jederzeit bereit sein, sich ohne Widerstand als Werkzeug des Herrn benützen zu lassen; sie müssen, so der Herr durch sie wirken will, sich gänzlich Ihm hingeben, ihren Willen aufgeben und nun also den göttlichen Willen ausführen und dadurch nun das Wirken Gottes offensichtlich werden lassen vor der Welt. Denn die übergroße Liebe Gottes sucht die Anhänger der Welt zu gewinnen und sucht einen Weg zu ihren Herzen. Und ein gläubiges Erdenkind muß nun die Brücke bilden, da Gott Sich jenen nicht offenbaren kann in der Weise, daß Er erkannt wird von ihnen. Ein Gott-ergebener Wille wird sogleich erfaßt von geistigen Wesen, denen die Sorge um die Weltmenschen obliegt. Sie nützen jede Gelegenheit, diesen zu Hilfe zu kommen, und können mit Hilfe dieses willigen Erdenkindes große Erfolge zeitigen. Sie müssen aber nun darauf bedacht sein, ihre Kraft erst auf den willigen Menschen zu übertragen, auf daß dieser dann irdisch weitergeben kann, was ihm zuvor überirdisch vermittelt wurde. Daher gilt die Sorge der geistigen Wesen dem immerwährenden Ausbilden derer, die Gott ihren Dienst anbieten. Sie suchen ihnen begreiflich zu machen, daß nur fortgesetztes Arbeiten an sich jenen Zustand zur Folge hat, in dem Gott durch den Menschen wirken kann. Gott kann erst dann Besitz ergreifen von dem Willen des Menschen, wenn dieser aus eigenem Antrieb sich Ihm zugewendet hat.... Er wird sich aber erst dann gänzlich Ihm unterstellen, wenn nichts mehr ihn an die irdische Welt fesselt. Also muß der Mensch zuvor erst jegliche Bindung zu ihr lösen; er muß freiwillig alles aufgeben, was ihn hindern könnte an der Bindung mit Gott; er muß geben, unentwegt, denn nur im Geben empfängt er, weil Gott Selbst Sich immer inniger mit ihm verbindet. Und so er also zur Liebe geworden ist, so Gott in sein Herz einziehen kann, kann Er nun auch wirken in und durch diesen Menschen. Er kann ihn nun veranlassen, Dinge zu vollbringen, die irdisch nicht ausführbar sind, denn das tut der Mensch dann nicht mehr aus sich, sondern Gott Selbst ist der Ausführende. Gott wirkt nun durch das Erdenkind und tut Seine Größe kund denen, die Er für Sich gewinnen will. Und also schließet sich Himmel und Erde zusammen, d.h., die höchsten Wesen aus dem Lichtreich nehmen sich der geknechteten Menschheit an und suchen ihr Licht zu bringen, und sie bedienen sich dazu eines Menschen, dessen Wille ganz im göttlichen Willen aufgeht und so also wohlgeeignet ist, als Werkzeug Gottes zu dienen. Er muß jedoch tief gläubig sein und Gott als das höchste, liebevollste und weiseste Wesen anerkennen, auf daß die Liebe, Weisheit und Allmacht Gottes durch dieses Erdenkind sich äußern kann und die Menschheit zum Erkennen leitet....

Amen

Übersetzer
Dies ist eine Originalkundgabe von Bertha Dudde

Werktuig van God – Missie – Werkzaam zijn van God

Degenen die zich geroepen voelen om voor de Heer werkzaam te zijn, zijn onderworpen aan een geestelijke leiding. Ze worden verzorgd en in alle liefde gestuurd en geleid. Want als ze zich bereid verklaren om op aarde dienend werkzaam te zijn, moeten ze voortdurend onderwezen worden om ook hun plicht te kunnen doen. Ze moeten een missie uitvoeren en deze bestaat er in de eerste plaats in om door te geven, wat hun aan wijsheid gegeven werd. Maar dan moeten ze altijd bereid zijn om zich zonder verzet als werktuig van de Heer te laten gebruiken. Ze moeten zich, als de Heer door hen werken wil, geheel aan Hem overgeven, hun wil opgeven en nu dus de goddelijke wil uitvoeren om daardoor nu het werkzaam zijn van God zichtbaar laten worden voor de wereld.

Want de buitengewone liefde van God probeert de aanhangers van de wereld te bereiken en zoekt een weg naar hun harten. En een gelovig mensenkind moet nu de brug vormen, omdat God Zich niet op die manier aan hen openbaren kan, dat Hij door hen herkend wordt. Een God toegenegen wil wordt onmiddellijk door die geestelijke wezens gegrepen, die de taak hebben om voor de mensen op de wereld te zorgen. Zij benutten elke gelegenheid om hen te hulp te komen en kunnen met de hulp van dit bereidwillig mensenkind grote successen boeken.

Maar ze moeten er nu op bedacht zijn dat ze hun kracht eerst op de bereidwillige mens overdragen, opdat deze dan dat door kan geven, wat hem eerst bovenaards overgedragen werd. Daarom betreft de zorg van de geestelijke wezens het voortdurend onderrichten van degenen, die God hun diensten aanbieden. Ze proberen het voor hen begrijpelijk te maken dat alleen maar voortdurende arbeid aan zichzelf die toestand tot gevolg heeft, waarin God door de mens werkzaam kan zijn. God kan pas dan bezitnemen van de wil van de mens, wanneer deze zich uit eigen beweging naar Hem toegekeerd heeft.

Maar hij zal zich pas dan geheel ondergeschikt maken aan Hem, wanneer niets hem meer aan de aardse wereld bindt. Zodoende moet de mens van tevoren eerst elke verbinding met haar verbreken. Hij moet vrijwillig alles opgeven, wat hem zou kunnen hinderen bij de verbinding met God. Hij moet onophoudelijk geven, want hij ontvangt enkel door te geven, omdat God Zelf Zich steeds inniger met hem verbindt.

En als hij dus liefde geworden is, als God in zijn hart binnentrekken kan, kan Hij nu ook in en door deze mens werkzaam zijn. Hij kan hem er nu toe brengen dingen te volbrengen, die aards niet uitvoerbaar zijn, want dat doet de mens dan niet meer uit zichzelf, maar God Zelf is de uitvoerende. God is nu werkzaam door het mensenkind en maakt Zijn grootheid bekend aan degenen, die Hij voor Zich winnen wil.

En zodoende verenigen de hemel en de aarde zich. Dat wil zeggen dat de hoogste lichtwezens uit het lichtrijk zich om de onderdrukte mensheid bekommeren en proberen hun licht te brengen en ze bedienen zich daarbij van een mens, wiens wil geheel in de goddelijke wil opgaat en dus zodoende goed geschikt is om als werktuig van God te dienen. Hij moet echter diepgelovig zijn en God als het hoogste, meest liefdevolle en wijste wezen erkennen, opdat de liefde, wijsheid en almacht van God door dit mensenkind tot uiting kan komen en de mensheid tot kennis leidt.

Amen

Übersetzer
Übersetzt durch: Peter Schelling