Kundgabe mit Übersetzung vergleichen

Weitere Übersetzungen:

Positive und negative Kräfte....

Unter der Einwirkung positiver Kräfte muß der Werdegang alles Wesenhaften ein aufwärtsstrebender sein, denn zuströmende Kraft muß das, was ist, der Vollkommenheit zuführen. Und so ist der Entwicklungsgang des Wesens immer gewährleistet, sofern sich geistige reife Kräfte seiner annehmen, während alles unreife Geistige den Entwicklungsgang in negativer Weise beeinflußt, weil dann das Wesenhafte sich absondert von dem Kraftquell und in sich schwächer wird, also zurückgeht. Denn nun findet eine Trennung statt, indem sich die geistige Substanz wieder mit dem verbindet, was zuvor schon ihr Aufenthalt gewesen ist, mit der Materie, die das sicherste Mittel der geistig unreifen Wesen ist.... Und diese Verbindung muß unweigerlich das Trennen von der geistigen Welt bedeuten, denn beides zugleich kann nicht sein. Immer muß die eine auf Kosten der anderen durchgeführt werden. Wenn nun also guter geistiger Kraft der Zutritt verwehrt wird, so ist auch keine Möglichkeit, zur Höhe zu gelangen, denn dann nehmen gegnerische Kräfte sogleich das Wesen in Besitz und ziehen es hinab in ihr Bereich.... wie umgekehrt das Wesen unglaublich schnell zur Höhe gelangt, wenn jenen Kräften keine Macht eingeräumt wird, dagegen gute geistige Kraft begehrt und also auch empfangen wird. Jeder gute Gedanke, jede Tat der Liebe, jedes fromme Gebet und der zu Gott gerichtete Wille sind Anforderungen der guten geistigen Kraft, bedingen also auch schon die Auswirkung dieser und ziehen so unweigerlich schon die Höherentwicklung des Wesens nach sich. Das Begehren irdischen Gutes, irdischer Freuden, Eigennutz oder Lieblosigkeit dagegen sind unverkennbar das Wirken schlechter Kräfte; es kann niemals zur Höhe, wohl aber in den Abgrund führen, weil sie keinen aufbauenden, sondern einen zerstörenden Einfluß haben auf alles Wesenhafte und somit für dieses Geistige nur Rückgang bedeuten können. Und so geht daraus hervor, daß alles Gute das Geistige in sich selbst vermehrt, alles Schlechte aber zerstörend wirkt. Es geht ferner daraus hervor, daß jedes geistige Streben von Erfolg sein muß, weil das gute Geistige gleichsam dadurch angezogen wird und nun eben auch eine Vermehrung dessen vor sich gehen muß, was in sich geistige Substanz ist. Denn es strebt das Gute zueinander, wie auch das Schlechte sich zu verbinden sucht, doch beider Wege werden gänzlich gegensätzlich sein, also zur höchsten Höhe oder (zu = d. Hg.) der tiefsten Tiefe führen müssen, je nachdem den guten oder den schlechten Kräften der Zugang gestattet wird....

Amen

Übersetzer
Dies ist eine Originalkundgabe von Bertha Dudde

Positieve en negatieve krachten

Onder de invloed van positieve krachten moet de ontwikkeling van al het wezenlijke een opwaarts streven hebben, want toestromende kracht moet dat, wat is, naar de volmaaktheid leiden. En zo is de ontwikkelingsgang van het wezen steeds gegarandeerd, voor zover geestelijke rijpe krachten zich om hem bekommeren, terwijl al het onrijpe geestelijke de ontwikkelingsgang op negatieve wijze beïnvloedt, omdat het wezen zich dan afscheidt van de krachtbron en in zichzelf zwakker wordt, dus achteruitgaat.

Want nu vindt er een scheiding plaats, doordat de geestelijke substantie zich weer verbindt met dat, wat voorheen al zijn verblijfplaats geweest is. Met de materie, die het veiligste middel van de geestelijk onrijpe wezens is. En deze verbinding moet onvermijdelijk het scheiden van de geestelijke wereld betekenen, want beide tegelijkertijd kan niet. Het ene moet altijd ten koste van het andere gaan.

Wanneer nu dus goede geestelijke kracht de toegang ontzegd wordt, bestaat er ook geen mogelijkheid om tot de hoogte te geraken, want dan nemen de vijandelijke krachten het wezen onmiddellijk in bezit en trekken het naar beneden tot binnen hun bereik. Zoals andersom het wezen ongelooflijk snel tot de hoogte geraakt, wanneer deze krachten geen macht gegeven wordt, maar er daarentegen naar goede geestelijke krachten verlangd wordt en het dus ook ontvangen zal.

Elke goede gedachte, elke daad van liefde, elk vroom gebed en de op God gerichte wil zijn verzoeken van de goede geestelijke kracht. Deze veroorzaken zodoende ook al de effecten hiervan en hebben zo onvermijdelijk al de opwaartse ontwikkeling van het wezen tot gevolg.

Het verlangen naar aardse goederen, aardse vreugden, zelfzucht of liefdeloosheid daarentegen is onmiskenbaar het werkzaam zijn van slechte krachten. Het kan nooit tot de hoogte, maar wel naar de afgrond leiden, omdat ze geen opbouwende, maar een verwoestende invloed hebben op al het wezenlijke en dus voor dit geestelijke alleen maar een achteruitgang kan betekenen.

En daar komt uit voort dat al het goede het geestelijke in zichzelf doet toenemen, maar dat al het slechte verwoestend werkt. En verder komt eruit voort, dat elk geestelijk streven succes moet hebben, omdat het goede geestelijke daar als het ware door wordt aangetrokken en nu juist ook een toename hiervan plaats moet hebben, wat in zichzelf geestelijke substantie is. Want het goede streeft ernaar zich met elkaar te verbinden, zoals ook het slechte probeert zich met elkaar te verbinden, maar beide wegen zullen geheel tegengesteld aan elkaar zijn, dus tot de hoogste hoogte of tot de diepste diepte moeten leiden, al naar gelang de goede of de slechte krachten de toegang toegestaan wordt.

Amen

Übersetzer
Übersetzt durch: Peter Schelling