• Zurück

Annahme und Verständlichwerden der Erlösungslehre....

Es bleibt ein aussichtsloses Beginnen, der Welt den Sinn des Erlösungswerkes klarmachen zu wollen, denn wer die Welt begehrt und ihr nur seine Aufmerksamkeit, sein Sinnen und Trachten schenkt, der wird niemals Verständnis haben für etwas Geistiges. Das Erlösungswerk aber ist eine rein geistige Angelegenheit, denn es berührt nur das Seelenleben des Menschen. Der Weltmensch aber ist wenig bedacht auf sein Seelenleben, er hat nur des Körpers Wohlergehen im Sinn, und sein ganzes Streben gilt nur dem Vermehren irdischer Güter und irdischen Genusses. Ihm den Wert und den Sinn des Erlösungswerkes verständlich machen zu wollen ist ohne Erfolg, weil er auch ohne Glauben dahinlebt. Weltliches Leben und geistiges Streben gehen völlig getrennt. Weltliches Streben ist dem Gegner Gottes zugewandter Wille, geistiges Streben bezeugt das Verlangen nach Gott. Es wird der Gegner Gottes niemals seine Anhänger dem göttlichen Erlöser zuführen, vielmehr alles tun, um ihnen das Wissen um das Erlösungswerk fernzuhalten, sie also beeinflussen, es abzulehnen. Erst wenn der Mensch die Welt und ihre Güter verachten lernt, beschäftigt er sich in Gedanken mit dem göttlichen Erlöser und tritt der Frage der Menschwerdung Gottes näher. Und es wird immer dort der Glaube an Jesus Christus sein, wo die Welt an Reiz verloren hat, wo sie dem Menschen als eitel Blendwerk erscheint und daher verachtet wird. Denn der Erlösungsgedanke kann erst dann im menschlichen Herzen Platz greifen, wenn dieses Herz frei ist von irdischem Verlangen, wenn es sich ernstlich befaßt mit geistigen Dingen, wenn der Seelenzustand dem Menschen Sorge macht, er also der Seele Hilfe bringen möchte. Dann erst wird ihm der Sinn des Erlösungswerkes verständlich, dann möchte er die Gnade des Erlösungswerkes in Anspruch nehmen, und er sucht nun bewußt die Verbindung mit dem göttlichen Erlöser, trägt Ihm alle seine Sünden vor, bittet Ihn um Vergebung seiner Schuld und empfiehlt sich Ihm und Seiner Gnade. Dann hat er sich von dem Gegner Gottes abgewandt, und sein Wille strebt bewußt dem göttlichen Heiland und Erlöser entgegen....

Amen

Het aannemen en begrijpelijk worden van de verlossingsleer

Het blijft een uitzichtloze onderneming om de wereld de betekenis van het verlossingswerk duidelijk te willen maken, want degene die naar de wereld verlangt en enkel haar zijn aandacht, zijn denken en streven schenkt, zal nooit begrip hebben voor iets geestelijks. Maar het verlossingswerk is een zuiver geestelijke aangelegenheid, want het raakt alleen het zielenleven van de mens.

De wereldse mens besteedt echter maar weinig aandacht aan zijn zielenleven. Hij heeft alleen maar interesse in zijn lichamelijke welzijn en zijn gehele streven betreft alleen maar het vermeerderen van aardse goederen en aards genot. Hem de waarde en de betekenis van het verlossingswerk begrijpelijk te willen maken blijft zonder resultaat, ook omdat hij er zonder geloof op los leeft.

Het wereldse leven en het geestelijke streven zijn volledig van elkaar gescheiden. Een werelds streven is de op de tegenstander van God gerichte wil. Een geestelijk streven getuigt van het verlangen naar God. De tegenstander van God zal zijn aanhangers nooit naar de goddelijke Verlosser leiden. Hij zal veeleer alles doen om hen ver weg te houden van de kennis van het verlossingswerk, hen dus zo beïnvloeden, dat ze het afwijzen.

Pas wanneer de mens de wereld en haar goederen leert verachten, houdt hij zich in gedachten met de goddelijke Verlosser bezig en neemt hij de vraag over de menswording van God in overweging. En er zal steeds daar geloof in Jezus Christus zijn, waar de wereld aan bekoorlijkheid verloren heeft. Waar ze de mens als louter begoocheling voorkomt en daarom veracht wordt. Want de verlossingsgedachte kan pas dan een plaats krijgen in het menselijke hart wanneer dit hart vrij is van aardse verlangens. Wanneer het zich ernstig met geestelijke zaken bezighoudt. Wanneer de toestand van de ziel de mens zorgen baart en het hart zodoende de ziel hulp zou willen brengen.

Pas dan wordt de betekenis van het verlossingswerk begrijpelijk voor hem. Pas dan zal hij een beroep willen doen op de genade van het verlossingswerk en nu zoekt hij bewust de verbinding met de goddelijke Verlosser, legt Hem al zijn zonden voor, smeekt Hem om kwijtschelding van zijn schuld en geeft zich aan Hem en Zijn genade over. Dan heeft hij zich van de tegenstander van God afgewend en zijn wil streeft nu bewust naar de goddelijke Heiland en Verlosser.

Amen