Gesegnet, die in sich fühlen die Kraft, der Liebe entsprossen.... Wer da wirket in Liebe, dessen Kraft mehrt sich und läßt ihn nimmer abfällig werden, sein Geist erhebt sich und verlangt nimmer zurück in seine Umhüllung. Und nun wende deinen Blick nach oben und gedenke derer, die das Heil der Seele nicht fanden im Erdendasein. Je inniger dein Gebet emporsteigt, desto leichter wird jenen die Last, denn sie bedürfen unablässig der Hilfe, die ihnen durch das Gebet vermittelt wird. Die Leiden ihres unvollkommenen Zustandes sind unermeßlich, und doch müssen sie den Weg durch alles Schwere gehen, soll der Läuterungsprozeß Erfolg haben und ihnen den Übergang in das Reich des Lichtes ermöglichen. Jene Armen wenden sich unablässig um Hilfe an die Menschen und finden so wenig Gehör, und doch ist es für sie von umfangreicher Bedeutung, ob ihr Ruf um Hilfe gehört wird oder nicht. Es senden täglich zahllose Seelen den Hilferuf zur Erde, denn sie sind in ständiger Not. Und es kann dieser Seelen nicht genugsam im Gebet gedacht werden, sollen sie aus der Qual befreit werden. Den Menschen ein Bild ihres traurigen Loses zu geben würde sie unendlich belasten und ihren ferneren Lebensweg auf Erden unter einem entsetzlichen Druck wandeln lassen, doch sollt ihr immerhin wissen, daß ihr unsagbar viel dazu beitragen könnt, das Los dieser Armen zu lindern, daß ihr nur in Liebe des Herzens den Vater im Himmel für diese Seelen um Hilfe angehen sollt, um dadurch diesen ihr Leid zu verringern und ihnen Kraft zu vermitteln, die sich auswirkt, daß der Wille jener Armen sich dem Licht zuwendet und nun ihm auch entsprochen werden kann von seiten guter Geistwesen, die jedoch diesen Willen zuerst benötigen, um ihrerseits helfend eingreifen zu können. Wenn der Mensch irrt auf Erden und im Jenseits seinen Irrtum erkennt, dann ist seine Lage nicht so entsetzlich, denn er wird nun mit vollem Willen die Verbesserung seines Loses anstreben und auch tatkräftige Unterstützung finden; jedoch die Nichtwissenden und geistig völlig blinden Seelen, die ohne jede Erkenntnis hinübergegangen sind, erdulden unsagbare Qualen um ihrer Verstocktheit willen.... Die Hilfe ist auch für sie bereit, so sie nur willig sind, sie anzunehmen, doch in völliger Unkenntnis kann ihnen nichts helfen als das innige Gebet der Menschen, das auch jenen Seelen Kraft gibt, indem sie die Liebe und deren Kraft an sich verspüren und durch diese Wohltat nachgiebig und gefügig werden und nun ihrerseits der Ursache dieser Erleichterung nachgehen und so langsam in Lichtnähe geraten.... Solchen Seelen Hilfe zu bringen ist ein Liebeswerk, das dem Herrn wohlgefällig ist....
Amen
ÜbersetzerGezegend degenen, die de kracht in zich voelen, die aan de liefde ontsproten is. De kracht van degene, die in liefde werkt, neemt toe en laat hem nooit meer afvallig worden. Zijn geest verheft zich en verlangt nooit naar zijn omhulsel terug.
En wendt nu je blik naar boven en denk aan degenen, die het heil van de ziel niet tijdens het aardse bestaan gevonden hebben. Hoe medelevender jouw gebed opstijgt, des te lichter wordt voor hen de last, want ze hebben onophoudelijk de hulp nodig, die hen door het gebed gegeven wordt. Het lijden door hun onvolmaakte toestand is onmetelijk, en toch moeten ze de gehele moeilijke weg gaan, als het louteringsproces succes moet hebben en voor hen de overgang naar het rijk van het licht mogelijk moet maken.
Deze armen wenden zich onophoudelijk tot de mensen om hulp en vinden zo weinig gehoor. En toch is het voor hen van het grootste belang of hun roep om hulp gehoord wordt of niet. Dagelijks sturen talloze zielen het hulpgeroep naar de aarde, want ze verkeren in voortdurende nood. En er kan in het gebed niet genoeg aan deze zielen gedacht worden, als ze uit de kwelling bevrijd moeten worden.
De mensen een beeld van hun treurige lot te geven, zou hen eindeloos bedrukken en hun verdere levensweg op aarde onder een ontzettende druk laten verlopen. Toch moeten jullie in elk geval weten, dat jullie er onnoemelijk veel aan kunnen bijdragen om het lot van deze armen te verzachten. Dat jullie alleen in de liefde van het hart de Vader in de hemel om hulp moeten vragen voor deze zielen om daardoor hun leed te verminderen en hen kracht te geven, die zo uitwerkt, dat de wil van deze armen zich naar het licht toekeert en nu ook beantwoord kan worden van de zijde van de goede geestelijke wezens, die echter deze wil in de eerste plaats nodig hebben om van hun kant in te kunnen grijpen.
Wanneer de mens op aarde dwaalt en in het hiernamaals zijn dwaling beseft, dan is zijn toestand niet zo verschrikkelijk. Want hij zal nu met volle wil de verbetering van zijn lot nastreven en ook daadkrachtige ondersteuning vinden. De niet-wetende en geestelijk volledig blinde zielen echter, die zonder elk besef over zijn gegaan, ondergaan onnoemelijke kwellingen vanwege hun verstoktheid.
De hulp staat ook voor hen klaar, als ze maar bereidwillig zijn om het aan te nemen. Maar in volledige onwetendheid kan niets hen helpen, dan het innige gebed van de mensen, dat kracht aan deze zielen geeft, doordat ze de liefde en haar kracht aan zich gewaarworden en door deze weldaad toegeeflijk en inschikkelijk worden en nu van hun kant de oorzaak van deze verlichting volgen en zo langzaam in de nabijheid van het licht geraken. Om zulke zielen hulp te brengen, is een liefdeswerk, dat de Heer welgevallig is._>Amen
Übersetzer