"Ihr habet Mein Wort und beachtet es nicht....", so möchte Ich den Menschen zurufen, die ohne Unterlaß nur den irdischen Freuden nachgehen, und Ich möchte sie warnen vor eitlem Streben, doch sie hören nicht auf Mich. Und so habe Ich nun beschlossen, die letzten Warnungen ihnen zugehen zu lassen in einer Form, daß sie diese beachten müssen. Wie wenig ist doch des Menschen Sinn gerichtet auf sein Innenleben.... wie schnell vergißt er Schmerzen und Kummer, Not und Elend, so Ich diesen Druck von ihm genommen habe.... und wie oft läßt er solche Mahnungen der Liebe an sich vorübergehen, ohne ihrer zu achten. Und so will Ich nun, daß ihr Denken gewaltsam aufgerüttelt werde, und habe nur noch der Menschheit Besserung im Auge. Ihrer inneren Umkehr gilt Meine Sorge, denn Meine Liebe ist noch immer diesen Wesen zugewandt und will nur immer ihr Bestes. Doch ihre Herzen erkennen Mich nicht.... In jeglicher Weltfreude suchen sie ihren Gott, dem sie opfern, doch ihrer Seele Ausgang wird ihnen nicht bewußt. Und will Ich nun ihr Denken Mir zuwenden, so muß Ich Gewalt anwenden und die Herzen der Menschen erregen in hohem Maß durch leidvolles Geschehen, das die ganze Welt in Aufruhr versetzen wird. Die davon betroffen (sein werden = d. Hg.), denen werde Ich ein milder Richter sein, geben sie doch ihr Leben dahin für unzählige Erdenkinder, denen der Weg nach oben dadurch gewiesen werden soll.... Ich habe kein anderes Ziel, als zu erretten die Menschen aus tiefer Not, und muß nun zu Mitteln greifen, die scheinbar ein Vernichtungswerk sind, jedoch für die Menschheit das Gegenteil.... Erlösung aus den Fesseln des Widersachers.... sein soll, und es rückt die Zeit immer näher, die Leben und Tod zu gleicher Zeit bringen wird.... Leben den Menschen, die sich zu Mir bekehren, und Tod wohl irdisch genommen vielen, denen aber im Jenseits der Weg zur Erkenntnis gewiesen wird von geistiger Kraft, so daß sie nicht zu Schaden kommen ob ihres vorzeitig beendeten Lebens....
Amen
Übersetzer‘Jullie hebben Mijn woord en slaan er geen acht op’. Dat zou Ik de mensen, die zich zonder ophouden alleen met de aardse vreugden bezig houden, graag toe willen roepen, en Ik zou ze graag willen waarschuwen voor ijdel streven, maar ze luisteren niet naar Mij. En daarom heb Ik nu besloten om hen de laatste waarschuwingen in zo’n vorm toe te laten komen, dat ze hier acht op moeten slaan.
Hoe weinig is toch de menselijke gedachte gericht op zijn innerlijke leven? Hoe snel vergeet hij pijn en verdriet, nood en ellende, als Ik deze druk van hem afgenomen heb? En hoe vaak laat hij zulke vermaningen van liefde aan zich voorbijgaan, zonder hier acht op te slaan? En daarom wil Ik nu dat haar denken bruut wakker geschud wordt en Ik heb alleen maar de verbetering van de mensheid voor ogen. Mijn zorg gaat uit naar hun innerlijke ommekeer, want Mijn liefde is nog altijd naar deze wezens toegekeerd en wil slechts het beste voor hen.
Maar hun harten herkennen Mij niet. Ze zoeken hun God, aan wie ze offeren, in elke vreugde van de wereld, maar ze zijn zich niet bewust van de oorsprong van hun ziel. En als Ik nu hun denken naar Mij toe wil laten keren, dan moet Ik geweld gebruiken en de harten van de mensen in hoge mate prikkelen door smartelijke gebeurtenissen, die de hele wereld in beroering brengen zullen. Voor degenen, die hierdoor getroffen zullen worden, zal Ik een milde rechter zijn. Ze geven toch hun leven voor ontelbare mensenkinderen op, die de weg naar boven daardoor gewezen worden zal.
Ik heb geen ander doel dan de mensen uit de diepste nood te redden en Ik moet nu naar middelen grijpen die schijnbaar een vernietigingswerk zijn, wat echter voor de mensheid het tegendeel, verlossing uit de boeien van de tegenstander, zal zijn. En de tijd, die tegelijkertijd leven en dood zal brengen, komt steeds dichterbij. Leven voor de mensen die zich tot Mij bekeren. En, aards gezien, velen wel dood, maar aan wie in het hiernamaals door geestelijke kracht de weg tot het inzicht gewezen wordt, zodat ze geen nadeel van de voortijdige beëindiging van hun levens ondervinden.
Amen
Übersetzer