Einen unermeßlichen Segen wirst du schöpfen aus deiner Arbeit, darum gehe unentwegt diesen Weg weiter, und überwinde alle Anfechtungen des Bösen, denn ein Kind Gottes muß wahrhaft gläubig und vertrauend sein, will es Großes vollbringen. So wird dich der Herr heut bedenken mit einer Kundgabe, die dir Kraft geben soll. Ein hilfeflehender Gedanke zu deinem Heiland wird dir helfen in jeder Bedrängnis, und so beginne: Ein Heer von Geistwesen ist mit der Schaffung der Umwelt beauftragt, die euch wieder euer Dasein auf Erden ermöglicht; dies bedenke und dann versuche, dir vorzustellen, wie oft sich das Bild in der Natur verändert.... Wie doch vieles nur einen Tag besteht und dann schon wieder der Vernichtung anheimfällt.... wie sich zahllose Wesen immer wieder anders verkörpern.... wie Gräser, Blumen und Früchte ihre Bestimmung auf Erden erfüllen und vergehen.... um wieder in anderer Form zu neuem Leben zu erstehen. Es ist dies ein Vorgang, der sich gleicherweise beim Menschen wiederholt, nur in viel längerer Zeitdauer. Wenn nun der Herr diesen kleinen Wesen und Gebilden eine Aufgabe setzt, entweder das Auge des Menschen zu erfreuen oder der Natur zu dienen, den Werdegang zu unterstützen und all die kleinen und kleinsten Tätigkeiten auszuführen, die notwendig sind in der Schöpfung und die ein immerwährendes Bestehen gewährleisten.... so geht schon daraus hervor, um wieviel edler und umfassender die Aufgabe des Menschen auf Erden sein muß, wie sie im Sinne der göttlichen Schöpfung erfüllt werden und zur weiteren Vollendung eines jeden menschlichen Wesens dienen soll.... Die kurze Spanne Zeit, die ein auch langes Erdenleben umfaßt, in der Weise auszunützen, daß voll und ganz dem eigentlichen Zweck entsprochen wird, ist, was euch nicht ernstlich genug ans Herz gelegt werden kann. In jeder Lebenslage sieht sich der Mensch, rein irdisch gesehen, vor Aufgaben gestellt, die er erfüllen soll.... und er wird auch die Notwendigkeit dieser an ihn gestellten Forderungen einsehen; nicht so selbstverständlich aber erscheint es ihm, daß ihm auch eine geistige Arbeit obliegt.... daß er dieser noch viel gewissenhafter nachkommen müßte und daß die von Gott, seinem Schöpfer, ihm zugewiesene Arbeit gerade das sein sollte, was sein ganzes Denken und Streben auf Erden in Anspruch nehmen sollte.... Es ist dies nicht so mit den Händen zu greifen, weil es eben nur rein geistig ist, während die Erdenaufgabe für ihn materiellen Nutzen verspricht.... Nun geht ohne Unterbrechung das Erdenleben seinen Gang.... ob der Mensch seiner ihm zugewiesenen Tätigkeit nachkommt oder nicht.... nur für ihn selbst wird der Nutzen größer oder kleiner sein. Genau so wird die geistige Einstellung des Menschen nicht förderlich oder hinderlich sein am gesamten Schöpfungswerk Gottes, doch wird sich der Erfolg oder Mißerfolg allein nur an seiner Seele auswirken.... Das körperliche Wohlbefinden, das der Mensch mit seiner auf Erden erfüllten Aufgabe erhöhen oder verringern kann, ist nur ein zeitlicher Begriff, mit dem leiblichen Tode ist alles wertlos und nichtig geworden, was eurem Wohlbefinden einst dienlich war.... Nicht aber kann die Seele sich ein Ende ihrer Lage schaffen nach Belieben.... Sie muß ihren Zustand tragen, ob vollendet oder nicht, und sie muß so im Leid unsagbar ringen, will sie sich ihren Zustand bessern, sie kann ihn aber nicht willkürlich beenden, wenn er ihr nicht zusagt.... Und darum soll der Mensch erkennen, wie unsagbar wichtig es ist für ihn, seiner eigentlichen Bestimmung auf Erden zu leben und kein anderes Ziel anzustreben, als Güter zu sammeln für die Ewigkeit....
Amen
ÜbersetzerJe zult een onmetelijke zegen putten uit je werk. Ga daarom onvermoeibaar verder op deze weg en overwin alle verzoekingen van het kwade. Want als een kind van God iets groots wil volbrengen, moet het echt geloof en vertrouwen hebben. Daarom zal de Heer je vandaag een boodschap geven die je kracht moet geven. Een om hulp vragende gedachte aan je Heiland zal je in elke benauwenis helpen.
Dus begin: een leger van geestelijke wezens heeft de opdracht het leefmilieu te scheppen, dat op zijn beurt het bestaan op aarde voor jullie mogelijk maakt. Bedenk dit en probeer je dan voor te stellen hoe vaak het beeld in de natuur verandert, hoeveel er maar één dag bestaat en dan al weer aan vernietiging ten prooi valt, hoe talloze wezens zich steeds weer anders belichamen, hoe grassen, bloemen en vruchten hun bestemming op aarde vervullen en vergaan, om weer in een andere vorm tot nieuw leven te verrijzen.
Dit is een toedracht die zich op dezelfde wijze bij de mens herhaalt, alleen uitgestrekt over een veel langere tijd. Wanneer de Heer nu deze kleine wezens en schepselen een opdracht geeft ofwel om een lust voor het oog van de mensen te zijn of om de natuur te dienen, de ontwikkelingsgang te ondersteunen en al die kleine en allerkleinste werkzaamheden uit te voeren die noodzakelijk zijn in de schepping en die een doorlopend bestaan waarborgen, blijkt daaruit al hoeveel edeler en veelomvattender de opgave van de mens op aarde moet zijn, hoe ze volgens de bedoeling van de goddelijke schepping vervuld moet worden en hoe ze tot de verdere voltooiing van elk menselijk wezen moet dienen.
Het kan jullie niet ernstig genoeg op het hart gedrukt worden de korte tijdspanne, die ook een lang aards leven omvat, op zodanige wijze te benutten dat er geheel en al aan de eigenlijke bedoeling beantwoord wordt.
In elke levenssituatie ziet de mens zich, louter aards gezien, voor opgaven geplaatst die hij moet vervullen. En hij zal ook de noodzaak inzien van de eisen die aan hem gesteld worden. Maar het komt hem niet zo vanzelfsprekend voor dat hij ook geestelijke arbeid te vervullen heeft en dat hij deze taak nog veel gewetensvoller zou moeten nakomen, dat de arbeid die hem door God, zijn Schepper, toegewezen is juist heel zijn denken en streven op aarde in beslag zou moeten nemen. Dit is niet als zodanig tastbaar, juist omdat het louter geestelijk is, terwijl de aardse opdracht hem materieel voordeel belooft.
Nu gaat het aardse leven zonder onderbreking zijn gang, of de mens de hem toegewezen werkzaamheid vervult of niet, alleen voor hem zelf zal het nut groter of kleiner zijn. Precies zo zal de geestelijke instelling van de mens niet bevorderlijk of hinderlijk zijn voor het gehele scheppingswerk van God, maar het succes of de mislukking zal alleen maar een effect hebben op zijn ziel. Het lichamelijke welzijn dat de mens met zijn op aarde te vervullen opdracht kan verhogen of verminderen, is slechts van tijdelijke betekenis. Met de lichamelijke dood is alles waardeloos en nietig geworden wat eens nuttig was voor jullie welbevinden.
Maar de ziel kan niet naar believen een einde aan haar situatie maken. Ze moet haar toestand verdragen, al dan niet voltooid, en zo moet ze ten tijde van lijden onnoemelijk worstelen als ze haar toestand wil verbeteren. Ze kan deze toestand echter niet willekeurig beëindigen, wanneer deze haar niet bevalt. En daarom moet de mens beseffen hoe onuitsprekelijk belangrijk het voor hem is, naar zijn eigenlijke bestemming op aarde te leven en geen ander doel na te streven dan goederen te verzamelen voor de eeuwigheid.
Amen
Übersetzer