• Nazaj

ŠIBKA VERA OZIROMA NE-VEROVANJE....

Vera je med človeštvom postala izjemno šibka.... Ljudje sicer zagotovo poznajo vse doktrine glede Mene kot njihovega Boga in Stvarnika, vendar pa oni ne sprejemajo kot Resnico vse, kar jim je bilo rečeno, da je Resnica. Oni ravno tako pogosto zavračajo učenja, ki sov skladu z Resnico, ker njim samim, ali jim primanjkuje sposobnosti, da jih preučijo ali pa se ne napotijo po pravilni stezi, da bi jih lahko preučili.... po direktni stezi do Mene, Ki bi jim resnično podaril dojemanje Resnice. To, o čemer so ljudje podučeni s strani tistih, ki se imajo za pooblaščene, po navadi ravno takone vsebuje Resnice.... to je pokvarjeno duhovno znanje, ki ni več v skladu z Resnico, ker je bilo sprejeto le kot tradicija, brez kakršnegakoli podrobnega preučevanja. Sedaj pa je zahtevano, da se te doktrine brez zadržkov sprejme.... tako da jih celo oseba, ki razmišlja s svojo glavo, ne bo podrobno preučila, da bi tako lahko razločila Resnico od zmote,ker jeon to sposoben narediti, če le resno hrepeni po Čisti Resnici in se usmeri k Meni Osebno. Na ta način je človeštvo izgubilo njihovo vero, tako da ono pogosto sploh ne želi več priznati Boga in Stvarnika,zaradičesar ne more določiti njegove zemeljske steze ter prepoznati svojega namena in cilja. Njim se celo ne more pojasniti odnosa do njihovega Boga in Stvarnika,zaradi česar oni ne poznajo Moje volje, katere izpolnitev bi jim podarila najbolj blesteče prosvetljenje.... In zato nihče ne stremi k temu, da bi se napotil po stezi nazaj k Meni, če mu primanjkuje vere do tega obsega, da on celo dvomi v obstoj Boga in Stvarnika.

Oseba si mora najprej ponovno povrniti to vero, katero pa on lahko doseže, ker je sposoben razmišljati.... in ker bo on obenem tudi prejel pomoč, da pravilno razmišlja, kadar se to tiče notranjih misli o tem, kakšen odnos ima on kot ustvarjeno bitje s Silo, Ki ga je ustvarila.... On lahko doseže vero, samo če si to želi.... če razmišlja o vprašanjih, ki se tičejo njegovega življenja na Zemlji. Svetlobna bitja bodo namreč vedno poskrbela zanj in ga miselno podučila, in to v skladu z Resnico pod pogojem, da je zainteresiran,da pride do Resnice.... V tem primeru pa bo on kmalu odkril, da je volja njegovega Stvarnika ta, da mora človeško bitje živeti življenje Ljubezni.... On bo to namreč vedel, ker je v njega vsajen občutek glede tega, kaj je dobro in kaj slabo.... in ker ima znotraj sebe tihi Opomnik, Ki mu bo razodel Njegovo voljo.... In če on živi v skladu z njegovimi notranjimi občutki, bo njegova vera v njemu kmalu zaživela. On bo vedel, da je njegov notranji občutek pravilen; da obstaja Bitje, od Katerega Sile je on nastal in da ga to Bitje z Njegovo Ljubeznijo išče; on bo namreč kmalu prepoznal modro stezo, vzdolž katere je voden in katera mu jasno kaže obstoj take Sile, Kateri pa je on dolžan svoježivljenje. In ko je enkrat dosegel to vero, se bo on tudi mentalno usmeril k temu Bitju.... in ker prepozna Njegovo veliko silo.... se Mu bo prostovoljno podredil, sebi pa bo dovolil, da bo voden in bo to Bitje obenem tudi prosil za Njegovo podporo, ker se počuti šibko, toda ne želi delovati v nasprotju s to Silo.... Sledi namreč to, da on njegovo voljo podreja volji Večnega Božanstva, pri čemer pa je lahko ravno takoprepričan, da ga bom Jazprevzel in da ga ne bom nikoli več ponovno pustil, vse dokler se ne združi z Menoj, vse dokler ne izpolni zemeljske naloge, ki mu je bila dana za njegovoživljenje na Zemlji, katerega namen pa je vedno ta, da prepozna njegovega Boga in Stvarnika ter da stremi k Njemu; da se podredi Njegovi volji.... da on glede na to ponovno prizna Edinega kot njegovega Boga in Očeta večnosti, od Katerega se je nekoč z njegovo lastno svobodno voljo odmaknil in pri tem padel v brezno, iz katerega pa se mora brezpogojno vrniti v višje sfere. S tem namenom pa on tudi živi na Zemlji.... Človeško bitje se mora naučiti imeti vero, kakor mu mora biti obenem tudi predstavljeno resnično znanje. Potem pa bo on sposobenverovati, ker bo on prepoznal Boga kot njegovega Očeta in bo hrepenel po Njegovi Ljubezni, ker je on nekoč nastal iz Moje Ljubezni.... Jaz ga torej ne morem na nikakršen način prisiliti v to, da verjame v učenja, ki se tičejo duhovnega področja.... v Mene Osebno kot Boga in Stvarnika....On mora to vero doseči sam; katero pa bo on zagotovo našel tako, ko bo samo živel življenje Ljubezni.... ko bo vlagal napor, da premaga sebično Ljubezen in jo spremeni v nesebično Ljubezen do bližnjega; katera pa ga bo vedno poizkušala spodbuditi, da iz nesebičnih razlogov dela dobro; in onse mora on podrejati edino tej želji.... Vsako delo Ljubezni mu namreč podarja svetlobo, in on borastoče vse bolje razumel to, kar se od njega pričakuje, da veruje; kar pa bo tudi sprejel in njegova vera bo zaživela.

AMEN

Zwak geloof - Ongelovigheid

Het geloof is onder de mensen zeer zwak geworden. De mensen kennen wel allen de leerstellingen die MIJ, hun GOD en Schepper betreffen, zij nemen echter niet alles als waarheid aan wat hun als zodanig wordt uiteengezet, en zij verwerpen ook vaak die leerstellingen die volgens de waarheid zijn, omdat zij zelf niet in staat zijn deze te onderzoeken, ofwel de juiste weg niet gaan om te kunnen onderzoeken: de directe weg tot MIJ, DIE hun waarlijk ook inzicht in de waarheid schenken zou.

Wat de mensen geleerd wordt van de kant van hen die zich aangesteld voelen, is meestal ook gespeend van de waarheid. Het is een misvormde leer die daarom niet overeenkomstig de waarheid is, omdat zij zonder enig onderzoek werd overgenomen als goddelijke inspiratie - en nu ook nog het onvoorwaardelijke aannemen van deze leerstellingen geëist wordt, zodat ook de denkende mens het niet waagt om zelf te onderzoeken, om de waarheid van de dwaling te kunnen onderscheiden - doch hij zou het moeten - en hij zou het kunnen, als hij ernstig naar de zuivere waarheid verlangt en zich tot MIJZelf zou wenden.

En zo is de mensheid ongelovig geworden, zodat ze vaak ook een GOD en Schepper niet meer erkennen wil en daardoor ook haar aardse weg niet doorgronden kan - en bijgevolg de zin en de samenhang van de mensen met hun GOD en Schepper hun ook niet duidelijk te maken is. Ze zijn daarom ook niet op de hoogte van Mijn Wil, waarvan de vervulling hun een grote helderheid zou schenken.

En zodoende streeft geen mens er naar de weg terug tot MIJ te gaan, als hij in die mate ongelovig is dat hij zelfs twijfelt aan het bestaan van een GOD en Schepper. En zo moet de mens eerst weer dat geloof verwerven dat hij ook verwerven kan, omdat hij kan denken en omdat hij ook geholpen wordt juist te denken als het om zulke innerlijke vragen gaat: in welke verhouding hij als geschapen wezen staat tot de Macht die het geschapen heeft.

En als de mens maar wil, kan hij ook tot het geloof komen - als hem zulke vragen bezighouden die in verband staan met zijn bestaan op deze aarde. Want altijd zullen lichtwezens zich om hem bekommeren en hem d.m.v. gedachten onderrichten, en dit volgens de waarheid, zodra het hem erom te doen is de waarheid te verkrijgen. Maar dan zal hij ook spoedig weten dat het de Wil van zijn Schepper is dat de mens een leven in liefde leidt. Hij zal het weten omdat hij zelf het gevoel in zich heeft van wat goed en wat slecht is, omdat hij in zich een stille aanmanende stem heeft (het geweten =opm.v.d.uitg.) die hem Zijn Wil bekend maakt. En leeft de mens nu volgens zijn innerlijke gevoelens, dan zal ook het geloof in hem spoedig levend zijn. Hij zal weten dat zijn innerlijk gevoelen juist is - dat er een WEZEN is uit Wiens Macht hij voortgekomen is - en dat dit WEZEN met Zijn Liefde hem op het oog heeft. Want hij beseft snel de wijze wegen waarover hij geleid wordt en die hem duidelijk het aanwezig zijn van zo'n Macht bewijzen aan WIE hij zijn bestaan te danken heeft.

En heeft hij nu deze gedachten verworven, dan zal hij zich ook d.m.v. zijn gedachten tot dat WEZEN wenden en - omdat hij DIENS grote Macht inziet,zich ook vrijwillig onder HEM plaatsen - zich laten leiden en dat machtige WEZEN om Zijn bijstand vragen. Want hij voelt zich als mens zwak, maar wil niet tegen de Wil van zo'n Macht in handelen.

Dan onderwerpt hij zijn wil aan MIJ, de eeuwige GODHEID - en dan kan hij er ook zeker van zijn dat hij door MIJ omvat wordt en dat IK hem nimmermeer opgeef tot hij zich met MIJ verenigd heeft, tot hij zijn aardse opdracht vervuld heeft - die hem werd opgelegd voor zijn aardse bestaan en die nu altijd alleen daarin bestaat dat de mens zijn GOD en VADER onderkent en streeft naar MIJ te gaan - dat hij zich onderwerpt aan Mijn Wil.

Dat hij dus HEM weer erkent als zijn GOD en VADER van eeuwigheid, van WIE hij zich eens vrijwillig afwendde en daardoor in de diepte gevallen is, waaruit hij onherroepelijk weer ten hogen moet terugkeren - dat hij daarom vanwege dit doel over de aarde gaat. De mens moet leren geloven - en daarom moet hem een weten overeenkomstig de waarheid worden uiteengezet. Dan zal hij ook kunnen geloven, want dan zal hij MIJ zijn GOD herkennen als zijn VADER en naar Mijn Liefde verlangen, die IK hem ook onbeperkt schenk omdat hij eens uit Mijn Liefde is voortgekomen.

IK kan hem echter op geen enkele wijze tot geloven dwingen in leerstellingen die het geestelijke rijk, die MIJ Zelf als GOD en Schepper - betreffen. De mens moet zelf dat geloof verwerven en hij zàl dat ook,als hij maar een leven in liefde leidt - als hij zijn best doet de eigenliefde te overwinnen en die in onzelfzuchtige naastenliefde te veranderen.

Hij wordt daarom innerlijk aangespoord, omdat Mijn goddelijke Liefdevonk dit bewerkstelligt, die hem steeds ertoe probeert te brengen het goede te doen in onbaatzuchtigheid - en hij maar hoeft toe te geven aan de aandrang ervan. Want elke liefdedaad schenkt hem een licht - en wat er nu van hem geëist wordt te geloven dat begrijpt hij steeds meer - hij neemt het aan en daardoor wordt zijn geloof levend.

Amen