Primerjaj objavo s prevodom

Več prevodov Naključna objava:

DUHOVNO SLEPI.... ŽARKI SVETLOBE....

Duhovno slepemu ostaja vse skrito, manjka mu vsakršno spoznanje, ne more pogledati v kraljestvo duha, saj je zaprl oči in noben žarek svetlobe ne more prodreti vanje; hodi v stalni temi.... in ne glede na to, kako živahno se giblje v zemeljskem svetu, ne glede na to, kakšen zemeljski uspeh ima...., to slepemu ne spremeni stanja, v katerem je njegova duša, stanja brez vsake svetlobe in zato tudi brez vsake moči za izhod iz teme.

Toda duhovno slepa oseba drži oči zaprte pred svetlobo. Zato ga ni mogoče pomilovati kot žrtev njegove usode, kot bitje, ki ga Bog neustrezno upošteva, in ki je prikrajšan za vsako spoznanje, za vsak žarek svetlobe. Tudi on je osvetljen z božansko svetlobo ljubezni in mora se le odpreti, le brez odpora se mora izpostaviti temu svetlobnemu sevanju, potem bo odprl tudi oči, da bo videl, od kod prejema koristi svetlobnih žarkov.... to je božansko sevanje.... Božja beseda...., bila bi mu tudi posredovana, če bi jo le sprejel..... in če bi jo le poslušal, bi blagodejno vplivala nanj in v njem bi se  prebudila želja, da bi slišal še in še več, odprlo bi se oko njegovega duha in takrat bi zasvetila luč in razsvetlila vse, kar je bilo v njem temno in je bilo tako daleč.

Toda duhovno slepi človek se še vedno upira Bogu.... In zato je sam kriv, da ne more videti, da vedno hodi v temi, da ga jutranja svetloba ne more osrečiti. Duhovno slepa oseba ima močno voljo, ki je usmerjena proti vsemu, kar predstavlja svetlobo.... In tej volji se le redko odpove. Kajti večina teh slepih se v zemeljskem svetu počuti zelo dobro in mu je predana z vsemi čuti, zato je njihova volja popolnoma obrnjena k Božjemu sovražniku in ta jih drži privezane.... zavaja jih s tolikšno količino svetlobe, da ne čutijo svoje duhovne slepote, da se le vedno bolj ženejo za temi bleščečimi lučmi in se ne zavedajo kakšni iluziji in prevaram so postali žrtve.... Vendar jim njihova duhovna tema tudi preprečuje, da bi prepoznali, kaj jim Božji nasprotnik ponuja kot zavajajočo svetlobo.

In to tudi krepi njihov odpor proti vsakemu žarku svetlobe, ki se jih dotakne od zgoraj.... Lahko prejmejo veliko božanske svetlobe, takoj ko se odprejo, takoj ko so pripravljeni opustiti svoj odpor.... takoj, ko si želijo videti, kar je še možno, dokler živijo na Zemlji. Kajti tudi duhovno slepi se lahko naveliča sveta in njegovih užitkov, če jih je obilno užival.... Tudi on lahko spozna ničvrednost in minljivost zemeljskih dobrin in z njimi ni več zadovoljen....

V njem se lahko prebudi tudi želja po spoznanju o skritih stvareh, in takrat je še vedno mogoče, da se mu bodo odprle oči, da se bo obrnil tja, kjer verjame, da bo odkril žarke svetlobe, in takrat lahko pride tudi do spoznanja, in takrat še vedno ni prepozno, da se obrne na tistega, ki ga je prepoznal kot večno Luč in ga prosi za milost, da bi tudi njemu odprl oči in mu podelil luč, ki mu bo v prihodnosti razsvetljevala pot.... In njegova prošnja bo uslišana....

Amen

Prevajalci
Prevod: Janko Žagar

Geestelijk blinden - Lichtstralen

De geestelijk blinde blijft alles verborgen, elk inzicht ontbreekt hem, hij is niet in staat een blik te werpen in het rijk van de geest, want hij heeft zijn ogen dicht en geen lichtstraal vermag bij hem binnen te dringen; hij bevindt zich in voortdurende duisternis en al mag hij zich nog zo opgewekt in de aardse wereld gedragen, al mag hij ook op aardse successen kunnen bogen, het verandert niets aan de blinde toestand waarin zijn ziel zich bevindt, in de toestand zonder enig licht en daarom ook zonder enige kracht om de duisternis te verlaten.

Maar de geestelijk blinde houdt zelf zijn ogen gesloten voor het Licht. Hij kan daarom niet beklaagd worden als slachtoffer van zijn lot, als een door GOD gebrekkig bedacht wezen aan wie elk inzicht, elke lichtstraal wordt onthouden. Ook hij wordt door het goddelijke Liefdelicht aangestraald en zou zich maar open hoeven te stellen, hij zou zich alleen maar zonder weerstand aan deze straling van licht hoeven bloot te stellen, dan zou hij ook zijn ogen openen om te zien vanwaar hij die weldaad van de stralen Licht ontvangt. Dat wil zeggen: ook hem wordt de goddelijke uitstraling - het Woord GOD's - gezonden, en als hij er maar naar zou luisteren, zou het ook een weldadige uitwerking op hem hebben, en het verlangen zou in hem ontwaken, steeds meer te horen; zijn geestelijk oog zou worden geopend en het licht nu naar binnen schijnen en alles verlichten wat tot nu toe duister in hem was.

Maar de geestelijk blinde heeft nog weerstand tegen GOD. En daarom is het zijn eigen schuld dat hij niet bij machte is te zien, dat hij steeds in de nacht leeft, dat het licht van de ochtend hem niet gelukkig kan maken. De geestelijk blinde heeft een sterke wil, die tegen alles gericht is wat licht betekent. En hij geeft deze wil maar zelden op. Want meestal voelen deze blinden van geest zich buitengewoon goed op de aardse wereld en zijn haar met al hun zinnen toegedaan, dus is hun wil volledig en helemaal naar de tegenstander van GOD gewend en deze houdt hen gevangen, hij spiegelt hun zoveel licht voor dat ze hun geestelijke blindheid niet voelen, dat ze alleen steeds meer deze verblindende lichten najagen en niet inzien aan welke schijn en welk zinsbedrog ze ten prooi gevallen zijn.

Maar hun geestelijke duisternis hindert hen ook zich bewust te worden van datgene wat hun als schijnlicht door de tegenstander van GOD wordt aangeboden. En deze versterkt ook hun weerstand tegen elke straling van licht die hen van boven aanraakt. Ze kunnen ziende worden, ze kunnen veel goddelijk Licht ontvangen, zodra ze zich maar openstellen, zodra ze bereid zijn hun weerstand op te geven, zodra ze wensen ziende te worden, wat ook altijd mogelijk is, zolang ze op aarde leven; want ook de geestelijk blinde kan van de wereld met haar vreugden genoeg krijgen als hij daar rijkelijk van genoten heeft. Ook hij kan de waardeloosheid en onbestendigheid van aardse goederen inzien en zich er niet meer mee tevreden stellen.

Ook in hem kan het verlangen ontwaken naar het weten van wat verborgen is en dan is het altijd nog mogelijk dat hem de ogen worden geopend, dat hij zich daarheen wendt waar hij gelooft dat er lichtstralen zijn te ontdekken, en dan kan hij ook tot het inzicht komen welke dwaallichten hij tot nu toe heeft nagejaagd en dan is het nog steeds niet te laat zich tot die ENE te wenden DIE hij heeft herkend als het eeuwige LICHT en HEM om Zijn genade te vragen, dat HIJ ook hem de ogen mag openen en hem het Licht mag schenken dat hem voortaan de weg zal verlichten. En zijn verzoek zal verhoring winden.

Amen

Prevajalci
Prevod: Gerard F. Kotte