6782 Echte en valse profeten

12 maart 1957: Boek 72

Wat er ook ondernomen wordt om de waarheid te verdringen, ze zal toch zegevieren - hoewel de dwaling talloze offers zal eisen. Maar wie de ernstige wil heeft tot de waarheid te komen, die herkent ook zeker de dwaling als zodanig en dan is er ook geen gevaar meer voor hem. Dat echter de meeste mensen aan de dwaling ten prooi vallen is begrijpelijk, daar de dwaling de mensen altijd zekere voordelen belooft, het zij geestelijk of aards. De mensen zijn er altijd op uit zich voordeel te verschaffen. Zij hebben de waarheid niet lief terwille van de waarheid, maar er moet voor hen altijd profijt aan verbonden zijn - dan zijn ze pas bereid de waarheid aan te nemen.

De zuivere waarheid stelt ieder mens alles helder en onomwonden voor ogen, ze kan daarom voor hem ook tot nadeel zijn in zoverre ze hem toont wat hij nog allemaal moet overwinnen, als de wereld en zijn aardse welzijn nog te veel voor hem betekent. Juist daarom vindt de waarheid zo weinig gehoor, juist daarom is de mens veel eerder bereid dwaling aan te nemen, vooral dan - als deze dwaling hem voordeel belooft of aan zijn wensen tegemoet komt.

Dus willen de mensen ook niets horen of weten van een ondergang van de aarde, van een vergaan van al wat leeft en alle scheppingen op de aarde. Doch wat hun onder de dekmantel van de waarheid wordt aangeboden, wat hun nog een sprankje hoop geeft dat het einde is tegen te houden - dat nemen zij aan en houden het voor waarheid. Maar de zuivere waarheid die hun de verplichting oplegt zich op een vaststaand einde voor te bereiden, wijzen zij af.

Er zullen altijd profeten te vinden zijn die in opdracht van GOD het einde aankondigen, maar er zijn er evenzo ook die in opdracht van Zijn tegenstander spreken en als valse profeten deze aankondigingen trachten te ontkrachten. Die de mensen alle mogelijke beloften voorspiegelen, hen echter niet op het zekere einde wijzen maar het als af te wenden proberen voor te stellen. En steeds zullen deze valse profeten meer gehoor vinden, want de mensen willen niet geloven dat het einde komende is. Daarom nemen zij liever die leren aan die hun voordelen beloven en hen niet uit hun dromen doen opschrikken.

Voor wie in totale onwetendheid leeft zal het ook moeilijk zijn te beoordelen wat dwaling is en wat waarheid. Wie echter reeds in geestelijke kennis werd ingewijd, behoeft deze maar als toetssteen voor waarheid en dwaling aan te wenden en zich af te vragen, wat de bedoeling is van een leer en wat ze op 't oog heeft. Wil ze de mensen een hogere kennis bijbrengen, wil ze de veredeling van zijn wezen bereiken, wil ze hem helpen zich van de materie los te maken, dan is deze leer ook van goddelijke oorsprong en kan als waarheid worden uitgedragen. Is het daarentegen duidelijk dat het de bedoeling is een beter en mooier luxueus werelds leventje te verschaffen, wat ook vaak onder de dekmantel van vroomheid geschiedt, dan kan zo'n leer zonder bezwaar als verkeerd worden afgewezen omdat zij dan door GOD's tegenstander in de wereld werd gebracht.

In de eindtijd zullen veel valse profeten in opdracht van GOD's tegenstander op de voorgrond treden, want juist het einde wil noch door de tegenstander noch door zijn aanhang worden toegegeven of ingezien. En zo zullen ook die mensen die met het einde rekening houden door hem voor de gek worden gehouden. Hij zal ze daarom in opperste verwarring willen brengen door de voorspellingen van de ware profeten tegenover die van de valse profeten te stellen. Daarom zal de duisternis in de tijd van het einde steeds dichter worden en bij wie reeds het licht schijnt, moet dit behoeden opdat het hem niet wordt uitgedoofd - en hij kan dat ook als zijn liefde voor de waarheid sterk is, als hij alleen GOD en Zijn Woord laat gelden.

Bij wie echter het zachte schijnsel van het goddelijke licht der Liefde niet volstaat, diens ogen zoeken verblindende lichten en hij besteedt dan geen zorg meer aan dat kleine lichtje dat hem in donkere nacht bijlicht. Dan kan GOD's tegenstander het hem gemakkelijk uitdoven, dan is zijn truc gelukt, hij deed zich voor als een engel uit het Lichtrijk en had zijn prooi te pakken. In deze mensen heeft dan het verlangen naar de wereld gezegevierd omdat zij dat wat de tegenstander hun voorzette liever hoorden omdat hij een einde van de aarde, een spoedig vergaan, het einde van de oude en het begin van een nieuwe periode in twijfel trekt. Hij laat de mensen geloven dat zij zelf hun toekomst kunnen bepalen. Dit voordeel laten zij zich niet ontgaan, en daaraan al herkent men het werk van satan, die daarmee de mensen doet geloven dat zij het ten uitvoer brengen van GOD's heilsplan kunnen tegenhouden of afwenden.

Dit drijven van satan behoort ook tot de zichtbare tekenen van het einde. GOD's tegenstander zal nog veel aanvallen tegen de waarheid ondernemen. Hij zal juist daar in het bijzonder zijn invloed uitoefenen waar geen weerstand geboden wordt door een absoluut verlangen naar de waarheid. Want daar herkent men de leugen niet, daar heeft hij een gemakkelijk spel. Doch hij zal hen die voor GOD en in Zijn opdracht werkzaam zijn niet kunnen misleiden. Want dezen zijn door Zijn GEEST verlicht en zullen daarom ook altijd in staat zijn de waarheid van de dwaling te onderscheiden.

Amen

Vertaald door: Gerard F. Kotte

Deze openbaring is opgenomen in de volgende themaboekjes:
Themaboekje Titel Downloaden
26 Valse profeten ePub   PDF   Kindle  
80 God zet dwaalleren en misvattingen recht – Deel 4 ePub   PDF   Kindle  

Downloads

Download-aanbod voor boek _book
 ePub  
 Kindle  
  Meer downloads

Deze openbaring

 als MP3 downloaden  
Afdrukvoorbeeld
 Kladschriften