6423 Zaligheid en dank van de verloste zielen

12 december 1955: Boek 69

Met een gevoel dat overvloeit van dankbaarheid loven en prijzen Mij de zielen die verlossing vonden uit hun ellende door liefdevolle voorspraak, die inzagen dat zij zichzelf niet hadden kunnen bevrijden daar zij een te zwakke wil hadden maar door de meedogende liefde van de mensen op aarde hun wil konden versterken. Die nu tot Mij in Jezus Christus riepen en door Mij uit de diepte omhoog geholpen konden worden. Hun gelukzaligheid willen zij nu tot uitdrukking brengen, en heel hun liefde behoort nu Hem, Die hen gered heeft - en zij worden het loven en prijzen niet moede. En nu willen zij op dezelfde wijze werkzaam zijn en de niet verlosten weer helpen, die zij nog in de duisternis weten en die zij tot dezelfde zaligheid zouden willen brengen.

De liefdevolle medewerking van de mensen op aarde maakt het ook voor deze zielen eenvoudiger, als zij door mensen ontvangen kunnen wat zij zelf dringend nodig hebben om het de ongelukkigen te kunnen doen toekomen. Zij moeten zelf licht ontvangen om dat licht te kunnen laten schijnen en zij kunnen steeds licht in ontvangst nemen als het van God uitstraalt in de oneindigheid. Overal waar dat licht wordt opgevangen, overal waar zich vaten openstellen waar het liefdeslicht van God kan binnenstromen, daar zijn dus licht- en krachtstations die omgeven zijn door talloze zielen die naar licht verlangen. En de graad van rijpheid, de graad van liefde en de mate van verlangen zijn beslissend welke hoeveelheid iedere ziel toestroomt. Maar iedere ziel tracht deze hoeveelheid te vergroten door een voortdurend uitdelen en doorgeven.

Een ziel die eenmaal licht ontvangen heeft kan niet anders dan zich tegenover andere zielen te uiten, want het licht heeft lichtsterkte die door de ziel wordt benut. Daarom is het buitengewoon belangrijk wanneer een ziel uit de diepte de weg naar het licht heeft gevonden, wanneer zij eenmaal gewillig was zich door het licht te laten bestralen. Want nu zal haar deze lichtstroom onophoudelijk toevloeien daar zij iedere weerstand opgegeven heeft door het onuitsprekelijk gelukzalige gevoel dat die straling van licht op haar uitoefende. En een volkomen zeker gevolg ervan is nu, dat zij dat licht doorgeeft om ook andere zielen gelukkig te maken. Licht echter is wijsheid, inzicht in de waarheid. En dit licht wordt hun gebracht door mijn woord dat onvermoeibaar van Mij uitgaat als een straling van liefde, dat alle wezens in de oneindigheid aan zou kunnen raken, maar alleen daar weerklank vindt waar geen weerstand is.

Wezens met de hoogste zielenrijpheid kunnen het direct ontvangen, zwakkere wezens daarentegen moeten het weer van dezen aannemen, en steeds betekent mijn woord licht. En steeds wekt mijn woord daarom zaligheid, maar alleen bij de wezens die naar licht verlangen, om welke reden ieder mens op aarde die mijn woord verkondigt omringd is door wezens die naar licht verlangen. Toch zal alleen het zuivere woord licht uitstralen in de duisternis en dat zuivere woord wordt weer alleen maar ontvangen van God zelf. Ikzelf leid het naar de aarde om overal plaatsen van licht te scheppen, waar de zielen zich kunnen verschaffen wat zij nodig hebben en wat hen verblijdt. Het is onbeduidend of deze plaatsen van licht in het geestelijke rijk of op de aarde gevestigd zijn, want overal straalt hetzelfde licht, de eeuwige waarheid uit Mij. Doch een lichtstation op aarde wordt vaak door die zielen in het hiernamaals opgezocht die zich in het geestelijke rijk nog niet kunnen oriënteren en die zich nog meer in de nabijheid van de aarde ophouden.

Maar juist deze zielen zijn in de meerderheid en voor dezen betekent een ontvangen van mijn woord vaak de enige redding. Voor hen betekent het een ongewone hulp, waarvan zij menen die niet dankbaar genoeg te kunnen vergelden. En daarom zijn deze verloste zielen dan weer buitengewoon actieve helpers in het geestelijke rijk, die Mij zonder ophouden loven en prijzen en een ware oproer veroorzaken in de duistere gebieden, daar zij niet rusten tot zij die zielen hebben overgehaald hen daarheen te volgen, waar ook op hen een lichtschijnsel zal stralen. Hun verlossend werk neemt eindeloze afmetingen aan, want mijn woord heeft een geweldige kracht, die u mensen op aarde niet kunt overzien. Maar toch moet u zich scharen om de bron die Ikzelf voor u ontsloten heb, opdat u al met licht doorstraald zult kunnen binnengaan in het geestelijke rijk wanneer u deze aarde zult moeten verlaten, opdat u dan weer zult kunnen uitdelen om voortdurend uw zaligheid te verhogen.

Amen

Vertaald door: Gerard F. Kotte

Deze openbaring is opgenomen in het volgende themaboekje:
Themaboekje Titel Downloaden
14 De ziel in het hiernamaals Deel 3 ePub   PDF   Kindle  

Downloads

Download-aanbod voor boek _book
 ePub  
 Kindle  
  Meer downloads

Deze openbaring

 als MP3 downloaden  
Afdrukvoorbeeld
 Kladschriften