Wanneer u van boven wordt aangesproken, is dit een teken van mijn nooit eindigende liefde, die zich ontfermt over de mensen en hen te hulp wil komen. En deze liefde gaat alsmaar naar u uit, want u maakt ook deel van Mij uit, ofschoon u in vrije wil mijn tegenstander in de diepte bent gevolgd. Maar uw oer-wezen is liefde en Ik rust niet eerder tot u zich weer geheel heeft veranderd tot uw oer-wezen. En wordt u nu van boven aangesproken, dan zult u ook aan mijn aanspraak herkennen, dat er alleen een goede kracht aan het werk kan zijn. Want steeds doe Ik mijn best u tot liefde op te voeden en u te wijzen op Jezus Christus en Zijn verlossingswerk, omdat u dan de juiste weg gaat, die een verandering nog op deze aarde tot gevolg heeft.
U zult dus niet mogen twijfelen aan de herkomst van datgene wat u van boven toekomt. De inhoud ervan kan niet anders dan goed zijn en dus moet het vrij zijn van dwaling. Want de eeuwige Waarheid zelf onderricht u en op haar zult u volledig kunnen vertrouwen, dat ze u geen verkeerde leerstellingen zal aanbieden. Maar in de eindtijd is deze verzekering hard nodig, want zelfs mijn lichtdragers wil men helemaal aan het twijfelen brengen over de waarachtigheid van hun boodschappen. Maar het moet voor u voldoende zijn te weten dat Ik zelf mijn lichtdragers bescherm tegen dwaling. Want wie anders kan u de garantie geven voor de zuivere waarheid dan alleen Ik zelf, die van ieder de wil en het verlangen naar de waarheid ken?
En steeds weer zeg Ik u dat het werkzaam zijn van de tegenstander geheel in het bijzonder u geldt, die het licht wilt verbreiden. Hij wil dit verhinderen en daarom grijpt hij naar alle middelen om twijfel te zaaien in de harten van de mensen over de waarachtigheid van deze ontvangsten. Maar ook mijn inwerken zal steeds duidelijker zichtbaar worden. Ik zal steeds duidelijker de dwaling belichten waarin hij u al heeft gedrongen. Want zijn doel is u verre te houden van de waarheid, maar het zal hem niet lukken bij diegenen die ernstig de waarheid begeren. En dus moet ieder serieus bij zichzelf nagaan of hij naar de zuivere waarheid verlangt. Dan kan hij niet meer om de tuin worden geleid, dan zal hij deze zelf inzien en zich bevrijden van dwaling.
Het moment van het scheppen was zowel voor Mij als voor mijn lichtdrager een daad van onvergelijkbare gelukzaligheid. Want de voortbrengselen van zijn wil en mijn liefdeskracht waren zo buitengewoon heerlijk gevormd, dat ze ons beiden onuitsprekelijk gelukkig maakten en de liefde van de lichtdrager voor Mij steeds helderder ontvlamde. Want in hen was dezelfde kracht om te scheppen voorhanden. Ze konden ervan genieten en eveneens werkzaam zijn in het scheppen van geestelijke scheppingen, waardoor ze hun gelukzaligheid tot in het oneindige konden vergroten.
Wanneer Ik er dus van uitga dat het deze geschapen wezens aan niets ontbrak, dat ze allen als mijn evenbeelden buiten Mij werden geplaatst en dat ze zolang scheppend en vormend bezig konden zijn als ze door het licht van mijn liefde werden doorstraald, dan moet het u ook duidelijk zijn dat hun activiteit schade leed toen ze deze toevoer van kracht afweerden. Ze verloren daardoor hun licht, hun inzicht, zodat hun denken in de war raakte en ze dus niet meer in staat waren te scheppen. Ze verhardden, maar waren toch door Mij eens uitgestraalde kracht, die Ik daarom omvormde tot scheppingen van de meest verschillende soort.
Dit gebeuren is u al zo vaak beschreven en u zult dit als de zuiverste waarheid kunnen aannemen. U zult zonder bezwaar kunnen aannemen, dat alleen het afwijzen van mijn liefdeskracht de zonde was tegen Mij, daar het helderste licht in hen werd ontstoken, waarin ze zich geheel en al van de draagwijdte van hun opstand bewust waren. Daarom zal Ik ook elke voorstelling als onjuist belichten, dat Ik zowel de lichtdrager alsook de gevallen wezens heb voorbeschikt of aangezet tot deze afval. De wezens waren allen in mijn wil werkzaam tot aan de tijd dat ze de stroom van mijn liefdeskracht afweerden. Maar toen vond ook de verharding van de geestelijke substantie plaats. En mijn kracht, die Ik eens als wezens heb uitgestraald, moest nu op een andere manier werkzaam worden. Dat gebeurde door het uiteen doen vallen van de substantie in kleine en hele kleine partikeltjes en hieruit ontstond dus de schepping. Toen pas moest het wezenlijke strijden tegen allerlei weerstanden, want het moest deze overwinnen om zich weer positief te ontwikkelen.
De werkzaamheid van de wezens die niet waren gevallen bestond uit het gebruiken van de kracht die uit Mij naar hen toestroomde. Maar deze wezens bevonden zich in een staat van het helderste licht, dus inzicht, wat daarom niet anders dan in mijn wil door de wezens werd gebruikt. Zolang het wezen Mij dus trouw bleef, werkte en schiep het in mijn wil. Toen het zich van Mij afwendde, verloor het de kracht om te scheppen en te vormen. Het verhardde en bleef werkeloos, wat toen het ontstaan van de scheppingen tot gevolg had. Ik was wel sinds eeuwigheid op de hoogte van de afval van Lucifer en de wezens, en Ik hinderde hem niet vanwege zijn vrije wil. Maar toch was Ik er niet bij betrokken, omdat Ik de lichtdrager - Lucifer - dezelfde macht had verleend, die Ik hem ook niet beknotte. Hij kon dus uit zichzelf alles doen en laten. En zo was het hem ook mogelijk, ook de wezens aan te zetten zich tegen Mij te keren, om als het ware een tweede wereld te scheppen, een wereld vol weerstand tegen Mij.
Maar dit alles was alleen maar mogelijk, doordat hij - en naderhand ook zijn aanhang - zich voor de krachtstroom van mijn liefde afsloot. En zo is het afwijzen van mijn liefdeskracht de eigenlijke zonde, want hij was tegen Mij zelf gericht. Want de wezens hadden het volste inzicht dat ze eens hun oorsprong hadden in Mij. Dat het denkvermogen van de wezens zich uitte in een wil die volledig tegenovergesteld aan Mij was, dat deze iets voortbracht dat volledig tegengesteld was aan God, had niet in Mij zijn oorsprong. Maar het afwijzen van mijn liefdeskracht had deze verkeerd gerichte wil als gevolg, omdat het verduistering van geest, geestelijke blindheid betekende.
Nu werd Lucifer mijn tegenpool, die alle slechte gedachten, waarvan hij zelf de veroorzaker was, op de wezens kon overdragen. Want vanaf het moment dat ze Mij bewust de liefde opzegden, had hij volledig macht over deze wezens. En hij behield die tot Ik de schepping liet ontstaan om hen aan zijn macht te ontrukken en het proces van de terugkeer op gang te brengen. Maar nu moesten deze wezens een weg van kwellingen gaan, zolang, tot ze dan als mens in het stadium van het zelfbewustzijn en de vrije wil, al hun verkeerde gedachten afwerpen, hun wil weer geheel veranderen en zich volledig kunnen vergoddelijken. Dus moeten ze het satanische afleggen en in vrije wil naar het goddelijke streven.
Alleen dat al bewijst dat het kwade niet uit Mij kan zijn voortgekomen. Anders kon Ik niet goddelijk worden genoemd, waaronder alleen het goede is te verstaan. Er kan dus niet licht en duisternis, niet liefde en haat tegelijk zijn. Kortom, al die tegenstellingen heb Ik niet in Mij. De vrije wil kon wel besluiten voor Mij of mijn tegenstander. Deze was echter al slecht, toen hij mijn tegenstander werd. Hij had dan ook alles voortgebracht wat tegen Mij gericht was. Hij was een macht als Ik zelf, alleen had hij een oorsprong, een begin.
Dit is de ergste misleiding die mijn tegenstander toepaste: u te laten geloven, in Mij ook de herkomst van al het slechte te zien. En daarom maak Ik u er steeds weer op attent, dat dit de eigenlijke zonde is geweest: het afwijzen van mijn liefdeskracht, omdat daardoor de toestand van verwarring over de wezens is gekomen. De toestand, waarin ze elk werkzaam zijn naar mijn wil weigerden en daarom als uiteengevallen gekluisterd werden in scheppingen van allerlei aard. Want het is wet van eeuwigheid, dat door Mij uitgestraalde kracht werkzaam moet worden, dat er in vrije wil weer om deze kracht moet worden gevraagd, om de ommekeer terug tot een volmaakt wezen mogelijk te maken.
Dat deze gedachten, die in het gevallene zijn gelegd, in Lucifer hun oorsprong hebben en daarom hiertegen moet worden gestreden in de tijd van de belichaming als mens, is door mijn liefde een proces geworden, dat uit "schepselen" van God, ware "kinderen" moet opleveren. En zo werkt Lucifer ongewild aan dit proces van terugvoering. Ik voorzag dit wel sinds eeuwigheid, maar Ik zelf heb hem nooit tot mijn tegenstander bestemd, want ook hij was een vrij wezen dat in alle volmaaktheid uit Mij is voortgekomen.
Amen
VertalerSe for endereçado de cima é um sinal do Meu amor sem fim que tem piedade das pessoas e quer vir em seu auxílio.... E este amor é sempre e constantemente destinado a si, pois você também é a Minha quota-parte, embora tenha seguido o Meu adversário até ao abismo de livre vontade. Mas a sua natureza fundamental é o amor. E não descansarei enquanto não tiveres voltado à tua natureza original. E se fordes agora abordados de cima, reconhecereis também pelo Meu discurso que só uma boa força pode estar em acção, pois só me esforço para vos educar para amar e para vos apontar Jesus Cristo e o Seu acto de Salvação, porque então tomareis o caminho certo que resultará numa mudança enquanto ainda estiverdes nesta terra. Assim, não deve duvidar do resultado do que lhe vem de cima.... O seu conteúdo não pode ser diferente de bom, e por isso deve estar livre de erros.... Pois a Verdade Eterna Ele próprio vos instruirá e podeis confiar que Ele não vos apresentará ensinamentos erróneos. Mas no final, esta garantia é muito necessária, pois mesmo os Meus portadores de luz querem lançar dúvidas sobre a veracidade das suas mensagens. Mas basta que saibam que Eu próprio protejo os Meus portadores de luz de erros. Pois quem pode dar-vos uma garantia de verdade pura senão eu mesmo, quem sabe da vontade e do desejo de verdade daqueles? E, uma e outra vez, digo-vos que a actividade do adversário é especialmente dirigida a vós, que quereis espalhar a "light....", que ele quer evitar isto e, por isso, recorre a todos os meios para lançar dúvidas nos corações das pessoas sobre a veracidade destas recepções.... No entanto, a minha influência também se tornará cada vez mais evidente. Iluminarei cada vez mais claramente o erro para o qual ele já vos empurrou, pois o seu objectivo é manter-vos afastados da verdade.... mas não será bem sucedido com aqueles que desejam seriamente a verdade. E assim cada um deve examinar seriamente se deseja a pura verdade.... então já não pode ser enganado, então ele próprio a reconhecerá e se libertará do erro.
O momento da criação foi um acto de felicidade incomparável tanto para Mim como para o Meu portador de luz, pois os produtos da sua vontade e a Minha força de amor foram tão magnificamente moldados que nos fizeram a ambos indizivelmente felizes e o amor do portador de luz por Mim acendeu cada vez mais brilhante. Para o mesmo poder criativo estava presente neles.... poderiam desfrutá-lo e também ser activos na criação de criações espirituais através das quais poderiam aumentar imensamente a sua bem-aventurança. Se, portanto, eu assumir que estes seres criados nada faltavam, que todos eles foram externalizados como Minhas imagens e que foram capazes de criar e moldar enquanto foram permeados pela Minha luz de amor.... por isso também deve ficar claro para si que a sua actividade sofreu uma perda quando resistiram a este fornecimento de força de amor.... que assim perderam a sua luz, a sua realização, de modo que o seu pensamento se tornou confuso e assim se tornaram incapazes de criar.... que endureceram dentro de si próprios mas que, no entanto, foram força outrora emanada por Mim que, por isso, eu reformulei em criações dos mais variados tipos.... Este processo já foi descrito a si tantas vezes, e pode aceitar isto como a verdade mais verdadeira, pode aceitar sem hesitação que apenas a rejeição da Minha força de amor foi o pecado contra Mim, uma vez que a luz mais brilhante foi acesa para eles, nos quais estavam plenamente conscientes da extensão da sua rebelião. Por esta razão, também iluminarei todos os retratos como errados que determinei ou fiz com que tanto o portador da luz como os seres caídos caíssem. Os seres foram todos activos na Minha vontade até ao momento da repulsão do Meu fluxo de força de amor. Mas depois também teve lugar o endurecimento da substância espiritual e a Minha força, que em tempos emanei como ser, teve agora de se tornar activa de outra forma, o que aconteceu através da dissolução da substância em pequenas e mais pequenas partículas e assim a criação surgiu a partir destas. Só então a vontade teve de lutar contra todo o tipo de resistências, pois teve de as ultrapassar para se voltar a desenvolver para cima. A actividade dos seres que não tinham caído consistia em utilizar a força que fluía de Me.... para eles mas estes seres estavam num estado de luz.... mais brilhante assim a realização.... e, portanto, não foi utilizado pelos seres a não ser na Minha vontade.... Portanto, desde que o ser me tenha permanecido fiel, funcionou e foi criado de acordo com a Minha vontade. Quando se afastou de Mim, perdeu a força para criar e moldar. Endureceu e permaneceu inactivo.... o que resultou então no surgimento da criação. Tenho certamente conhecimento da apostasia de Lúcifer e dos seres desde a eternidade, e não a impedi por causa do seu livre arbítrio. Mas, no entanto, não estive envolvido nela porque dei ao portador da luz.... Lucifer.... o mesmo poder que eu também não diminuí para ele, assim ele foi capaz de fazer e deixar tudo de sua livre vontade.... E assim também lhe foi possível persuadir os seres a afastarem-se de Mim a fim de criar um segundo mundo, por assim dizer, um mundo cheio de resistência contra Mim.... Mas tudo isto só foi possível por ele.... e depois também pelos seus seguidores.... fechou-se ao Meu fluxo de amor-poder. E assim a rejeição da Minha força de amor é o pecado real, pois foi dirigido contra Mim Mesmo (pois os seres estavam) em plena realização da sua partida passada de Mim. O facto de a capacidade de pensar dos seres se manifestar numa vontade completamente contrária a Mim, de expressarem algo completamente contrário a Deus, não teve origem em Mim, mas a rejeição da Minha força de amor resultou nesta direcção errada da vontade porque significava escurecimento do espírito, cegueira espiritual. Agora Lúcifer tornou-se o Meu anti-pólo que foi capaz de transferir todos os maus pensamentos.... cujo originador ele próprio foi.... poderia transferir-se para os seres. Pois desde o momento em que renunciaram conscientemente ao seu amor por Mim, ele tinha todo o poder sobre estes seres, e manteve-o até eu deixar surgir a criação a fim de os arrancar do seu poder e iniciar o processo de regresso. Mas agora estes seres tiveram de percorrer um caminho de tormento até então emergiram como seres humanos.... na fase da consciência do ego e do livre arbítrio.... podem abandonar todos os seus pensamentos errados, mudar completamente a sua vontade novamente e divinizar-se completamente. Por isso, devem abandonar o satânico e lutar pelo divino de livre vontade. Isto só prova que o mal não pode ter a sua origem em Mim, senão não poderia ser chamado divino, pelo que só o bem deve ser compreendido.... que a luz e a escuridão não podem existir ao mesmo tempo, que o amor e o ódio não podem existir em Mim.... em suma, que eu não tenho todos os opostos em Mim. O livre arbítrio poderia certamente decidir por Mim ou pelo Meu adversário, mas ele já era mau quando se tornou Meu adversário...., que então também tinha criado tudo o que era contrário a Mim.... (que era um poder como Myself.... apenas que teve um começo.) Esta é a pior decepção que o meu adversário usa para o fazer acreditar que também vê o resultado de todo o mal em Mim. E por isso chamo repetidamente a vossa atenção para o facto de que este foi o verdadeiro pecado:.... a rejeição da Minha força de amor, porque assim o estado de confusão veio sobre os seres.... o estado em que eles recusaram toda a actividade de acordo com a Minha vontade e estavam, portanto, ligados como dissolvidos em criações de todos os tipos. Pois é a lei da eternidade que a força emanada por Mim deve estar activa.... que esta força deve ser novamente invocada em livre arbítrio, a fim de permitir a mudança de volta ao ser perfeito. O facto de estes pensamentos, que foram colocados no ser caído, terem Lúcifer como origem e por isso têm de ser combatidos durante o tempo da encarnação como ser humano, tornou-se um processo através do Meu amor que resultará em verdadeiros 'filhos' das 'criaturas' de Deus. E assim Lúcifer trabalha involuntariamente neste processo de regresso, que eu certamente previ desde a eternidade mas nunca Eu próprio o designei como Meu anti-pólo, pois ele também era um ser livre que emergiu de Mim em toda a perfeição...._>Ámen
Vertaler