• Terug

Kan de mens, voor een ander in de plaats, lijden?

De kracht van het bidden ten gunste van een ander is geweldig. U zult veel leed van de medemens kunnen afwenden, u zult hun de kracht doen toekomen die diegenen ontbreekt, die hen in volledige krachteloosheid doet blijven, tot u hun door uw voorbede een krachtstroom toezendt, dat u hen helpt, en weliswaar niet direct, maar indirect door MIJ, omdat IK uw liefde zie die u in zo'n voorbede voor de naaste voelt. Deze stroom van kracht dwingt echter hun wil niet, die is vrij, maar de tegenstand neemt vanzelf af en de ziel voelt de kracht als weldadig. Dus zult u steeds alleen MIJ kunnen vragen om toezending van kracht voor die mensen, die zelf niet meer in staat zijn deze te vragen. En omdat daarbij uw liefde beslissend is vervul IK graag het verzoek, want u begeert niets voor uzelf, u zoekt geen eigen voordeel, maar bent bezorgd over het zieleheil van de naaste.

U zult nu echter een onderscheid moeten maken tussen een gebed voor deze mensen en uw overgave aan MIJ Zelf, doordat u MIJ uw hele liefde schenkt. En deze graad van liefde kan in u aangroeien en zich tenslotte ook naar uw medemensen uitbreiden, dat u alle met uw liefde omvat, omdat dit niet anders mogelijk is als u vervuld bent met liefde. En deze graad wil IK bereiken, dat u geheel opgaat in de liefde tot MIJ en de naaste, zodat u zelf het leed op u zou willen nemen, dat u de straf op u zou willen nemen die zij hebben verdiend.

Maar dit gaat in tegen Mijn Rechtvaardigheid, daar ieder voor zichzelf verantwoordelijk is en ook ieder moet goedmaken waaraan hij zich schuldig heeft gemaakt.

Weliswaar is dit in tegenspraak met het Verlossingswerk van JEZUS CHRISTUS, DIE als waarachtig schuldeloos mens alle zonden van de mensheid op Zich heeft genomen uit Liefde tot haar, DIE dus op vervangende wijze een zondenschuld uitboette, die zo groot was, dat alleen maar een Geest die Engel is, in Wie IK Zelf ME kon belichamen, deze boete kon doen, dat IKdus Zelf de schuld teniet deed door Mijn dood aan het kruis. Maar deze daad was iets eenmaligs en zal het ook blijven.

Maar de schuld van een mens kan worden gedelgd door het werk van Verlossing van JEZUS, wanneer hij HEM erkent, en ze behoort dan tot de zondenlast die de mens onder het kruis draagt. Maar dat is een aangelegenheid van de vrije wil van ieder mens en kan niet worden afgedwongen. Dus moet ze ook worden afgelost, nog op aarde of in het hiernamaals, wanneer de mens zich afwijzend opstelt tegenover het Verlossingswerk. Voor zulke mensen kan de voorspraak worden verricht, dat ze hun schuld inzien en de weg naar JEZUS vinden - en deze voorspraak nu eenmaal een grote uitwerking van kracht heeft. De mens komt dan vanzelf tot het ware inzicht van zijn schuld en hij zal hem volgens zijn kracht weer goedmaken, ofwel die ENE aanroepen DIE hem de vergeving verzekerte

Maar de schuld kan hem onmogelijk worden kwijtgescholden op grond van de liefde van een mens die hem wil goedmaken. Dit zou geen rechtvaardigheid zijn, ofschoon de liefde daartoe bereid is, want slechts EEN kan hem schrappen, en deze ENE wil worden aangeroepen. Maar de liefde van een mens die bereid is voor zijn medemens boete te doen, wordt door MIJ als buitengewoon welgevallig aangezien. Dit is een liefde die helemaal vrij is van egocentrische liefde, die niet alleen niets voor zichzelf verlangt, maar bereid is, leed op zich te nemen, die daarom een groot pluspunt voor de ziel betekent, die ook als kracht haar uitwerking heeft op de medemens, want ze kan niet zonder 'n geestelijk resultaat blijven, zowel voor hemzelf als ook voor de ziel die in het bezit van een genade komt, die haar a.h.w. ook moet treffen als sterke wil zich te verbeteren. Ze zal zelf haar gebrekkige toestand inzien en ook bereid zijn boete voor de schuld te doen, maar die zal ze toch zelf moeten afdragen. Hij kan haar niet worden afgenomen terwille van de rechtvaardigheid.

U zult er steeds aan moeten denken dat de weg naar JEZUS u niet bespaard kan blijven, dat IK in HEM Mijn erkenning vraag, dat dus dan ook ieder mens zelf de weg naar MIJ moet gaan, niet menende dat dus een "uit Liefde voor u" gedelgde schuld de mens daarvan zou ontheffen, temeer omdat er op aarde veel lichtwezens zijn belichaamd wier liefde zo sterk is dat ze graag het leed van anderen op zich zouden willen nemen.

Maar uw liefde heeft een gunstige uitwerking op diegenen die u de genoegdoening van hun schuld zou willen besparen. En daarom kan geen enkele liefdevolle opwelling van uw hart zonder uitwerking blijven, omdat liefde een kracht is die haar stralen altijd. zal uitzenden, omdat geen liefdevolle gedachte vervliegt en zonder uitwerking blijft. Doch elke overvloed van liefde komt de mens zelf ten goede, want zijn lichaam vergeestelijkt zich tegelijk met zijn ziel en deze vergeestelijking, die ook een groot lichamelijk lijden vraagt, zult u allen moeten nastreven om een oergeest, wiens partikeltjes uw lichaam vormen, eenmaal te helpen sneller rijp te worden.

Amen

Può l’uomo soffrire al posto di un altro?

La Forza dell’intercessione è potente. Voi potete distogliere molta sofferenza dal prossimo, potete rivolgere loro la Forza che manca a coloro che sostano nella totale assenza di Forza, finché inviate loro una corrente di Forza tramite la vostra intercessione, che voi quindi aiutate loro e cioè non direttamente, ma attraverso Me, perché Io riconosco il vostro amore che sentite per il prossimo in una tale intercessione. Ma questa corrente di Forza non costringe la loro volontà che è libera, ma la resistenza cede da sé, e l’anima percepisce la Forza benevolmente. Quindi voi potete sempre soltanto pregare Me per l’apporto di Forza per quegli uomini, perché loro stessi non sono capaci di questa richiesta. E dato che in ciò è determinante il vostro amore, vi adempio volentieri la richiesta, perché non desiderate niente per voi stessi, non cercate un proprio vantaggio, ma vi preoccupate per la salvezza dell’anima del prossimo. Ora però dovete fare una differenza fra una preghiera per questi uomini e la vostra dedizione a Me Stesso, mentre Mi donate tutto il vostro amore. E questo grado d’amore può crescere in voi ed infine estendersi anche ai vostri prossimi, perché abbracciate tutti con il vostro amore, perché questo non è diversamente possibile se siete colmi d’amore. Ed Io voglio raggiungere questo grado, che vi fondiate totalmente nell’amore per Me e per il prossimo, che voi stessi vogliate prendere su di voi la sofferenza, che vogliate prendere su di voi la punizione che hanno meritato costoro. Ma questo contraddirebbe la Mia Giustizia, dato che ognuno è responsabile di sé stesso ed ognuno deve anche espiare ciò di cui è colpevole. Questo contraddice bensì l’Opera di Redenzione di Gesù Cristo, il Quale ha preso su di Sé da Uomo davvero totalmente privo di colpa, tutti i peccati dell’umanità per Amore per loro, il Quale ha espiato quindi in modo sostitutivo una colpa di peccati che era così grande, che soltanto uno Spirito d’Angelo, nel Quale Io Stesso potevo incorporarMi, poteva prestare quest’Espiazione, che Io Stesso quindi ho estinto la colpa mediante la Mia morte sulla Croce. Ma Questo Atto era unico e lo rimarrà anche. La colpa di un uomo però può essere estinta mediante l’Opera di Redenzione di Gesù, quando Egli lo riconosce ed allora la colpa fa parte del peso di peccati, che l’uomo porta sotto la Croce. Ma questa è la faccenda della libera volontà di ogni uomo e non può essere obbligatoria. Quindi deve essere rimessa ancora sulla Terra oppure nell’aldilà, quando l’uomo si predispone nel rifiuto verso l’Opera di Redenzione. Per tali uomini può essere prestata l’intercessione, che riconoscano la loro colpa e che trovino Gesù, e quest’intercessione ha appunto un grande effetto di Forza. Allora l’uomo giunge da sé alla giusta conoscenza della sua colpa, ed egli la riparerà con tutte le forze oppure invoca l’Uno, il Quale gli assicura il Perdono. Ma è impossibile che gli venga rimessa la colpa in base all’amore di un uomo che la vuole espiare. Questa non sarebbe nessuna Giustizia, benché l’amore ne sia disposto, perché soltanto Uno può cancellarla, e quest’Uno vuole essere invocato. Ma l’amore di un uomo che è disposto a prestare l’espiazione per il suo prossimo, viene guardato da Me oltremodo compiacente. Questo è un amore, che è totalmente libero dall’amore dell’io, che non soltanto non chiede nulla per sé, ma è pronto di prendere su di sé la sofferenza, che significa quindi un grande punto in più per l’anima, che ha per effetto anche la Forza per il prossimo, perché non può rimanere senza un successo spirituale, sia per lui stesso che anche per l’anima, che giunge in possesso di una Grazia, che la deve toccare pure come una forte volontà per il miglioramento. Lei stessa riconoscerà il suo stato imperfetto e sarà anche pronta a prestare un’espiazione di colpa, ma lei stessa dovrà rimetterla. Non le può essere tolta per via della Giustizia. Voi dovete sempre pensare, che la via verso Gesù Cristo non può esservi risparmiata, che quindi anche ogni uomo stesso deve poi prendere la via verso di Me, che perciò una colpa estinta “per amore per voi” ne solleverebbe l’uomo, dato che inoltre sulla Terra sono incorporati molti esseri di Luce il cui amore è così forte, che prenderebbero volentieri su di sé la sofferenza di altri. Ma il vostro amore ha un effetto favorevole su coloro che voi vorreste preservare dall’espiazione della loro colpa. E perciò nessun modo amorevole può rimanere senza effetto per i vostri cuori, perché l’amore è una Forza che invierà sempre i suoi raggi, perché nessun pensiero amorevole si eclissa e rimane senza effetto. Ma ogni ultramisura d’amore è a vantaggio dell’uomo stesso, perché il suo corpo si spiritualizza contemporaneamente con la sua anima, ed a questa spiritualizzazione, che richiede anche una grande sofferenza corporea, dovete aspirare tutti per aiutare uno spirito Ur una volta ad una veloce maturazione, le cui particelle formano il vostro corpo.

Amen