• Terug

Antwoord op vragen over “yogi’s”

Nooit zult u Mij tevergeefs vragen, wanneer u in geestelijke nood naar Mij komt. En in geestelijke nood bent u, wanneer vragen u bezighouden, die u voor uzelf niet zult kunnen beantwoorden en wanneer van u, die als Mijn boden op aarde werkzaam bent, antwoorden worden verlangd. Maar er is geen vraag, die Ik u niet zou kunnen beantwoorden, want er is geen ander Wezen dan Ik, Dat van alles op de hoogte is en u daarom dus ook dienovereenkomstig kan onderrichten. Er is echter ook een zekere graad van rijpheid nodig, datgene te begrijpen wat Ik u wil uitleggen, want daartoe zult u ook al een beetje geestelijk weten moeten bezitten. U zult kennis moeten hebben van de aanleiding voor en het doel van uw bestaan als mens op deze aarde. Dus moeten de eerste inzichtingen u al zijn toegekomen, dan zult u ook wat hierna komt begrijpen.

U weet, dat te allen tijde er ook lichtwezens over de aarde gaan, niet gevallen wezens, die steeds een missie hebben te vervullen: hun medemensen in kennis te stellen van een God en Schepper en hen Diens Wil te verkondigen. Want overal op aarde is het hetzelfde, dat de mensen wel een mening hebben op geestelijk gebied, maar dat ze zelden het pad der waarheid bewandelen en altijd menselijke beschikkingen zullen opvolgen vanuit een zekere vrees, die ze voor de hen figuurlijk beschreven macht hebben. Er wordt hen zelden zuivere waarheid geleerd, want de dwaling heeft overal op aarde de overhand. En daarom zullen er ook overal onder de mensen geestelijk grote figuren opstaan. Mensen, die van Mij uit de taak hebben, hun medemensen het geloof aan een God over te dragen en hen ook Mijn Wil te verkondigen, zodat iedere mens de levenswandel kan leiden, die hem helpt bij het rijp worden van zijn ziel. En hoe primitiever de mensen zijn, des te krachtiger de lichtwezens die zich midden onder hen belichamen.

Deze wezens gaan echter de gang als mens over de aarde en ze moeten ook eerst na innerlijke strijd tot inzicht komen. Ze moeten een leven in liefde leiden, want alleen de liefde is de kracht, die ze nodig hebben om voor hun medemensen de juiste leiders te zijn. Het gaat erom of mensen hun bovennatuurlijke kracht, die ze ontplooien om op ongewone wijze te werken, uit Mij ontvangen of van Mijn tegenstander. De liefde garandeert hen de toevoer van kracht uit Mij, want zodra ze vaststaan in de liefde, hebben ze ook een innige band met Mij en ze zullen nu ook alles kunnen volbrengen, wat ze willen. Ze kunnen zich echter ook krachten van beneden eigen maken; ze worden precies zo bijgestaan door Mijn tegenstander, die hen van kracht voorziet, wanneer ze geen geesten van zuivere liefde zijn, dus van Mij uitgegaan om hun missie te vervullen op aarde.

Maar is nu de liefde in hen, dan hebben ze ook een verlichte Geest. Ze zien de noodtoestand van hun medemensen in en zijn ook op de hoogte van elke samenhang van de mens en van de gehele schepping met Mij, de God en Schepper van eeuwigheid. Ze kunnen zich dan Diens kracht eigen maken en Ik zal die hen niet onthouden, omdat Ik het serieuze streven van deze mensen naar volmaaktheid zie en omdat ze zelf niet meer onder de druk van de oerzonde staan, dus ook van Mij uit geen beperking van kracht hebben te vrezen. Zij zelf hebben dus - als reeds tot licht gekomen wezens - de verlossing door Jezus niet nodig. Maar al hun medemensen hebben die nodig en hen moeten ze ook in kennis stelen van Diegene, in Wie Ik Zelf Mens ben geworden om voor de oerschuld van alle wezens boete te doen. Deze kennis ontbreekt hen niet, maar zij zelf spreiden, als vertegenwoordigers van andere religies, een sluier over één van de voornaamste problemen. Ze geven hun medemensen geen uitleg, omdat ze deze uitzonderingspositie van Jezus niet willen erkennen. Ze beschouwen Hem als één van hen zelf, maar niet als Diegene, Die voor de eeuwige Godheid Zelf de uiterlijke omhulling is geweest en Die als Heer en God voor alle mensen zichtbaar is en blijven zal tot in alle eeuwigheid.

Het is nauwelijks te begrijpen, dat mensen, die in innige verbinding staan met hun God en Schepper, zich voor dit probleem afsluiten. Dat ze op aarde en ook dan vanuit het geestelijke rijk ontelbare mensen onderrichten en zich steeds als hoge en hoogste wezens presenteren en toch niet die Ene op de voorgrond plaatsen, Die werkelijk en waarachtig God is: “Jezus”. Deze lichtwezens zijn weliswaar ook eens door de diepte gegaan, ze hebben Mij herkend en erkend en de wilsproef doorstaan, maar ze hebben toch niet de hoogste graad van het kindschap Gods bereikt. Dit vraagt een volledig binnengaan in Mijn Wil en een zich volledig plaatsen onder Jezus, Die God is en blijft tot in alle eeuwigheid, laten ze achterwege. Ze zijn op aarde wel tot de hoogste rijpheid gekomen, ze hebben een beroep gedaan op Mijn kracht. Maar hoewel ze nu op aarde eens een beroep doen op Mijn kracht en met Mijn kracht hebben gewerkt en wonderen kunnen volbrengen, is voor hen het kruisoffer van Jezus niet doorslaggevend geweest en ze hebben daarom ook Jezus aan hun medemensen steeds alleen maar voorgesteld als een hoogst volmaakt mens, als een meester, net als vele van de hunnen, maar niet als de Ene, in Wie Ik Zelf in algehele volheid ben geweest en heb gewerkt, in Wie Ik Zelf de zondenschuld teniet deed door de dood aan het kruis. Maar wie van de hoge leiders op aarde de Verlosser Jezus Christus herkende en erkende, heeft ook geprobeerd zijn medemensen tot het geloof daarin te brengen.

En zo zullen ook veel van deze mensen, die een geheel andere religie bezitten, in het hiernamaals eerst de weg naar Jezus vinden en dan pas van de oerzonde vrij worden, want deze schuld kan door geen medemens in zijn plaats worden goedgemaakt. De oerschuld kan alleen door Jezus Christus - door God Zelf - teniet worden gedaan en daarom moet Hij ook worden erkend als goddelijke Verlosser en niemand zal ooit de gelukzaligheid bereiken, die niet tevoren van zijn oerschuld is bevrijd, wat slechts die Ene kan: Jezus Christus, Die de omhulling van de eeuwige Godheid Zelf is geweest.

Er zijn wel mensen, die leven in overeenstemming met heiligheid, die op aarde de hoogste volkomenheid proberen te bereiken. En toch is er een onderscheid tussen hen en Jezus, want Deze kende sinds eeuwigheid Zijn missie. Hij was ook op de hoogte van de smartelijke dood, die Hij moest ondergaan. Maar Hij was ook op de hoogte van de oerzonde, die alle mensen belastte. Om deze oerzonde te delgen, daalde Zijn Ziel af naar de aarde en legde de weg af als mens. En Hij maande alle mensen aan tot navolging, Hij sloeg de brug over de diepe kloof, die alle andere mensen nu konden betreden, terwijl er tevoren geen mogelijkheid bestond, uit het rijk der duisternis in het rijk van het licht te komen. De lichtwezens, die tevoren als profeten naar de aarde werden gezonden, kondigden Hem aan, de Messias, Die de mensen het heil zou brengen. En pas de ware navolging leverde de mens weer de volmaaktheid op: het bereiken van de oertoestand. Door de profeten tevoren en door Jezus Zelf werd aan de mensen de Wil Gods bekend gemaakt, waarvan ze niet meer op de hoogte waren als gevolg van de oerzonde waardoor ze waren belast. De mensen nu, die door de oerzonde waren belast, zijn ook nooit in staat geweest op aarde een hoge graad van rijpheid te bereiken, want hun wil was volkomen verzwakt. Maar die nu op ongewone manier op aarde werkzaam waren om de hoogste geestelijke vermogens te ontwikkelen en die voor hun medemensen al volmaakte mensen waren, zouden deze hoogte nooit hebben kunnen bereiken, wanneer ook zij onder invloed van de oerzonde zouden hebben gestaan.

Maar zij waren uit de hoogte afgedaald om de mensen te helpen. Zij waren geen gevallen oergeesten, maar Mij trouw gebleven. Maar ze kunnen te allen tijde eveneens over de aarde gaan om zich in vrije wil tot “goden” te vormen, welke Ik Me niet kon scheppen. Integendeel, de vrije wil van de mens moest dit zelf tot stand brengen. En weer moet Ik het beklemtonen, dat alleen een leven in liefde nodig was, dat die wezens als mens alle goddelijke vermogens in zich konden ontwikkelen en dat ook ieder mens dit kan volbrengen, wanneer hij serieus naar de hoogste volmaaktheid streeft, wat ook Mijn Woorden bewijzen: “U moet volmaakt worden, zoals uw Vader in de hemel volmaakt is.” Dus kan deze hoge graad van rijpheid ook worden bereikt door mensen, die van hun oerschuld werden verlost door Jezus Christus.

Maar is een mens een belichaamd lichtwezen, dat niet met deze oerschuld is belast, dan kan hem deze vergoddelijking pas werkelijk op aarde gelukken en hij zal ook in zijn hoge zielerijpheid het werk van Jezus en Zijn bijzondere missie inzien. Doch hij zal steeds alleen proberen de mensen aan te sporen, eveneens de hoogste volmaaktheid na te streven. Maar van de last van de oerzonde zal ook zo’n hoge geest de mensen niet kunnen bevrijden, omdat dit alleen het verlossingswerk van Jezus heeft volbracht.

Een “vervangende” boete kan hij alleen doen voor die zonden, die de mens als zodanig heeft begaan, wanneer zijn liefde buitengewoon sterk is en hij de medemens wil helpen. Maar voor de oerzonde heeft alleen één Mens deze genoegdoening volbracht: Jezus, de Eniggeboren Zoon Gods, in Wie God Zelf Mens werd, omdat de Liefde deze schuld teniet deed en Ik Zelf de Liefde ben. Ook de hoogste lichtwezens erkennen in het geestelijke rijk Mij in Jezus, Die ook voor deze wezens tot een zichtbare God werd in Jezus.

En deze Menswording van Mij in Jezus is het verschil tussen Hem en hoge rijp geworden geesten. En deze Menswording moet worden erkend door ieder wezen, dat eens begeert Mij te zien, daar anders ook de hoogste lichtwezens Mij nooit zouden kunnen aanschouwen van aangezicht tot Aangezicht en daarin de hoogste gelukzaligheid bestaat.

Dus kan met recht worden gezegd: Zonder Jezus Christus kan geen mens zalig worden. En het uiteindelijke doel zal steeds blijven, een totale samensmelting met Mij. Doch ieder wezen blijft zich bewust van zichzelf. Maar Jezus is geheel in Mij opgenomen. Hij en Ik is Eén, wat u echter pas volledig zult begrijpen, wanneer u zelf het lichtrijk bent binnengegaan.

Amen

Antwort auf Frage über "Jogis"....

Niemals werdet ihr Mich vergeblich bitten, wenn ihr in geistiger Not zu Mir kommet.... und in geistiger Not seid ihr, wenn euch Fragen bewegen, die ihr selbst euch nicht beantworten könnet, und wenn Antworten von euch gefordert werden, die ihr als Meine Boten auf Erden tätig seid. Doch es gibt keine Frage, die Ich euch nicht beantworten könnte, denn es gibt kein anderes Wesen als Mich, Das um alles weiß und euch darum also auch entsprechend belehren kann. Doch es gehört auch ein bestimmter Reifegrad dazu, das zu fassen, was Ich euch erklären will, denn ihr müsset dazu auch schon ein kleines geistiges Wissen besitzen.... ihr müsset Kenntnis haben von dem Anlaß und Zweck eures Seins als Mensch auf dieser Erde. Also es müssen euch die ersten Erkenntnisse schon zugegangen sein, dann werdet ihr auch das Weitere verstehen.

Ihr wisset, daß zu jeder Zeit auch Lichtwesen über die Erde gehen, nicht-gefallene Wesen, die immer eine Mission zu erfüllen haben: ihren Mitmenschen Kenntnis zu geben von einem Gott und Schöpfer und ihnen Dessen Willen zu künden. Denn es ist überall auf der Erde das gleiche, daß die Menschen wohl eine Auffassung haben auf geistigem Gebiet, daß sie aber selten in der Wahrheit wandeln und immer Menschensatzungen befolgen werden aus einer gewissen Furcht heraus, die sie vor der ihnen bildlich dargestellten Macht haben. Es wird ihnen selten reine Wahrheit gelehrt, denn der Irrtum hat überall auf der Erde die Übermacht. Und darum werden auch überall unter den Menschen geistige Größen erstehen.... Menschen, die von Mir aus die Aufgabe haben, ihren Mitmenschen den Glauben an einen Gott zu vermitteln und ihnen auch Meinen Willen zu künden, so daß ein jeder Mensch den Lebenswandel führen kann, der ihm zum Ausreifen seiner Seele verhilft. Und je primitiver die Menschen sind, desto stärkere Lichtwesen verkörpern sich mitten unter ihnen.

Diese Wesen gehen aber den Gang als Mensch über die Erde, und sie müssen sich auch erst zur Erkenntnis durchringen, sie müssen ein Leben in Liebe führen, denn die Liebe allein ist die Kraft, die sie benötigen, um ihren Mitmenschen rechte Führer zu sein. Es geht darum, ob Menschen ihre übernatürliche Kraft, die sie entfalten, um ungewöhnlich zu wirken, aus Mir empfangen oder von Meinem Gegner. Die Liebe garantiert ihnen die Kraftzufuhr aus Mir, denn sowie sie in der Liebe stehen, stehen sie auch in innigem Verband mit Mir und werden nun auch alles vollbringen können, was sie wollen. Sie können sich aber auch Kräfte von unten aneignen, sie werden genauso unterstützt von Meinem Gegner, der sie mit Kraft versorgt, wenn sie nicht reine Liebegeister sind.... also von Mir ausgegangen, um ihre Mission zu erfüllen auf Erden.

Ist aber nun die Liebe in ihnen, dann sind sie auch erleuchteten Geistes, sie erkennen den Notzustand ihrer Mitmenschen, sie wissen aber auch um alle Zusammenhänge des Menschen und der Gesamtschöpfung mit Mir, dem Gott und Schöpfer von Ewigkeit. Sie können nun sich Dessen Kraft zu eigen machen, und Ich werde sie ihnen nicht vorenthalten, weil Ich das ernste Streben dieser Menschen nach Vollkommenheit ersehe und weil sie selbst nicht mehr unter dem Druck der Ursünde stehen, also auch von Mir aus keine Machtbeschränkung zu befürchten haben. Sie selbst brauchen also.... als schon zum Licht gelangte Wesen.... die Erlösung durch Jesus nicht. Doch alle ihre Mitmenschen brauchen sie, und ihnen müssen sie auch Kenntnis geben von Dem, in Dem Ich Selbst Mensch geworden bin, um für die Urschuld aller Wesen Sühne zu leisten. Diese Kenntnis mangelt ihnen nicht, doch sie selbst breiten als Vertreter anderer Religionen einen Schleier über eines der wichtigsten Probleme, sie klären ihre Mitmenschen nicht auf, weil sie diese Ausnahmestellung Jesu nicht anerkennen wollen. Sie betrachten Ihn als einen der ihrigen, nicht aber als Den, Der für die Ewige Gottheit Selbst die Außenhülle gewesen ist und Der als Herr und Gott allen Wesen sichtbar sein und bleiben wird bis in alle Ewigkeit.

Es ist dies kaum zu verstehen, daß Menschen, die in inniger Verbindung stehen mit ihrem Gott und Schöpfer, sich diesem Problem verschließen.... daß sie auf Erden und auch dann vom geistigen Reich aus unzählige Menschen belehren und sich immer als hohe und höchste Wesen vorstellen und doch nicht den Einen herausstellen, Der wirklich und wahrhaftig Gott ist: "Jesus". Diese Lichtgeister sind wohl auch einstens durch die Tiefe gegangen, sie haben Mich erkannt und anerkannt und die Willensprobe bestanden, aber sie haben doch nicht den höchsten Grad der Gotteskindschaft erreicht. Diese erfordert völliges Eingehen in Meinen Willen, und völlige Unterstellen unter Jesus.... Der Gott ist und bleibt bis in alle Ewigkeit.... unterlassen sie.

Sie sind auf Erden wohl zur höchsten Reife gelangt, sie haben Meine Kraft in Anspruch genommen (Obgleich sie nun auf Erden einstens Meine Kraft in Anspruch nehmen) und mit Meiner Kraft gewirkt und Wunder vollbringen können, doch für sie ist das Kreuzesopfer Jesu nicht das Entscheidende gewesen und sie haben daher auch Jesus ihren Mitmenschen immer nur als einen höchst vollkommenen Menschen dargestellt, als einen Meister gleich vielen der ihrigen.... nicht aber als den Einen, in Dem Ich Selbst in ganzer Fülle gewesen bin und gewirkt habe, in Dem Ich Selbst die Sündenschuld tilgte durch den Tod am Kreuz. Wer aber von jenen hohen geistigen Führern auf Erden den Erlöser Jesus Christus erkannte und anerkannte, der hat auch seine Mitmenschen zum Glauben daran zu führen gesucht. Und so werden auch viele dieser Menschen, die eine völlig andere Religion besitzen, im Jenseits erst zu Jesus finden und nun erst von der Ursünde frei werden, denn diese Schuld kann von keinem Mitmenschen stellvertretend gesühnt werden. Die Urschuld kann nur von Jesus Christus.... von Gott Selbst.... getilgt werden, und darum muß Er auch anerkannt werden als göttlicher Erlöser, und keiner wird je die Seligkeit erlangen, der nicht zuvor von seiner Urschuld befreit ist, was nur der Eine kann: Jesus Christus, Der die Hülle der Ewigen Gottheit Selbst gewesen ist.

Es gibt wohl viele heiligmäßig lebende Menschen, die auf Erden die höchste Vollendung zu erreichen suchen. Und doch ist ein Unterschied zwischen jenen und Jesus.... denn Dieser wußte von Ewigkeit um Seine Mission, Er wußte auch um den qualvollen Tod, den Er erleiden mußte.... Er wußte aber auch um die Ursünde, die alle Menschen belastete. Um diese Ursünde zu tilgen, stieg Seine Seele herab zur Erde und legte den Weg als Mensch zurück. Und Er forderte alle Menschen zur Nachfolge auf, Er schlug die Brücke über die weite Kluft, die alle anderen Menschen nun betreten konnten, weil zuvor keine Möglichkeit bestand, aus dem Reiche der Finsternis in das Reich des Lichtes zu gelangen. Die Lichtwesen, die zuvor als Propheten zur Erde gesandt wurden, kündigten Ihn an, den Messias, Der den Menschen das Heil bringen sollte. Und erst die rechte Nachfolge trug den Menschen wieder die Vollendung ein.... das Erreichen des Urzustandes. Es wurde durch die Propheten zuvor und durch Jesus Selbst den Menschen der Wille Gottes kundgetan, um den sie nicht mehr wußten als Folge der Ursünde, von der sie belastet waren. Die Menschen nun, die von der Ursünde belastet waren, sind auch niemals fähig gewesen, auf Erden einen hohen Reifegrad zu erreichen, denn ihr Wille war völlig geschwächt. Die nun aber ungewöhnlich wirkten auf Erden, die höchste geistige Fähigkeiten entwickelten und für ihre Mitmenschen schon vollendete Meister waren, hätten diese Höhe niemals erreichen können, wenn auch sie unter dem Banne der Ursünde gestanden hätten.

Sie aber waren aus der Höhe herabgestiegen, um den Menschen zu helfen. Sie waren keine gefallenen Urgeister, sondern Mir treu verblieben.... können aber jederzeit gleichfalls über die Erde gehen, um sich im freien Willen zu "Göttern" zu gestalten.... die Ich Mir nicht schaffen konnte, sondern der freie Wille des Menschen selbst dies zuwege bringen mußte. Und wieder muß Ich es betonen, daß nur ein Leben in Liebe nötig war, daß jene Wesen als Mensch alle göttlichen Fähigkeiten in sich entwickeln konnten und daß auch jeder Mensch dies vollbringen kann, wenn er ernsthaft nach der höchsten Vollendung strebt, was auch Meine Worte beweisen: "Ihr sollet vollkommen werden, wie euer Vater im Himmel vollkommen ist." Also kann dieser hohe Reifegrad auch von Menschen erreicht werden, die von ihrer Urschuld erlöst wurden durch Jesus Christus.

Ist aber ein Mensch ein verkörpertes Lichtwesen, das nicht mit dieser Urschuld belastet ist, dann kann ihm erst recht diese Vergöttlichung auf Erden gelingen, und er wird auch in seiner hohen Seelenreife das Werk Jesu und Seine besondere Mission erkennen, aber er wird immer nur die Menschen anzuregen suchen, ebenfalls die höchste Vollendung anzustreben. Doch von der Last der Ursünde wird auch ein solcher hoher Geist die Menschen nicht befreien können, weil dies allein das Erlösungswerk Jesu vollbracht hat.

Eine "vertretende" Sühne kann er nur leisten für die Sünden, die der Mensch als solcher begangen hat, wenn seine Liebe überstark ist und er den Mitmenschen helfen will. Doch für die Ursünde hat nur ein Mensch diese Sühne geleistet: Jesus, der eingeborene Sohn Gottes, in Dem Gott Selbst Mensch wurde, weil die Liebe diese Schuld tilgte und die Liebe Ich Selbst bin. Auch die höchsten Lichtwesen erkennen im geistigen Reich Mich in Jesus an, Der Ich auch für diese Wesen zum schaubaren Gott wurde in Jesus.

Und diese Meine Menschwerdung in Jesus ist der Unterschied zwischen Ihm und hohen, ausgereiften Geistern, und diese Menschwerdung muß anerkennt werden von jedem Wesen, das einmal Mich zu schauen begehrt, ansonsten auch die höchsten Lichtwesen niemals Mich schauen könnten von Angesicht zu Angesicht und darin die höchste Seligkeit besteht.

Also kann mit Recht gesagt werden: Ohne Jesus Christus kann kein Mensch selig werden, und letztes Ziel wird immer bleiben die restlose Verschmelzung mit Mir.... doch jedes Wesen bleibt sich seiner selbst bewußt. Jesus aber ist völlig in Mich eingegangen.... Er und Ich ist eins.... was ihr aber erst voll verstehen werdet, wenn ihr selbst in das Lichtreich eingegangen seid....

Amen