• Terug

De band met God - Noden en lijden

En wanneer het u lukt u in gedachten innig met Mij te verbinden, dat u vurig naar Mij verlangt vanuit een hart vol liefde, dan ben Ik ook bij u aanwezig, want de liefde in u trekt Mij geweldig aan en liefde kan Ik nooit weerstaan. Maar mijn tegenwoordigheid verzekert u steeds toevoer van kracht, die wel alleen de ziel bemerkt, maar zij wordt rijper en steeds volmaakter omdat Ik haar dan ook niet meer loslaat. Dan hebt u uw vrije wil bewezen weer bij Mij te horen, dan hebt u de wilsproef doorstaan waarvoor u de gang als mens over de aarde gaat.

Weinig mensen houden zich echter in gedachten met Mij bezig, en zo ja, dan alleen op vastgestelde tijden. En het wordt dan steeds slechts een uiterlijke formaliteit vanuit een gebeuren dat diep innerlijk moet zijn om een geestelijk resultaat op te leveren. Slechts weinig mensen denken op een dag vaak aan Diegene die hun God en Schepper is en die als Vader door hen gezien en aangeroepen wil worden. De wereld met al haar verplichtingen laat de mensen bijna geen tijd meer tot innerlijke beschouwing, hun gedachten zijn helemaal in beslag genomen door aardse aangelegenheden en zorgen, en geestelijke gedachten schakelen ze volledig uit, ze als nutteloos en waardeloos beschouwend, om welke reden ze ook nooit iets kunnen bemerken van goddelijke zegen die op hun dagelijkse bezigheden rust. Alleen wanneer zorgen op hen drukken komt soms een gedachte in hen op aan die Ene die machtig is en helpen kan en dan is het al een groot gewin wanneer ze zich tot die Ene wenden met een stil verzoek, want dan moeten ze de band met Mij tot stand brengen zodra ze maar een gebed in geest en in waarheid naar Mij opzenden. Maar zijn het slechts lege lipgebeden, dan bereiken ze mijn oor niet, want het innige contact ontbreekt, dat hun ook de vervulling van hun verzoek verzekert. En nochtans zijn lijden en noden de enige middelen om de gedachten van de mensen op Mij te richten. Noden en lijden kunnen hen tot momenten van innerlijke band met Mij brengen en ze zullen dan steeds een voordeel voor hun ziel behalen omdat geen band zonder toevloed van kracht zal blijven en het toestromen van kracht steeds een geestelijke uitwerking zal hebben.

Gelukkig zijn die mensen te noemen, die geregeld hun gedachten naar Mij doen uitgaan, die daartoe niet eerst door nood en leed gedreven hoeven te worden doch veeleer hun liefde ze ertoe aanzet zich met Mij te verbinden, die de ware troost en het ware geluk alleen in het hart, in de nauwe band met Mij vinden. Zalig die zich van de wereld al zo ver hebben losgemaakt dat ze tijd vinden voor geestelijke gedachten, dat ze met Mij van gedachten wisselen omdat het hen aanspoort met Mij in contact te komen. Want dezen trek Ik zelf ook onophoudelijk aan en het rijp worden van hun ziel is gewaarborgd. De scheiding tussen de wezens en Mij, die ze zelf eens in vrije wil voltrokken, is nu opgeheven door de vrijwillige band met Mij die elke innige gedachte, elk gebed en elk werk van liefde bewijst, want nu heeft het wezen als mens zich opnieuw omgevormd tot zijn oertoestand die ook de innigste band met Mij betekende. En Ik probeer alles om in de mensen het verlangen naar de band met Mij tot leven te wekken. Ik kruis zelf het pad van ieder mens of Ik verhoor de hulproep van diegenen die in nood komen om Mij zelf en mijn liefde voor hen te bewijzen. Ik kom zelf met mijn liefde ieder mens tegemoet, maar Ik kan hem niet dwingen ze aan te nemen. In volledig vrije wil moeten ze de terugkeer naar Mij voltrekken en in volledig vrije wil Mij vragen om kracht en liefde (licht) en mijn aanwezigheid. Maar dan ga Ik nooit meer van hen weg. Dan is hun gang over de aarde waarlijk niet tevergeefs en voortdurend zal mijn kracht naar hen toestromen opdat de ziel al op aarde een graad van rijpheid bereikt die haar een gelukzalig leven in het geestelijke rijk waarborgt. En het is waarlijk gemakkelijk zich de zekerheid te verschaffen over een gelukzalig lot na de dood, want de innige band met Mij is de juiste verhouding die Ik van mijn kind met Mij tot stand wil hebben gebracht en een Vader zal altijd Zijn kind gelukkig willen maken. Hij zal het voortdurend geven wat het tekort komt en dus zal Hij ook de ziel datgene bezorgen wat ze nodig heeft om geheel rijp te worden: licht en kracht en genade. Alleen moet ook het contact tot stand worden gebracht dat een overvloeien van de stroom van mijn licht en genade waarborgt. Dan bereikt de mens zeker zijn doel op aarde, hij verwerft het eeuwige leven in alle gelukzaligheid.

Amen

Bindung mit Gott.... Nöte und Leiden....

Und wenn es euch gelingt, euch Mir innig zu verbinden in Gedanken, daß ihr Mich ersehnet aus liebendem Herzen, dann bin Ich euch auch gegenwärtig, denn die Liebe in euch zieht Mich gewaltig an, und der Liebe versage Ich Mich niemals. Meine Gegenwart aber sichert euch immer Zufuhr von Kraft, die wohl nur die Seele spürt, sie aber reifet und stets vollkommener wird, weil Ich sie dann auch nicht mehr auslasse. Dann habet ihr euren freien Willen bezeugt, Mir wieder anzugehören, dann habt ihr die Willensprobe bestanden, zwecks derer ihr den Gang als Mensch über die Erde gehet. Wenige Menschen jedoch befassen sich gedanklich mit Mir, und wenn, dann nur zu bestimmten Zeiten, und es wird dann immer nur eine äußere Form aus einem Vorgang, der tief innerlich sein muß, um einen geistigen Erfolg zu bringen. Wenige Menschen nur gedenken oft des Tages Dessen, Der ihr Gott und Schöpfer ist und Der als Vater von ihnen erkannt und angerufen werden will.... Die Welt mit allen ihren Anforderungen läßt den Menschen fast keine Zeit mehr zur inneren Betrachtung, ihre Gedanken sind ausgefüllt mit irdischen Angelegenheiten und Sorgen, und geistige Gedanken schalten sie völlig aus, sie als nutzlos und ohne Wert betrachtend, weshalb sie auch niemals etwas spüren können von göttlichem Segen, der auf ihrem täglichen Tun ruht.... Nur wenn Sorgen sie bedrücken, kommt in ihnen zuweilen ein Gedanke auf an den Einen, Der mächtig ist und helfen kann, und dann ist es schon ein großer Gewinn, wenn sie sich an den Einen wenden mit einer stillen Bitte, denn dann müssen sie die Bindung mit Mir herstellen, sowie sie nur ein Gebet im Geist und in der Wahrheit zu Mir emporsenden. Sind es aber nur leere Lippengebete, dann erreichen sie nicht Mein Ohr, denn der innige Kontakt fehlt, der ihnen auch die Erfüllung ihrer Bitte sichert. Und dennoch sind Leiden und Nöte die einzigen Mittel, der Menschen Gedanken Mir zuzuwenden, Nöte und Leiden können sie zu Stunden innerer Bindung mit Mir veranlassen, und sie werden dann immer einen Vorteil für ihre Seele beziehen, weil keine Bindung ohne Kraftzustrom bleiben wird und der Kraftzustrom sich immer geistig auswirken wird. Selig sind die Menschen zu nennen, die öfters ihre Gedanken zu Mir erheben, die nicht erst durch Not und Leid dazu gedrängt zu werden brauchen, sondern deren Liebe sie dazu treibt, sich Mir zu verbinden, die den wahren Trost und das wahre Glück im Herzen nur finden in der engen Bindung mit Mir.... selig, die sich von der Welt schon so weit gelöst haben, daß sie Zeit finden für geistige Gedanken, daß sie sich mit Mir austauschen, weil es sie drängt, in Kontakt mit Mir zu treten.... Denn diese ziehe Ich Selbst auch unaufhörlich, und das Ausreifen ihrer Seelen ist gesichert. Die Trennung zwischen den Wesen und Mir, die sie selbst im freien Willen einstens vollzogen, ist nun aufgehoben durch die freiwillige Bindung mit Mir, die jeder innige Gedanke, jedes Gebet und jedes Liebewerk beweiset.... denn nun hat sich das Wesen als Mensch wieder zurückgewandelt in seinen Urzustand, der auch innigste Bindung mit Mir bedeutete.... Und Ich versuche alles, um in den Menschen das Verlangen nach der Bindung mit Mir zu erwecken, Ich trete jedem Menschen Selbst in den Weg, oder Ich erhöre die Notrufe derer, die in Leid geraten, um Mich Selbst und Meine Liebe ihnen zu beweisen.... Ich komme Selbst mit Meiner Liebe einem jeden Menschen entgegen, aber Ich kann ihn nicht zwingen, sie anzunehmen.... In völlig freiem Willen müssen sie die Rückkehr zu Mir vollziehen und in völlig freiem Willen von Mir Kraft und Liebe (Licht) und Meine Gegenwart erbitten.... Dann aber gehe Ich nimmermehr von ihnen. Dann ist ihr Erdengang wahrlich nicht vergeblich, denn ständig wird ihnen Meine Kraft zufließen, daß die Seele auf Erden schon einen Reifegrad erreicht, der ihr ein seliges Leben im geistigen Reich sichert. Und es ist wahrlich leicht, sich die Gewißheit zu verschaffen an ein seliges Los nach dem Tode, denn die innige Bindung mit Mir ist das rechte Verhältnis, das Ich von Meinem Kind zu Mir hergestellt haben will, und ein Vater wird immer sein Kind beglücken wollen.... Er wird ihm ständig geben, was ihm mangelt, und also wird Er auch der Seele das vermitteln, was sie benötigt zum Ausreifen: Licht und Kraft und Gnade.... Nur muß auch der Kontakt hergestellt werden, der ein Überfließen Meines Licht- und Gnadenstromes gewährleistet. Dann erreichet der Mensch sicher sein Ziel auf Erden.... er erwirbt sich das ewige Leben in aller Glückseligkeit....

Amen