• Terug

Meer vertalingen:

Veel voorkomende vraag: Waarom liet de God van liefde een mens zo lijden?

U mensen zult u niet de uitwerking van uw oerzonde kunnen voorstellen, wanneer ze niet zou hebben kunnen worden uitgewist. Steeds weer zeg Ik het ook, dat u slechts in staat bent iets te begrijpen wat beperkt is, maar dat de uitwerking van zo'n oerzonde zonder beperking zou zijn, omdat mijn wetten eeuwig niet omver kunnen worden geworpen. En een zonde die tegen Mij werd begaan, die zo groot en zwaar was als de afval van Mij tegen beter weten in, moest volgens goddelijke gerechtigheid een net zo ontzettend gevolg hebben, die voor de wezens bestond uit een eeuwig onheil, uit een staat van eeuwige kwellingen en duisternis.

Dus ontelbare wezens zou deze toestand te wachten staan, omdat mijn gerechtigheid niet eenvoudigweg een schuld kon schrappen die niet verzoend was. Maar deze wezens waren zelf niet in staat hiervoor boete te doen, de schuld goed te maken, want het ging er niet alleen om dat die wezens een mate van straf ondergingen en daarmee de zondenschuld zou zijn uitgewist geweest, het ging er veeleer om dat deze wezens gezondigd hadden tegen de Liefde zelf en dat een zich reinigen van de schuld daarom weer alleen uit een werk van liefde kon bestaan.

Het ging erom dat die wezens de liefde in zich moesten laten ontbranden, ze dan de grootte van hun schuld moesten inzien en in innige liefde Mij moesten aanroepen om vergeving. Maar daartoe waren de gevallen wezens niet meer in staat, want ze waren geheel zonder enige liefde. En deze onmetelijke schuld aflossen konden ze evenmin, omdat ze, als volledig verhard, hun zelfbewustzijn hadden verloren en er dus geen bewuste verbinding meer met Mij bestond. Iets wat geschapen was om te leven had de dood gezocht en was niet in staat uit eigen kracht naar Mij terug te keren.

Nu kon Ik dit dode vanuit mijn liefde, wijsheid en kracht wel weer opwekken tot een geringe mate van leven, maar de oerzonde bleef bestaan, die het wezen eindeloos ver van Mij verwijderd hield. En voordat deze schuld teniet was gedaan, bestond er geen totale terugkeer naar Mij. En wederom was geen der gevallen wezens daartoe in staat, omdat ze geheel zonder liefde waren. Dit alles voorzag Ik sinds eeuwigheid en Ik zou toch niet de afval van de wezens van Mij hebben kunnen verhinderen, wilde Ik hen de vrijheid van wil niet afnemen. Maar Ik voorzag ook sinds eeuwigheid een weg waarover deze gevallen wezens naar Mij konden terugkeren en Ik ontwierp een plan om ze terug te voeren en realiseerde dit ook.

En aan de uitvoering van het heilsplan van eeuwigheid nemen alle bij Mij gebleven wezens deel, die daarin hun gelukzaligheid vinden. Deze zijn voortdurend door mijn liefde doorstraald en in het volledige bezit van licht en kracht. En hun liefde drijft hen onophoudelijk ertoe hulp te verlenen aan het gevallen geestelijke, dat door de met het doel van de terugvoering ontstane scheppingswerken heen gaat. Hun liefde spoort hen zelfs aan scheppend en vormend bezig te zijn, om vormen te creëren voor het gevallen geestelijke, dat de weg door de schepping gaat. En zo bereikt dit ook de graad van rijpheid, waarin het opnieuw vrij kan beslissen. En toch is de grote oerschuld van hen niet goed gemaakt en kan ook eeuwig niet worden goedgemaakt, omdat die wezens zonder liefde zijn, die ze eens vrijwillig weggaven. En daarom bood zich een lichtwezen aan om deze schuld vrijwillig te delgen, omdat het vol van liefde was en de liefde alles op zich neemt om gelukkig te maken en te helpen waar ze ellende en leed ziet.

Zou u mensen nu de grootte van de oerschuld kunnen overzien, dan zou u ook begrijpen waarom voor het teniet doen van die schuld een mate van lijden moest worden verdragen die ver boven de menselijke kracht uitging. Die ook nooit een mens zou hebben kunnen verdragen wanneer de liefde hem niet de kracht zou hebben geschonken, want de liefde is kracht en alleen de liefde verdroeg deze pijnen en smarten, dit lijden, dat de mens Jezus vrijwillig op zich had genomen.

Hij was van alles op de hoogte en dus ook van de hopeloosheid en wanhoop van het gevallene om ooit tot God en de gelukzaligheid terug te kunnen keren wanneer de schuld niet werd goedgemaakt. Hij bood zich als lichtgeest aan om het verlossingswerk te volbrengen, want als lichtwezen kon Hij in Zijn volle omvang beseffen wat Hem te wachten stond, maar de liefde was groter dan het lot dat Hij als mens tegemoet ging. Want het lichtwezen wist zich voortdurend met Mij verbonden en het wist ook dat het door Mij voortdurend van kracht zou worden voorzien, omdat liefde mijn oerwezen is en Ik dus met mijn oerwezen in de mens Jezus ben geweest. Wel droeg de "mens" Jezus een onvoorstelbare mate van lijden en smarten, maar tegenover de grootte van de oerschuld van de ontelbare wezens was zo'n overmaat van lijden nodig om voor mijn gerechtigheid genoegdoening te bieden waar niet omheen kon worden gegaan - Ik anders uit erbarmen de schuld zou hebben doorgestreept uit overgrote liefde.

De ongelukkige staat van de gevallen wezens was een eeuwigdurende toestand zonder de daad van het verzoeningsoffer. Maar al het lijden van Jezus was van tijdelijke aard en Jezus bood Mij dit offer gaarne aan, omdat Hij daarmee de hele wereld verloste van de oerschuld, ofschoon het tijdstip van zijn verlossing ieder wezen zelf bepaalt door zijn wil. Jezus is de dood aan het kruis gestorven voor alle mensen uit het verleden, de tegenwoordige tijd en de toekomst en Zijn onmetelijk lijden heeft alle gevallen wezens de vergeving van hun oerschuld opgeleverd. Ieder wezen kan nu de weg betreden die terugvoert naar Mij, door Zijn overgrote liefde is ook weer de mogelijkheid gegeven dat de mensen zelf de liefde in zich ontsteken, dat ze hun wezen veranderen en de vereniging met Mij kan plaatsvinden, die zonder de delging van de oerschuld onmogelijk was.

Amen

Vertaler

Pergunta frequente: Porque é que o Deus do amor deixou um ser humano sofrer desta maneira?....

Os humanos não podem imaginar o efeito do vosso pecado original se este não pudesse ter sido erradicado.... Uma e outra vez também digo que só se consegue compreender coisas limitadas, mas que o efeito do pecado original seria ilimitado porque as Minhas leis não podem ser anuladas para sempre. E um pecado cometido contra Mim, que foi tão grande e grave como a apostasia de Mim contra um melhor conhecimento, teve de resultar numa consequência igualmente terrível segundo a justiça divina, que consistiu na infelicidade eterna para aqueles seres.... num estado de eterno tormento e escuridão.... Assim, inúmeros seres teriam de suportar este estado porque a Minha justiça não poderia simplesmente cancelar uma culpa pela qual não estava atenta. Mas estes seres não podiam fazer eles próprios a expiação, pois não se tratava apenas de seres que suportam uma medida de castigo e, portanto, a culpa do pecado teria sido redimida.... mas tratava-se do facto de que estes seres tinham pecado contra o próprio amor e que uma expiação da culpa só poderia, portanto, consistir numa obra de amor novamente.... Tratava-se do facto de que os seres tinham de acender amor dentro de si próprios, depois tinham de reconhecer a magnitude da sua culpa e apelar a Mim no amor sincero pelo perdão.... Mas os seres caídos já não eram capazes de o fazer porque eram completamente desprovidos de amor.... E eram igualmente incapazes de pagar esta imensa culpa porque, sendo completamente endurecidos, tinham perdido a sua autoconsciência e, portanto, já não existia qualquer ligação consciente comigo. Algo criado para a vida tinha chegado à morte e era incapaz de regressar a Mim com as suas próprias forças. Agora consegui, de facto, despertar novamente este ser morto para uma vida fraca por amor, sabedoria e força.... mas o grande pecado original permaneceu, o que manteve o ser infinitamente distante de Mim, e até esta culpa ser redimida não houve um regresso completo a Mim. E mais uma vez, nenhum dos seres caídos foi capaz de o fazer porque estavam inteiramente sem amor.... Previ tudo isto desde a eternidade e no entanto não teria sido capaz de impedir a apostasia dos seres de Mim se não quisesse tirar-lhes a sua liberdade de vontade.... Mas também previ desde a eternidade uma forma de regresso destes seres caídos a Mim, e concebi um plano de regresso e levei-o a cabo.... E na implementação do plano de Salvação desde a eternidade todos os seres que permanecem comigo tomam parte e encontram nele a sua bem-aventurança.... Estes são constantemente permeados pelo Meu amor e em plena posse de luz e força.... E o seu amor impele-os incessantemente a ajudar o espiritual caído que passa através das obras da criação ressuscitada para efeitos de repatriamento.... O seu amor leva-os eles próprios a serem activos na criação e na moldagem, a fim de criar formas para o espiritual caído que percorre o caminho através da criação. E assim também atinge o grau de maturidade onde pode novamente decidir livremente. E no entanto, o seu grande pecado original não foi redimido e também não pôde ser redimido eternamente, porque os seres estão sem o amor que outrora deram voluntariamente. E por isso um ser de luz ofereceu-se voluntariamente para redimir esta dívida porque estava cheio de amor e o amor leva tudo sobre si para fazer feliz e ajudar onde vê miséria e sofrimento. Se vocês, humanos, pudessem agora medir a magnitude do pecado original, então também compreenderiam por que razão foi necessário suportar um grau de sofrimento para redimir esta culpa que excedeu em muito a força humana.... que um "ser humano" nunca teria sido capaz de suportar se o amor não Lhe tivesse dado a força, pois o amor é força e só o amor suportou esta dor e sofrimento que o homem Jesus assumiu voluntariamente sobre si próprio. Ele sabia de tudo e, portanto, também da desesperança da pessoa caída de alguma vez poder voltar a Deus e à beatitude se a culpa não fosse redimida.... Ofereceu-se como espírito de luz para realizar o acto de Salvação, pois como ser de luz foi capaz de avaliar o que lhe estava reservado, mas o seu amor era maior do que o destino que enfrentou como ser humano.... Pois o ser de luz sabia que estava constantemente unido a Mim e também sabia que seria constantemente abastecido de força por Mim, porque o amor é a Minha natureza fundamental e por isso tinha estado com a Minha natureza fundamental no ser humano Jesus.... O "ser humano" Jesus suportou certamente uma quantidade inconcebível de sofrimento e dor, no entanto, tendo em conta a magnitude do pecado original de inúmeros seres, tal excesso de sofrimento foi necessário para fazer expiação pela Minha justiça, que não pôde ser contornada.... caso contrário, teria cancelado a culpa por misericórdia, por amor excessivo. O estado miserável dos seres caídos era um estado de eternidade sem o acto de expiação.... O sofrimento de Jesus, porém, foi limitado no tempo, e Jesus ofereceu-me de bom grado o sacrifício porque assim redimiu o mundo inteiro do pecado original, ainda que cada ser determine o tempo da sua redenção por si mesmo através da sua vontade. Jesus morreu na cruz por todas as pessoas do passado, presente e futuro, e o Seu imenso sofrimento trouxe o perdão do seu pecado original a todos os seres caídos. O caminho de retorno a Mim tornou-se viável para cada ser, através do Seu maior que grande amor foi também dada novamente a possibilidade de as pessoas acenderem amor dentro de si mesmas, de mudarem a sua natureza e de realizarem a unificação comigo, o que era impossível sem a redenção do pecado original...._>Ámen

Vertaler