Het grootste bewijs van het geestelijke dieptepunt van de mensen is de liefdeloosheid, die overal onder de mensen te zien is. De eigenliefde is steeds sterker geworden en de onbaatzuchtige naastenliefde wordt door bijna niemand meer beoefend en daarom moet het op aarde ook een niet geestelijke staat zijn, een staat van het werkzaam zijn van slechte krachten, waarin steeds de tegenstander van God de opperheerschappij heeft en de mensen hem ter wille zijn. De geestelijke duisternis wordt steeds dieper, lichtstralen zijn maar zelden te zien en vaak worden ze zelfs voorgespiegeld als schijnlichten die geen uitstraling hebben. De tijd van het einde is kennelijk gekomen wanneer de graad van liefde van de mensen als criterium wordt genomen.
Er is een duidelijke teruggang te melden, de mensen zijn hecht met de materie verbonden; voor hen gelden slechts het lichaam en zijn welbevinden, aardse successen en vermeerdering van aardse goederen. Dat hun zielen in aardse nood zijn geloven ze niet, omdat ze niet aan een voortleven van de ziel geloven, vaak zelfs een ziel in zichzelf loochenen. En ze kunnen niet gedwongen worden anders te denken, hun vrije wil moet geëerbiedigd worden, maar daaraan beantwoordend scheppen ze zich ook zelf hun lot na hun dood. En wie de gebeurtenissen in de wereld, in zijn naaste omgeving beziet, weet ook dat deze toestand niet eeuwig duren kan, omdat hij van dag tot dag verslechtert, omdat de hang naar de materie steeds groter wordt, omdat geen enkel geestelijk streven kan worden geconstateerd en omdat elke toestand eens ten einde is wanneer hij niet overeenstemt met de goddelijke ordening.
De mensen dienen elkaar niet meer, veeleer wil ieder heersen en slechts bediend worden, ieder eist van de ander wat hem genoegen verschaft maar niemand is bereid ook voor de ander hetzelfde te doen. De liefde ontbreekt, de harten van de mensen zijn verhard en steeds zijn het er maar weinige die in geval van nood bereid zijn te helpen. En dit is de kleine kudde, want waar eenmaal de wil tot liefde werkzaam is, wordt ook de verbinding tot stand gebracht met de eeuwige Liefde. En Deze laat nu de mens niet meer los die vrijwillig werken van liefde verricht.
U mensen bent niet op de hoogte van de zegen van een werkzaam zijn in liefde. U weet niet hoeveel makkelijker u door het aardse leven zou kunnen gaan, wanneer u maar de liefde wilde beoefenen en daardoor steeds meer ontvangt voor uw ziel, maar ook aards zult ontvangen wat u nodig hebt. Maar de liefdeloze mensheid mist dit weten. Iedereen denkt alleen maar aan zichzelf en iedereen haalt uit het leven wat hij maar kan. En hij denkt er niet aan dat hij niet op de hoogte is van het uur van zijn dood. Dat hij elk moment kan sterven en niets meeneemt in het rijk hierna van wat hij op aarde bezit, maar dat hij naakt en ellendig daarginds aankomt omdat hij niets bezit voor zijn ziel die hij op aarde gebrek liet lijden, maar dat zij nu het enige is wat is overgebleven en nu in bitterste armoede het geestelijke rijk binnengaat. En deze liefdeloze toestand kan de mensen niet het geringste geestelijke resultaat opleveren. Daar echter alleen met het doel het geestelijk geheel rijp worden van de ziel, deze als mens over de aarde gaat, maar het doel niet wordt nagekomen, moet er een ingrijpen met geweld van de kant van God volgen, een scherpe terechtwijzing en aanmaning, opdat nog enkele weinigen zich bezinnen op het doel van hun aardse leven en veranderen voor de laatste fase op deze aarde begint, die niet lang zal duren tot het einde.
Op het zachte toespreken van God door slagen van het noodlot, catastrofen en ongelukken van allerlei aard, op het woord Gods dat van boven weerklinkt, slaan de mensen geen acht. En daarom moeten ze luider worden aangesproken, en zalig hij die dit toespreken van God horen wil en het ter harte neemt. Want ook dan zullen er nog veel mensen zijn die Hem niet willen herkennen, wanneer Hij door de elementen van de natuur in enorme kracht tot hen zal spreken. Ook zij worden niet gedwongen maar kunnen in vrije wil kiezen. Maar ze zullen behoed zijn voor het ergste, voor de hernieuwde kluistering in de vaste materie als ze nog maar de weg naar God vinden en begaan, wanneer ze Hem nog erkennen en tot Hem roepen om erbarmen. Maar dan is ook het einde gekomen. Want de aarde vervult niet meer haar doel, ze wordt niet meer als plaats van rijpwording door het geestelijke gebruikt. Ze wordt alleen nog gebruikt voor het lichaam en ieder werpt zich op als heerser van de aardbol en richt zelf de grootste verwoestingen aan in het geloof alle wetten van de natuur te beheersen en dus ook ongestraft te kunnen experimenteren, wat dan ook tot de laatste vernietiging van de aarde zal leiden.
Maar de mensen zelf willen het zo en zo zal het ook gebeuren, zoals het verkondigd is in woord en geschrift: er zal een nieuwe hemel en een nieuwe aarde ontstaan en de goddelijke ordening zal worden hersteld, opdat het terugvoeren van het geestelijke naar God kan worden voortgezet zoals het in Zijn heilsplan is voorzien van eeuwigheid.
Amen
VertalerA maior evidência do baixo espiritual das pessoas é a falta de amor que é evidente em toda a parte entre as pessoas. O amor egoísta tem aumentado constantemente e quase já ninguém pratica o amor altruísta ao próximo, e por isso também deve haver um estado degenerado na terra, um estado de funcionamento das forças do mal, onde o adversário de Deus reina sempre supremo e as pessoas fazem o seu lance. A escuridão espiritual está a tornar-se cada vez mais profunda, os raios de luz só raramente são reconhecíveis, e muitas vezes são mesmo fingidos como luzes ofuscantes que não têm brilho.... O tempo do fim chegou obviamente quando a norma é aplicada ao grau de amor das pessoas.... Há um declínio visível, as pessoas estão firmemente apegadas à matéria, para elas só o corpo e o seu conforto, o sucesso terreno e o aumento dos bens terrenos contam. Não acreditam que as suas almas estão em extrema angústia porque não acreditam na sobrevivência da alma, muitas vezes até negam uma alma dentro de si mesmas. E não podem ser obrigados a pensar de forma diferente, o seu livre arbítrio deve ser respeitado, mas, consequentemente, também criam o seu próprio destino após a sua morte. E qualquer pessoa que preste atenção aos acontecimentos no mundo, nas suas imediações, também sabe que este estado não pode durar para sempre porque se agrava de dia para dia, porque a ganância pela matéria torna-se cada vez maior, porque nenhum esforço espiritual pode ser observado e porque cada estado chegará ao fim um dia se não corresponder à ordem divina. As pessoas já não se servem umas às outras mas cada uma quer governar e ser servida, cada uma exige da outra o que lhe agrada mas ninguém está disposto a fazer o mesmo à outra.... Falta amor, o coração das pessoas está endurecido e há sempre apenas alguns que estão dispostos a ajudar em caso de necessidade.... E este é o pequeno rebanho, por uma vez que a vontade de amar é activa, a ligação com o Amor Eterno também é estabelecida. E este amor não se separará mais da pessoa que realiza voluntariamente obras de amor. Vocês, humanos, não conhecem a bênção de uma actividade de amor.... não sabe como poderia passar mais facilmente pela vida terrena se apenas praticasse o amor e assim recebesse sempre mais pela sua alma, mas também recebesse terrenamente o que precisa. Mas à raça humana sem amor falta este conhecimento, todos só pensam em si, e todos extraem o que podem da vida e não consideram que não sabem a hora da sua morte, que podem partir a qualquer hora e não levam nada com ele para o reino do além, ele possui na terra, mas que aí chegará nu e miserável porque não tem nada para mostrar à sua alma, que deixou para morrer à fome na vida terrena, mas que é agora a única coisa que resta e que agora entrará no reino espiritual na miséria abjecta. E este estado humano sem amor não pode resultar no mais pequeno sucesso espiritual. Mas como a alma só vive na terra como um ser humano com o propósito de amadurecer espiritualmente, mas este propósito não é cumprido, uma intervenção poderosa da parte de Deus deve ter lugar, uma repreensão e admoestação afiada, para que alguns ainda reflictam sobre o seu propósito de vida terrena e de mudança antes do início da última fase nesta terra, que é apenas curta até ao fim. As pessoas não prestam atenção ao discurso silencioso de Deus através de golpes do destino, catástrofes e acidentes de todo o tipo, através da Palavra de Deus que soa de cima, e por isso têm de ser dirigidas mais alto, e bendito é aquele que quer ouvir este discurso de Deus e o leva a peito, pois mesmo assim haverá ainda muitas pessoas que não O querem reconhecer quando Ele lhes falará através dos elementos da natureza em poderosa força.... Também eles não serão forçados, mas poderão decidir por vontade própria, mas serão salvos do pior, do novo banimento em matéria sólida, se ainda encontrarem e tomarem o caminho para Deus, se ainda O reconhecerem e clamarem a Ele por misericórdia.... Mas então o fim também terá chegado, pois a Terra deixará de cumprir o seu propósito, deixará de ser usada como estação de amadurecimento pelo espiritual, só se tornará utilizável pelo corpo, e todos se arrogarão para ser o governante do globo e causar a maior destruição, na crença de que ele próprio pode controlar todas as leis da natureza e assim também experimentar a impunidade, o que conduzirá então também à destruição final da Terra. Mas é isto que as próprias pessoas querem e é assim que vai acontecer, tal como é proclamado na Palavra e nas Escrituras: Um novo céu e uma nova terra surgirão e a ordem divina será restaurada para que o regresso do espiritual a Deus possa continuar, tal como se pretende no Seu plano de Salvação desde a eternidade._>Ámen
Vertaler