Ik zelf ben wel de heerser over hemel en aarde en geen wezen zal zich tegen mijn wil kunnen verzetten, en toch betwist Ik mijn tegenstander zijn recht op het gebied dat zijn rijk is niet: de aardse wereld, die al wat hem toebehoort bevat en waar hij zijn invloed kan laten gelden wanneer het zich in ontwikkeling bevindende geestelijke het stadium als mens heeft bereikt. Dan zal hij dit geestelijke - de mens - op elke manier in het nauw drijven om diens ontwikkeling tegen te gaan en hem weer de diepte in te trekken, waaruit hij zich langs een eindeloos lange weg had omhooggewerkt. Dan dus is hij de heer in zijn wereld.
En daarin hebt u mensen de verklaring waarom Ik zoveel onheil toelaat, waarom Ik niet verhinderend ingrijp waar duidelijk het werkzaam zijn van mijn tegenstander is te herkennen. Hij heeft recht op u mensen daar u hem eens vrijwillig volgde in de diepte en hij gebruikt zijn recht ook om u in zijn macht te houden. Maar u zelf zult hem weerstand kunnen bieden, want u bezit een vrije wil. En ook aan kracht ontbreekt het u niet wanneer u deze maar van Mij vraagt. Maar van mijn kant zal mijn tegenstander niet gehinderd worden in zijn activiteiten. Want de aardse wereld is zijn aandeel, zelfs alle soort materie waarover hij geen macht heeft is zijn aandeel, omdat die het gevallene bevat dat - alleen doordat het gebonden is in materie - tijdelijk aan zijn macht is onttrokken. Maar zodra het als mens over de aarde gaat, kan hij zijn macht weer over hem uitoefenen zonder daar door Mij in gehinderd te worden. En deze benut hij waarlijk ten volle.
Doch een zeer machtige Tegenstander heeft hij in Jezus Christus, de goddelijke Verlosser. En tot Deze kan ieder mens zich wenden om bevrijd te worden van de vijand der zielen. Want Jezus is sterker dan hij en Hij bevrijdt iedere ziel uit zijn macht die Hem daar maar om vraagt en door haar gebed het geloof in Hem en Zijn verlossingswerk laat zien; die daardoor ook Mij zelf erkent die in Jezus mens ben geworden om al het gevallene te verlossen. Zo is dus wel de macht van de tegenstander op aarde enorm groot en toch vindt hij zijn Meester in Jezus Christus. En al heeft hij nog zo'n grote macht over de mensen, zo hebben ze toch in Jezus Christus een Redder en Verlosser uit zijn macht. Dus kan de mens niet verwachten dat Ik, zijn God en Schepper van eeuwigheid, een einde maak aan het werkzaam zijn van de tegenstander, dat Ik hem verhinder schandelijke praktijken uit te voeren, omdat Ik hem zijn recht niet ontneem om op elke manier op de mensen in te werken, om hen voor zich te behouden. De mens zelf echter hoeft het niet toe te laten, want hij kan zich te allen tijde tot Jezus Christus wenden dat Hij hem zal bevrijden van zijn gevangenbewaarder, dat Hij hem zal helpen vrij te worden uit de macht, maar waaraan hij is onderworpen zonder de hulp van Jezus Christus.
Hoe vaak spreekt u mensen de woorden niet uit: "Waarom laat God dat toe?" Ik hinder mijn tegenstander niet bij zijn werken, omdat u zichzelf eens onder zijn heerschappij heeft gesteld en hij heden uw heer is wanneer u zelf niet van hem vrij wilt worden en Jezus Christus vraagt u van hem te verlossen. Maar bovendien weet Ik wat voor u en iedere ziel afzonderlijk het beste is. Ik ben op de hoogte van de gesteldheid van elke afzonderlijke ziel. Ik weet waardoor ze geheel rijp kan worden en de duistere wereld moet Mij ook dienen, want ook het handelen van de duistere krachten zal Ik in zijn uitwerking zo weten te sturen, dat het voor de zielen van de mensen bevorderlijk is, als ze maar bereid zijn uit zijn macht vrij te komen en op Mij aan te sturen.
En steeds zal de wil van de mens bepalend zijn, want die is vrij. Zolang het geestelijke in de werken van de schepping gebonden is, kan mijn tegenstander niet op dit geestelijke inwerken. Maar in het stadium als mens komt hem het recht toe omdat het om de vrije keuze van het wezen gaat, die de tegenstander voor zich wil behouden. En daarom gebruikt hij elke gelegenheid en de mens is des te meer aan hem overgeleverd, hoe verder hij nog van Mij verwijderd is, hoe minder hij de verbinding met Mij tot stand brengt, of ook: Zolang hij Jezus Christus niet erkent en tot Hem vlucht in zijn nood, is hij aan de vijandelijke macht overgeleverd, wat echter toch zijn vrije wil zelf bepaalt.
Ik heb wel de macht en Ik kan alles, ook het doen en laten van mijn tegenstander verhinderen, maar dan zou de gang van de mens over de aarde zonder nut zijn, terwijl hij zelf vrij moet kiezen voor Mij of voor hem. Maar ook u mensen zult moeten begrijpen dat en waarom u hard op de proef wordt gesteld, dat en waarom hij vaak u mensen in de meest benarde toestand verplaatst en Ik hem niet weer, omdat u zelf zich niet tot Mij wendt om hulp en dit het eigenlijke doel van alle nood is die Ik dan toelaat opdat u de weg naar Mij zult vinden.
Doch u zult het kunnen geloven dat Ik u niet alleen laat en u te allen tijde zal helpen wanneer u probeert van hem los te komen en u vol vertrouwen naar Mij vlucht en Mij dan ook als uw God en Vader erkent; wanneer u Jezus aanroept om vergeving van uw schuld en om bevrijd te worden van de vijand die ook om u strijdt om u niet te verliezen. Maar waarlijk, mijn macht is groter en roept u Mij aan in geest en in waarheid, dan zult u ook vrij worden van hem en uw leven op aarde zal niet tevergeefs zijn geweest.
Amen
VertalerIo Sono bensì il Regnante su Cielo e Terra, ed alla Mia Volontà nessun essere potrà ribellarsi, e malgrado ciò non tolgo il diritto al Mio avversario sul territorio, che è il suo regno: il mondo terreno, in cui dimora ancora tutto ciò che gli appartiene, e dove poi può fare valere la sua influenza, quando lo spirituale che si trova nello sviluppo ha raggiunto lo stadio come uomo. Allora opprimerà questo spirituale, l’uomo, in modo d’impedire il suo sviluppo e di tirarlo di nuovo giù nell’abisso, dal quale si è arrampicato in un percorso infinitamente lungo. Allora è di nuovo il padrone del suo mondo. Ed in questo voi uomini avete la spiegazione, perché Io permetto così tanto disagio, perché Io non intervengo per impedirlo, dove è evidentemente riconoscibile l’agire del Mio avversario. Lui ha il diritto su voi uomini, dato che una volta lo avete seguito nell’abisso, ed egli sfrutta anche il suo diritto, per tenervi nel suo potere. Ma voi stessi potete opporgli resistenza, perché possedete una libera volontà. E non vi manca nemmeno la forza se soltanto la chiedete a Me. Ma da parte Mia l’avversario non verrà ostacolato nel suo agire. Perché il mondo terreno è la sua parte, persino ogni materia su cui non ha nessun potere, è la sua parte, perché ospita lo spirituale caduto, che è sottratto al suo potere solamente tramite il legarlo nella materia. Ma appena cammina come uomo sulla Terra, lui può esercitare il suo potere, senza esserne impedito da Me. E lui lo sfrutta anche davvero. Ma lui ha un potente Avversario in Gesù Cristo, il divino Redentore. Ed a Questo ogni uomo può rivolgersi, per essere liberato dal nemico delle anime. Perché Gesù è più forte di lui, ed Egli libera dal suo potere ogni anima, che Lo prega soltanto e dimostra mediante la sua preghiera la fede in Lui e la Sua Opera di Redenzione, che con ciò riconosce anche Me Stesso, Io che Sono divenuto Uomo in Gesù, per salvare tutto lo spirituale caduto. Così dunque il potere dell’avversario sulla Terra è gigantesco, e ciononostante trova il Suo Maestro in Gesù Cristo. E per quanto potere possa avere sugli uomini, loro però hanno in Gesù Cristo un Salvatore e Redentore dal suo potere. Quindi l’uomo non può aspettarsi che Io, vostro Dio e Creatore dall’Eternità, impedisca al Mio avversario il suo agire, che Io lo ostacoli ad eseguire delle opere oltraggiose, perché non gli tolgo il suo diritto di agire sugli uomini in ogni modo per conquistarlo per sé. Ma l’uomo stesso non ha da permetterlo, perché si può rivolgere in ogni tempo a Gesù Cristo, che lo liberi dal suo carceriere, ma senza l’Aiuto di Gesù Cristo soccombe. Quante volte voi uomini pronunciate queste parole: “Perché Dio permette questo?” Io non ostacolo il Mio avversario nel suo agire, perché voi stessi vi siete dati nel suo dominio, ed ancora oggi lui è il vostro padrone, se voi stessi non volete essere liberati da lui e chiedete a Gesù Cristo la Redenzione. Inoltre so anche, che cosa serve per il meglio a voi e ad ogni singola anima. Io conosco la costituzione di ogni singola anima, Io so con che cosa può maturare, e Mi deve servire anche il mondo oscuro, perché Io so anche guidare il procedere delle forze oscure nei loro effetti, affinché sia di promozione per le anime degli uomini, che sono volonterosi di essere liberati dal suo potere e che tendono verso di Me. E sarà sempre determinante la volontà dell’uomo stesso, perché questa è libera. Finché lo spirituale è legato nelle Opere di Creazione, il Mio avversario non può agire su questo spirituale; ma sull’uomo ha il diritto, perché si tratta della libera decisione dell’essere, che l’avversario vuole conquistare per sé. E perciò sfrutta ogni occasione, e l’uomo gli è ancora di più esposto, più distante è ancora da Me, meno ha stabilito il legame con Me, oppure: finché Gesù Cristo non viene riconosciuto e nella sua miseria si rifugia in Lui, egli è esposto al potere avverso, cosa che determina però la sua libera volontà stessa. Io ho ben il Potere, ed Io posso anche ostacolare tutto l’agire del Mio avversario, ma allora il cammino dell’uomo sulla Terra sarebbe inutile, dove lui stesso deve decidersi liberamente per Me oppure per lui. Ma voi uomini dovreste anche comprendere che è perché vi vengono poste delle dure prove, che e perché lui spinge sovente voi uomini nelle più ardue oppressioni ed Io non glielo vieto, perché voi stessi non vi rivolgete a Me per l’Aiuto, e questo è il vero scopo di tutte le miserie, che Io quindi concedo, affinché troviate Me. Ma lo potete credere, che Io non vi lascio soli e che vi aiuterò in ogni tempo, se tendete a liberarvi da lui e vi rifugiate fiduciosi in Me ed ora Mi riconoscete anche come vostro Dio e Padre, quando invocate Gesù per il Perdono della vostra colpa e la liberazione dal nemico, il quale combatte pure per voi, per non perdervi. Ma in Verità, il Mio Potere è maggiore, e quando Mi invocate nello Spirito e nella Verità, allora sarete anche liberati da lui e la vostra vita terrena non sarà stata invano.
Amen
Vertaler