Zolang de mensen niet kunnen besluiten de christelijke leer te zuiveren van alle menselijke bijzaken, zolang niet ieder kerkgenootschap de ernstige wil heeft geheel in de waarheid te wandelen en iedere dwaling uit de weg te ruimen, zolang zal de eenwording van de kerken ook niet tot stand komen. Want alleen in de zuivere waarheid kunnen de verschillende confessies elkaar ontmoeten en dan zullen zij één zijn. Maar toch is geen enkele richting bereid van haar leerstellingen iets prijs te geven. Meestal volharden zij juist in de valse leerstellingen. En zolang zij alleen maar hun verstand laten spreken, zijn zij vanuit zichzelf niet in staat onderscheid te maken. En het opvallende is, dat er geen geestelijke richting is die het werken van de geest, het inwerken van God op de mens belijdt en de alleen op deze wijze verkregen kennis erkent. Alleen dat lijkt hun van waarde wat uit het verstand voortkomt en waarvan zij zich nu niet meer kunnen losmaken. Dus is het kenmerk van de kerk die Ik zelf op aarde heb gesticht slechts zelden te vinden als bewijs voor de geloofwaardigheid en de waarheid van hetgeen verkondigd wordt. Juist dat wat de waarheid waarborgt ontbreekt de kerkelijke organisaties, want anders zouden zij alle te vinden zijn bij dezelfde waarheid en iedere onenigheid zou zijn uitgeschakeld.
En zo moet er tot groot leedwezen van de mensen worden vastgesteld dat de zuivere waarheid nergens meer te vinden is waar men geestelijke kennis in ontvangst hoopt te nemen. Het moet gezegd worden dat er overal alleen nog maar een dunne draad doorheen loopt, wanneer de geboden van de liefde tot God en de naaste aangeleerd worden, dat deze zwakke glimp van dit stukje onderricht echter ruimschoots voldoende zou kunnen zijn om toch de waarheid voor de mens toegankelijk te maken, omdat het nakomen van deze geboden van de liefde ook het inwerken van God op de mens garandeert, en dan de mens van binnen uit wordt onderwezen en hij dan zeer goed in staat is te onderscheiden wat waarheid en wat dwaling is. Maar toch is de pure leer van de liefde blijven bestaan als goddelijke leer, en daardoor heeft nog iedere mens de mogelijkheid in de waarheid te leven als hij deze leer maar opvolgt. Dan zal hij ook weten dat al het andere mensenwerk is en slechts tot verkeerde veronderstellingen leidt, dat het alleen maar aardse uiterlijke vormen zijn van dat, wat geestelijk van de kant van God van de mens wordt verlangd.
De mensen zijn echter niet van plan een algehele zuivering uit te voeren van het bouwwerk dat zij voor zichzelf in een toestand van geestelijke blindheid oprichtten. Geen geestelijke richting laat zijn leerstellingen en voorschriften los en zo blijft iedere geloofsgemeenschap een zuiver wereldlijke organisatie zolang zij uiterlijke gebruiken en gewoonten voorstaan, die alleen als zinnebeelden beschouwd kunnen worden waaraan echter de juiste verklaring ontbreekt. En toch zijn ze allemaal geheel overtuigd van hun eigen geestelijke richting. En juist dat is het onheil, want zij bekennen daardoor hun liefdeloze gezindheid die hen verhindert de waarheid in te zien, alsook hun onverschilligheid en onverantwoordelijkheid tegenover de zielen van hun gelovigen. Want ieder mens die in de liefde leeft zal de waarheid zo hoog aanslaan, dat hij zich er ook serieus van zou willen overtuigen of hij in de waarheid wandelt. En een ernstig vragen en bidden om de waarheid zal hem al het licht van het inzicht opleveren.
Waar echter is twijfel aan de waarheid in die kringen aan te treffen die als leiders die mensen bij zich hebben gevoegd, die zelf een leraarschap aanvaardden en uitoefenen? Waar is eigenlijk nog het ernstige verlangen naar de waarheid aan te treffen? Waarom stelt bijna geen mens meer de belangrijkste vraag: "Wat is waarheid en ben ikzelf in het bezit van de waarheid"?
Iedereen verdedigt met een zekere onverzettelijkheid datgene, wat hijzelf heeft aangenomen, en hij neemt daar geen eigen standpunt over in. Hij gelooft echter "vroom" te zijn als hij zonder tegenspraak alles aanneemt wat hem door mensen wordt overgedragen. Iedere eigen verantwoordelijkheid schudt hij van zich af. Hij laat noch zijn eigen verstand, noch zijn hart actief worden om de waarachtigheid te beproeven van dat, waar hij weer voor moet instaan. Hij zondigt zelfs tegen de geest. Want deze is in hem en hij wil alleen gewekt worden door de liefde, om zich dan ook te kunnen uiten, opdat het helder en duidelijk in hem wordt, zodat hij echt wijs wordt omdat hij het licht van Mijzelf mag aannemen, dat hem het zuiverste inzicht schenkt.
Waarom echter bevinden zo weinig mensen zich in dit licht van het inzicht? Waarom verdedigen de meeste mensen een geestelijk goed dat zo ongeloofwaardig is als het aan een ernstige proef wordt onderworpen? Waarom nemen de mensen genoegen met leerstellingen die waarlijk niet van Mij zijn uitgegaan en waarom nemen zij niet de kostelijke geestelijke gaven uit mijn hand aan, die een ieder kan vragen en ontvangen die het serieus om het bezit van de zuivere waarheid gaat en die door een leven in liefde naar mijn wil zich ook direct met Mij in verbinding kan stellen, om door Mij rechtstreeks onderwezen te worden? Het is omdat u mensen allen de kennis over het "werken van mijn geest in de mens" ontbreekt. En dat alleen al bewijst dat u niet juist onderwezen werd en wordt. Dat ook degenen die onderwijzen die kennis ontbreekt en zij derhalve in hun ambt van leraar niet door Mij werden aangesteld. Want wie Ik de opdracht geef een leraar voor de mensen te zijn, die voorzie Ik ook van de juiste leringen. Dit echter ontbreekt jullie die zich geroepen voelen aan het hoofd te staan van een geestelijke richting of confessie, en als "leider" willen worden gezien.
U bent niet door Mij aangesteld. En u zult nooit uw medemensen met de waarheid vertrouwd kunnen maken, omdat u haar zelf niet bezit. En u doet ook niets om haar in uw bezit te krijgen. Sla daarom acht op wat Ik u zeg: Alleen waar het werken van mijn geest in een mens zichtbaar is, alleen daar is de ware kerk die Ik zelf op aarde heb gesticht. En deze is niet aan de buitenkant te herkennen. Maar ze omvat leden uit alle verschillende kerkelijke gemeenschappen, uit verschillende geestelijke richtingen. Want zij hebben een levend geloof dat zij door een leven in liefde hebben verkregen. Dezen weten ook dat mijn kerk zich niet naar buiten toe presenteert, maar daarentegen de innigste band met mijzelf garandeert, die Ik dan ook de waarheid geef, namelijk een helder inzicht op geestelijk gebied. En dat ontbreekt al degenen die niet tot deze kerk behoren, die zich niet kunnen losmaken van een geestelijke leer die nooit van Mij afkomstig kan zijn, maar menselijke toevoeging is van mijn tegenstander zelf uitgaande, die altijd tegen de waarheid zal ingaan, maar nooit erkend zal worden door hen die zich in liefde en geloof aan Mij toevertrouwen.
En zo zult u ook begrijpen dat de eenwording van christelijke geloofsgemeenschappen nooit tot stand zal komen, omdat ieder bij haar eigen leringen wil blijven die ze tot nu toe voorstond. De strijd van al deze confessies gaat altijd alleen over verkeerde geestelijke opvattingen, en ieder is er angstvallig mee bezig deze verkeerde meningen te verdedigen omdat ze die niet op wil geven. Doch alleen de waarheid kan tot zaligheid leiden en alleen wie deze waarheid ernstig begeert die zal haar ook ontvangen, zodra hij de weg inslaat rechtstreeks naar Mij en Mij er ernstig om vraagt.
Amen
VertalerFinché gli uomini non possono decidersi di purificare la Dottrina cristiana da tutta l’opera umana aggiunta, finché ogni confessione non ha la seria volontà di stare nella pienissima Verità e di estirpare ogni errore, fino ad allora non si produrrà nessuna unificazione delle chiese, perché le differenti confessioni possono ritrovarsi soltanto nella pura Verità ed allora saranno d’accordo. Ma nessun orientamento è disposto di rinunciare a qualcosa del suo patrimonio spirituale e perseverano quasi sempre proprio sulle false dottrine, perché da loro stessi non sono capaci di discernere, finché lasciano regnare soltanto il loro intelletto, E la cosa eclatante è che nessun orientamento spirituale stesso rappresenta “l’Agire dello Spirito”, l’Agire di Dio nell’uomo, e soltanto su questa via riconosce un sapere conquistato, ma a loro sembra di valore soltanto ciò che l’intelletto dell’uomo ha fatto sorgere e loro non se ne possono staccare. Quindi il simbolo della Chiesa che Io Stesso ho fondato sulla Terra, si trova solo raramente come dimostrazione della credibilità e della Verità di ciò che viene annunciato. Proprio ciò che garantisce la Verità, manca alle organizzazioni chiesastiche, altrimenti tutte si troverebbero nella stessa Verità ed ogni impurità sarebbe esclusa. Così quindi dev’essere constatato per il più grande rincrescimento degli uomini che la pura Verità non si trova più da nessuna parte dove si pera di cogliere del sapere spirituale. Dev’essere detto che ovunque dove vengono insegnati i Comandamenti dell’amore per Dio ed il prossimo passa soltanto un sottile filo, che questo patrimonio d’insegnamento debolmente splendente potrebbe bastare completamente a rendere malgrado ciò la Verità accessibile per gli uomini, perché l’osservanza di questi Comandamenti d’amore garantisce anche “l’Agire di Dio nell’uomo” e poi l’uomo viene istruito dall’interiore, egli quindi è molto ben in grado di discernere ciò che è la Verità e ciò che è l’errore. Ma anche soltanto la Dottrina dell’amore si è conservata come Patrimonio d’insegnamento divino e perciò ogni uomo ha la possibilità di muoversi nella Verità se soltanto la segue. Allora saprà anche che tutto il resto è l’opera d’uomo e conduce soltanto ad immagini errate, che sono soltanto delle forme terrene di ciò che viene preteso spiritualmente da un uomo da Parte di Dio. Ma gli uomini non hanno però la volontà ad eseguire una totale purificazione dell’edificio, che loro stessi si sono eretti nello stato di cecità spirituale. Nessun orientamento spirituale si stacca dai suoi insegnamenti e disposizioni, ed ognuno rimane una faccenda puramente mondana, finché rappresenta nell’esteriore gli usi ed azioni che possono appunto valere soltanto come simboli per coloro a cui manca la giusta interpretazione. E ciononostante questo tutti sono pienamente convinti della Verità del loro proprio orientamento spirituale e proprio questa è la sciagura, perché con ciò confessano la loro mentalità disamorevole, che li ostacola nella conoscenza della Verità, come anche la loro indifferenza, la loro assenza di responsabilità nei confronti delle loro anime. Perché ogni uomo che vive nell’amore, stimerà la Verità troppo alta da non volersi seriamente convincere se si trova nella Verità. E già una seria domanda e richiesta per questa gli procurerebbe la Luce della conoscenza. Dove si trovano però dei dubbi se sono o non sono nella Verità, in quei cerchi che si sono aggiunti agli uomini come guide, che hanno persino accettato ed amministrato una funzione d’insegnamento? Dove in genere esiste ancora il serio desiderio per la Verità? Perché nessun uomo getta la domanda più importante: “Che cosa è la Verità? Sono io stesso nel suo possesso?” Ognuno sostiene con una certa ottusità ciò che lui stesso ha accolto, e da sé stesso non ne prende posizione. Crede di essere “religioso” quando accetta senza resistenza tutto ciò che gli viene nuovamente trasmesso da uomini. Scuote da sé ogni propria responsabilità, non fa diventare attivo né il suo proprio intelletto né il suo cuore, per esaminare la veracità di ciò che lui a sua volta deve sostenere. Egli stesso pecca contro lo Spirito, perché questo è in lui e vuole soltanto essere risvegliato attraverso l’amore, per poter poi anche manifestarsi ed in verità in modo che in lui diventa chiaro e limpido, che diventa davvero saggio, perché può accogliere la Luce da Me Stesso, che gli dona la più chiara conoscenza. Perché così pochi uomini soltanto si trovano in questa Luce della conoscenza, perché la maggioranza difende un patrimonio spirituale, che è così consunto quando viene sottoposto ad un serio esame? Perché gli uomini si accontentano di dottrine che non sono davvero procedute da Me e perché non accettano dalla Mia Mano il delizioso Patrimonio spirituale, che ognuno può richiedere e ricevere, chi seriamente desidera il possesso della pura Verità ed il quale attraverso una vita d’amore secondo la Mia Volontà può anche mettersi in contatto con Me, per essere istruito direttamente da Me, perché a tutti voi uomini manca il sapere dell’Agire del Mio Spirito nell’uomo. E ciò soltanto questo è la dimostrazione, che non siete stati bene istruiti e non venite bene istruiti, che anche agli insegnanti manca quel sapere e di conseguenza non sono stati posti da Me nella loro funzione d’insegnante. Perché chi Io incarico ad essere un insegnante per i prossimi, lo provvedo davvero anche con un giusto Patrimonio d’insegnamento. Ma questo manca a voi che vi credete chiamati di presiedere il vostro orientamento spirituale o confessione e volete essere considerati come guide. Non siete chiamati da Me, e non potrete mai introdurre i prossimi nella Verità, perché voi stessi non la possedete e non fate nulla per giungere nel suo possesso. Perciò badate a ciò che vi dico: Soltanto dove è visibile l’Agire del Mio Spirito nell’uomo, là è la vera Chiesa che Io Stesso ho fondato sulla Terra e questa non è riconoscibile dall’esterno, ma comprende i membri da tutte le differenti comunità chiesastiche, da differenti orientamenti spirituali, perché si trovano nella fede viva che hanno conquistato attraverso una vita d’amore, e costoro sapranno anche che la Mia Chiesa non si presenta nell’esteriore, ma per questo garantisce il più intimo legame con Me Stesso, alla quale diffondo anche la Verità, una chiara conoscenza sul campo spirituale che manca a tutti coloro che non appartengono alla Mia Chiesa, che non sono in grado di staccarsi dal patrimonio spirituale errato, che non ha mai avuto la sua origine in Me, ma che è un’opera d’aggiunta umana, procedente dal Mio avversario stesso, che va sempre contro la Verità, ma non viene mai riconosciuto da coloro che si danno a Me nell’amore e nella fede. Così comprenderete anche che una unificazione delle confessioni cristiane non si farà mai, perché ognuna si barrica sul patrimonio d’insegnamento che finora ha sostenuto, e che la lite di tutte le confessioni si gira sempre soltanto intorno al falso patrimonio spirituale ed ognuna si sforza timorosamente a difendere questo falso patrimonio spirituale, perché non vi vogliono rinunciare, ma soltanto unicamente la Verità può condurre alla beatitudine e solamente chi desidera seriamente questa Verità la troverà anche, appena prende la via direttamente verso di Me e Me la chiede seriamente.
Amen
Vertaler