• Terug

Antwoord op het vraagstuk over herbelichaming

Zolang u, mensen, over de aarde gaat, bent u nog onvolmaakt en dat betekent ook, dat uw weten nog is onderworpen aan begrenzingen, dat u niet alles zult kunnen begrijpen. Toch onderricht Ik u naar de graad van uw rijpheid en daarom hangt het van uzelf af, uw weten te vergroten, doordat u de graad van uw liefde vergroot, die altijd de maatstaf van de rijpheid van uw ziel zal zijn. Bent u vervuld van liefde, dan zult u ook in staat zijn alles helder te doorzien. Ontbreekt de liefde u, dan zal het u ook aan begrijpen ontbreken, zelfs wanneer u volledige opheldering ontvangt. Want het weten wordt pas dan tot inzicht, wanneer door liefde de Geest in u wordt gewekt. Maar Mijn rechtstreekse aanspreken van boven moet ertoe bijdragen, dat uw wil om lief te hebben wordt gesterkt, dat u met uw verstand zult leren inzien en dan ook de liefde in u wordt ontstoken voor Diegene, Die u heeft geschapen. En daarom zal Ik u ook steeds uw verzoek vervullen, u opheldering te doen toekomen, opdat u Mij als liefdevolle Vader kunt herkennen en Mijn Liefde voor u met wederliefde beantwoordt.

Mijn plan van het terugvoeren is u niet onbekend en zo weet u ook, dat iedere ziel eenmaal de gang over de aarde moet aanvaarden, die dan het laatste traject is voor zij haar intrede doet in het rijk hierna. U weet ook, dat deze gang over de aarde uiteenlopende gevolgen heeft bij de verschillende mensen en dat dit een gevolg is van de vrije wil van Mijn schepselen, die Ik nooit zal aantasten, omdat dit het kenmerk is van een goddelijk schepsel. Verder weet u, dat er u voor dit leven als mens een vonkje liefde is gegeven, dat u pas de verandering terug naar uw oerwezen mogelijk maakt, wanneer u dit vonkje liefde in u doet ontbranden en tot een heldere vlam laat oplaaien. Heeft een ziel de gang door de schepping aarde in gebonden wil afgelegd, zodat ze nu de graad van rijpheid heeft bereikt, die voorwaarde is om als mens te worden belichaamd, dan wordt de goddelijke liefdevonk aan haar toegevoegd, ongeacht op welk beschavingsniveau ze ter wereld komt.

En de mens zelf kan beslissen om dit liefdevonkje te voeden of het helemaal in zich te verstikken. Hoe groter zijn innerlijke weerstand nog is tegen het goede - het goddelijke - des te meer zal hij in het rijp worden van zijn ziel achterblijven. Maar het gevoel voor goed en kwaad is in ieder mens aanwezig, omdat hij - zoals Ik dat al vaak heb uitgelegd - bij zichzelf de uitwerking van goed en kwaad ervaart en omdat hij ook de stille vermaner, de stem van het geweten, in zich heeft. Dat hem ook het begrip kan ontbreken, volgens welke norm hij tegenover de medemens aan de innerlijke stem gehoor moet geven, is derhalve mogelijk, omdat zijn weerstand tegenover Mij nog zo groot is en hij zich dus in de macht van Mijn tegenstander bevindt. En dan kan zijn gang over de aarde hem nauwelijks de laatste rijpheid opleveren en hij zal hem moeten herhalen.

Maar nu is de aanname van u, mensen, verkeerd, dat hij naar believen uit het rijk hierna weer naar de aarde kan terugkeren en dit zich zo vaak herhaalt, tot hij eens de nodige rijpheid heeft bereikt. Want ook in het rijk hierna zal de ziel de mogelijkheid hebben zich positief te ontwikkelen, wanneer ze haar innerlijke weerstand opgeeft. Maar evenzo kan ze wegzinken in de duisternis en er kunnen eindeloze tijden voorbijgaan, wanneer ze de hulp niet aanneemt, die haar wordt geboden, om haar uit de hel te verlossen. Dan zal ze steeds harder worden en ze zal opnieuw de gang door de schepping aarde moeten afleggen. En dit kan zich meer dan eenmaal herhalen en al naar gelang haar innerlijke weerstand afneemt, zal ook de belichaming als mens nu in zodanige levensomstandigheden plaatsvinden, waarbij de meeste kans bestaat om in één leven op aarde rijp te worden.

U allen vergeet de vele plaatsen van scholing, die in Mijn schepping klaarstaan om zielen van alle graden van rijpheid op te nemen. Wanneer u gezegd wordt, dat de ziel van de mens het rijk hierna binnengaat, dan begrijpt u nog niet goed wat onder dat laatste dient te worden verstaan: alles buiten het leven op aarde is “aan gene zijde”, “het rijk hierna”. En alle hemellichamen bevatten het geestelijke in de meest verschillende graden van ontwikkeling, waar iedere ziel waarlijk haar ontwikkelingsgang kan voortzetten, wanneer ze niet zo hardnekkig in haar weerstand volhardt, dat ze in ruimten zonder scheppingen haar gang gaat tot eigen kwelling. Ook dan kan ze nog een keer tot bezinning komen, want Mijn Liefde en Barmhartigheid geven geen ziel op en geven iedere ziel steeds de mogelijkheid tot een sprankje licht te komen en de verandering aan zichzelf te voltrekken, doordat ze voor het eerst haar weerstand opgeeft en toegankelijk is voor de onderrichtingen, die haar ook in het rijk hierna ten deel vallen. En Ik ken waarlijk ook de geestelijke gesteldheid van iedere ziel. Ik ben ook op de hoogte van de voor iedere afzonderlijke ziel gunstige, succes belovende mogelijkheden om rijp te worden. Maar deze zie Ik nooit in een herhaalde gang over de aarde als mens - in een terugplaatsen van de ziel op de aarde - wanneer er geen heel bijzondere beweegredenen zijn, welke weer alleen de redding van zwakke zielen tot doel hebben.

Ik ben geen onrechtvaardige God, Die Zijn schepselen bij wijze van gril veschillend bedeelt en daardoor niet aan iedere mens dezelfde mogelijkheden worden geboden. Maar bij Mij speelt ook de tijd geen rol; Ik bereik Mijn doel. Dit doel zou Ik echter nooit bereiken door steeds zich herhalende vorming als mens op deze aarde, omdat Ik één ding niet kan doen vanuit Mijn Wil: de wil van de mens dwingen, dat hij de juiste beslissing neemt; de mens tot een juist gerichte wil brengen door Mijn Macht. Zijn vrije wil kan steeds weer falen en de gang over de aarde kan tevergeefs zijn. Iedere ziel heeft haar eigen leven en Ik ben precies op de hoogte van de resultaten, die ze nog kan bereiken, omdat Ik haar wil ken. En daaraan beantwoordend kan en zal Ik het aardse leven van de mens verkorten of verlengen. Ik zal voortijdig tot Me roepen, bij wie er een terugval is te vrezen, om de al bereikte graad van rijpheid niet in gevaar te brengen. En Ik zal diegenen een hoge ouderdom schenken, bij wie een vergroting van de graad van rijpheid, of nog een ommekeer naar Mij duidelijk te zien is, om voor deze laatste zielen de ontwikkelingsgang in het hiernamaals mogelijk te maken.

Maar geloof niet, dat het huidige menselijke beschavingsniveau invloed heeft op de ontwikkeling van de ziel, omdat een leven in liefde niet afhankelijk is van uiterlijke zaken of van een vergroot aards weten; omdat het te allen tijde en overal om het ontsteken van de liefdevonk in het hart gaat, dat echter onafhankelijk is van cultuur en gewoonten, omdat het een zuiver geestelijk gebeuren is in de mens, wanneer hij deze liefdevonk in zich ontsteekt en daartoe steeds het samenleven met andere mensen en de hem omgevende goddelijke schepping hem kan aansporen. Dus zal ook de meest primitieve mens de rijpheid van zijn ziel kunnen vergroten en in het bijzonder dan, wanneer hem ook de kennis wordt overgebracht van de goddelijke Verlosser Jezus Christus, welke hem ook in het hiernamaals nog kan worden overgedragen, wanneer de ziel maar van goede wil is.

Amen

Réponse à une question sur la réincarnation

Tant que vous les hommes marchez sur la Terre vous êtes encore imparfaits, et cela signifie aussi que votre savoir est encore subordonné à des limitations qui ne vous permettent pas de saisir tout. Malgré cela Je vous instruis selon votre degré de maturité et il dépend donc de vous-mêmes d'augmenter votre savoir, en augmentant votre degré d'amour qui sera toujours la mesure de votre maturité animique. Si vous êtes pleins d'amour, alors vous serez aussi en mesure de voir tout clairement. S'il vous manque l'amour, alors il vous manque aussi la compréhension, même lorsque vous recevez le très plein éclaircissement, parce que le savoir devient connaissance seulement lorsque l'esprit en vous est réveillé par l'amour. Mais Mon Discours direct d'en haut doit contribuer à ce que votre volonté d'amour soit fortifiée, pour que vous deviez apprendre à Me reconnaitre intellectuellement et pour que soit allumé l'amour en vous pour Celui qui vous a créé. Et donc Je M'acquitterai toujours de votre demande de vous faire arriver l'Éclaircissement pour que vous soyez en mesure de Me reconnaitre en tant que Père affectueux et pour que vous répondiez avec amour à Mon Amour pour vous. Mon Plan de Retour dans son pays ne vous est pas méconnu, et ainsi vous savez aussi que chaque âme doit un jour commencer le parcours sur la Terre qui est le dernier trait de route avant l'entrée dans le Règne de l'au-delà. Sachez aussi que ce parcours terrestre produit un succès différent dans les différents hommes et que cela est la conséquence de la libre volonté de Mes créatures que Je n'effleurerai jamais parce qu'elle est le symbole d'une créature divine. Sachez en outre que pour cette vie comme homme il vous a été donné une petite étincelle d'amour, et que seulement celle-ci rend possible la re-transformation dans votre être d’Ur, lorsque vous allumez en vous cette petite étincelle d'amour et la faites éclater en une claire flamme. Si une âme a parcouru le chemin à travers la Création de la Terre dans la volonté liée, et a maintenant atteint le degré de maturité qui est la condition pour l'incorporation comme homme, alors il lui est adjoint une étincelle divine de l'amour, peu importe où et dans quelle degré de culture il vient au monde. Et l'homme a aussi dans sa main de nourrir cette étincelle d'amour ou bien de l'étouffer totalement en lui. Plus grande est encore sa résistance intérieure contre le bien, plus le Divin reste en arrière dans son mûrissement animique. Mais la perception pour le bien et pour le mal existe dans chaque homme, parce que, comme Je vous l'ai déjà expliqué souvent, il sent en lui-même l'exécution du bien et du mal et parce qu'il a aussi en lui un silencieux réprobateur, la voix de la conscience. Mais le fait qu'il puisse lui manquer le concept dans quelle mesure il doit écouter la voix intérieure dans ses rapports avec son prochain, est possible du fait que sa résistance intérieure contre Moi est encore très forte et que donc il est sous le pouvoir de Mon adversaire. Et alors son chemin terrestre ne peut pas encore lui procurer la dernière maturité et il devra le répéter. Mais maintenant la supposition de vous les hommes est erronée qu'il puisse revenir de nouveau sur la Terre du Règne de l'au-delà et que cela se répète jusqu'à ce que soit atteint un jour la maturité nécessaire ; parce que même dans le Règne de l'au-delà l'âme aura la possibilité de se développer vers le Haut lorsqu’elle renonce à sa résistance intérieure. Mais elle peut aussi se précipiter dans l'obscurité, et il peut se passer des temps infinis si elle n'accepte pas l'aide qui est offerte pour la libérer de l'enfer. Alors elle se durcit toujours davantage, et devra à nouveau re-parcourir le chemin à travers la Création Terre. Et cela peut se répéter plusieurs fois selon comment sa résistance intérieure faiblit, et l'incorporation comme homme aura maintenant lieu dans des situations de vie où il existe les plus grandes possibilités de mûrir dans une vie terrestre. Vous tous vous oubliez que de nombreuses stations d'instructions sont prêtes dans Ma Création pour l'accueil des âmes de chaque degré de maturité. Lorsqu’il vous est dit que l'âme de l'homme entre dans le Règne de l'au-delà, vous ne comprenez alors pas encore bien ce qu’il faut entendre avec cette affirmation : Tout ce qui est en dehors de la vie terrestre est « l'au-delà ». Et toutes les Constellations reçoivent du spirituel dans des degrés de développement les plus différents, où chaque âme peut vraiment continuer son chemin de développement si elle ne persiste pas obstinément dans sa résistance et doive aller commettre ses abominations dans les espaces sans Créations pour son propre tourment. Même alors elle peut arriver à la réflexion, parce que Mon Amour et Ma Miséricorde ne renoncent à aucune âme et donnent à chaque âme toujours la possibilité d'arriver à une lueur de Lumière et de dérouler sur elle-même le changement en abandonnant en premier sa résistance et en étant accessible aux enseignements qui sont donnés aussi dans le Règne de l'au-delà. Et Je connais vraiment la prédisposition spirituelle de chaque âme, Je sais aussi les possibilités de mûrissement qui promettent le succès de chaque âme. Mais Je ne vois pas celles-ci dans un chemin terrestre renouvelé en tant qu’homme, dans une re-transformation de l'âme sur la Terre, s'il n'existe pas des raisons très particulières qui auraient de nouveau seulement pour but le salut des âmes faibles. Je ne suis pas un Dieu injuste qui récompense différemment Ses créatures selon l’humeur et Qui n’offrirait pas les mêmes possibilités à chaque homme. Mais pour Moi le temps n'a pas d’importance. J’atteindrais Mon But, mais Je n’atteindrais jamais ce But à traverse des procréations toujours répétées comme homme sur cette Terre, parce que Je ne peux pas faire une chose contraire à Ma Volonté : forcer la volonté de l'homme pour qu'il se décide bien, pousser l'homme à une volonté orientée vers le bien au moyen de Mon Pouvoir. Sa libre volonté peut toujours de nouveau échouer et le chemin terrestre peut être inutile. Chaque âme vit sa vie, et Je connais précisément chaque succès qui peut encore être atteint, parce que Je connais sa volonté. Par conséquent Je peux abréger ou allonger la vie terrestre de l'homme, Je peux le rappeler prématurément lorsqu’une retombée est à craindre, pour ne pas mettre en danger le degré de maturité déjà atteint, et J'offrirai une vie longue à ceux où est visible une augmentation du degré de maturité ou bien un retour à Moi, pour rendre possible pour les dernières âmes le chemin de développement dans l'au-delà. Mais ne croyiez pas que l’état de la culture humaine a une influence sur le développement de l'âme, parce qu'une vie d'amour ne dépend pas de choses extérieures ou bien d’un savoir terrestre accru, parce qu'il s'agit dans chaque temps et partout d'allumer l’étincelle d'amour dans le cœur, chose qui cependant est indépendante de la culture et des coutumes, parce que c’est un processus purement spirituel dans l'homme lorsqu’il allume en lui cette étincelle d'amour, et pour cela la vie ensemble avec d’autres personnes et avec les Créations divines qui l'entourent peut l’y inciter. Donc même l'homme primitif pourra augmenter sa maturité d'âme, et en particulier lorsqu’il lui est donné la connaissance du divin Rédempteur Jésus Christ, qui peut lui être transmise même dans l'au-delà si l'âme est seulement de bonne volonté.

Amen