Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

De vrije wil - Het inzien van goed en kwaad - Liefdesvonk

Het hele aardse bestaan als mens heeft alleen maar één doel: het nog onvolkomen geestelijke dat zich als ziel in een lichamelijk omhulsel bevindt, tot de uiterste voltooiing te brengen. En daarom moet de hele levenswandel zo zijn ingericht, dat hij beantwoordt aan het principe van de goddelijke ordening. De mens moet steeds alleen maar goed denken en willen. Hij moet steeds alleen maar goede handelingen verrichten. Dat wil zeggen: al het denken, willen en handelen moet gedragen zijn door de liefde.

Want de mens kan, daar hij een vrije wil heeft, deze in alle richtingen gebruiken. Hij kan zowel een goede als ook een slechte levenswandel leiden en hij zal op geen enkele manier gedwongen kunnen worden. Ieder mens heeft ook het gevoel van goed en kwaad in zich, omdat hij een stille maner in zich heeft - de stem van het geweten - en omdat hij de uitwerking van goed of slecht handelen zelf voelt, weldadig of vol leed. En daarom wordt er ook gezegd: bemin uw naaste als uzelf. Doe voor hem hetzelfde wat u gelukkig maakt en berokken hem geen schade, omdat u zelf ook niet benadeeld wilt worden. Ieder mens is in staat onderscheid te maken tussen goed en kwaad, wanneer hij maar eerlijk is tegen zichzelf.

Maar heeft hij een kwade wil, dan probeert hij ook de wet van de eeuwige ordening te verdraaien. Dan loochent hij zelfs het gevoel voor goed en kwaad. Maar dan liegt hij alleen zichzelf iets voor. En hij zal voor zichzelf deze bewering nooit kunnen handhaven. Zodra het de mens aan elk verantwoordelijkheidsgevoel ontbreekt, is zijn hele levenswandel alleen een leugen tegen zichzelf. Hij wil niet goed zijn, omdat hij nog stevig aan de tegenstander van God is vastgeketend.

Maar hij weet ook zelf dat hij slecht is, ook wanneer hij dit tegenover de medemensen niet wil bekennen en in steeds diepere zonden vervalt. Een mens die het bewuste gevoel voor goed en kwaad zou missen, zou later niet ter verantwoording kunnen worden geroepen voor zijn levenswandel op aarde. Maar het is steeds alleen zijn vrije wil, hoe hij zijn levenswandel leidt en hiervoor moet hij zich verantwoorden. Wordt hem zelf onrecht aangedaan, dan zal hij daartegen ook in opstand komen. Dus kent hij recht en onrecht.

Doch de tegenstander is in staat zijn gevoel zo af te stompen, dat hij uiteindelijk alleen nog maar een blind werktuig is voor hem, dat hij zich volledig willoos zal laten gebruiken voor alle slechte handelingen en hij dan al een duivel wordt, ofschoon hij nog als mens over de aarde gaat. Maar zijn ziel is helemaal beheerst door de vijand, door hem die alle zielen in het verderf tracht te sleuren. Dat zulke zielen geen ander lot beschoren kan zijn dan de hernieuwde kluistering in de vaste materie, zal dan ook begrijpelijk zijn voor u mensen die uw best doet in de goddelijke ordening te leven.

Ieder mens kan op aarde tot voleinding komen. Maar alleen zijn wil beslist, of hij bij wilszwakte steun zoekt en om versterking vraagt, of hij het verlangen in zich heeft goed en rechtvaardig te leven. Dan valt hem elke denkbare hulp ten deel. En dit verlangen zou in ieder mens kunnen zijn, omdat God niemand overslaat als Hij Zijn genade aanbiedt. Deze genade echter moet ook vrijwillig worden aangenomen en gebruikt. En dat bepaalt de mens zelf.

Maar het is een verkeerde gedachte, dat een mens in het geheel niet in staat zou zijn, zijn doel op aarde te bereiken, omdat hij buitengewoon belast zou zijn met zwakheden in aanleg en begaafdheid. De toevoer van genade is hiermee ook in overeenstemming. En ook bijzonder belaste mensen zullen in levensomstandigheden terechtkomen, waar ze nadenken en zich aan hun God en Schepper kunnen overgeven. Dat ze het niet doen, ligt weer aan de vrije wil. Maar dat ze het kunnen valt niet te ontkennen, daar anders de rechtvaardigheid, de wijsheid en de liefde van God zou moeten worden betwist. Hij worstelt echter om elke ziel, om ze voor zich te winnen en laat daarom waarlijk geen middel onbeproefd om haar te helpen.

Maar schenkt de ziel van een mens de tegenstander gehoor en sluit ze haar oren voor Hem die haar werkelijk liefheeft, dan wordt ze ook door de tegenstander naar beneden getrokken. En ze verweert zich niet, maar is hem in alles onderworpen. En dat betekent ook dat ze weer helemaal aan hem vervalt en aan hem toebehoort, weer voor eindeloos lange tijd. Want dat ene zult u mensen niet mogen vergeten, dat de goddelijke liefdesvonk aan ieder mens wordt toegevoegd bij het begin van zijn belichaming op aarde. Dat deze dus alleen ontstoken hoeft te worden en het gevaar van een neerstorten in de diepte daarmee is opgeheven.

Ieder mens kan in liefde werkzaam zijn. Maar of hij gewillig is liefdevol te zijn, dat staat hem vrij. Het beslist echter het resultaat van het leven op aarde en zijn verdere lot, dat geluk en gelukzaligheid kan zijn in het lichtrijk, of ook weer verbanning in de vaste materie, omdat anders het uiteindelijke doel niet bereikt kan worden, dat God zich heeft gesteld in het allereerste begin.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

La libera volontà – Riconoscere il bene ed il male - La scintilla dell’Amore

Tutta l’esistenza terrena come uomo ha soltanto uno scopo, di portare lo spirituale ancora imperfetto che si trova come anima incorporata in un involucro, all’ultimo perfezionamento. Perciò tutto il cammino di vita deve essere orientato affinché corrisponda al Principio del divino Ordine: L’uomo deve sempre soltanto pensare e volere bene, deve sempre soltanto eseguire delle buone azioni, cioè tutto il pensare, volere ed agire dev’essere portato dall’amore, perché allora l’uomo lo può usare in ogni direzione, dato che ha una libera volontà. Può condurre un cammino di vita buono come anche cattivo, non potrà venir costretto in nessun modo. Ogni uomo ha in sé anche il sentimento per il bene e per il male, perché ha in sé un silenzioso ammonitore, la voce della coscienza, e perché sente su sé stesso l’effetto dell’agire bene e male, benevolmente oppure sofferto. Perciò si dice anche: ama il tuo prossimo come te stesso, fa a lui lo stesso di ciò che rende felice te, e non lo danneggiare, perché anche tu stesso non vuoi essere danneggiato.

Ogni uomo può fare la differenza di bene e male, se soltanto è onesto verso sé stesso. Se ha però una cattiva volontà, allora cerca anche di raggirare la Legge dell’Ordine, allora nega persino il sentimento per il bene e per il male. Allora però inganna solo sé stesso e davanti a sé non potrà mai sostenere quest’affermazione. Appena all’uomo manca ogni sentimento di responsabilità, tutto il suo cammino di vita è soltanto una bugia verso sé stesso, non vuole essere buono, perché è ancora saldamente incatenato all’avversario di Dio, ma lui stesso sa che è cattivo, anche se verso il prossimo non vuole ammetterlo e cade sempre più profondamente nei peccati. Un uomo al quale mancasse il consapevole sentimento per il bene e per il male, non potrebbe dover rispondere una volta per il cammino della sua vita terrena. Ma è sempre soltanto la sua libera volontà di come conduce la sua vita, e per questa deve rispondere. Se a lui stesso viene causata un’ingiustizia, allora vi si ribellerà anche. Quindi sa anche del giusto e dell’ingiusto.

L’avversario però è in grado di ottundere talmente il suo sentimento, che alla fine è per costui soltanto ancora uno strumento cieco, che lui si fa usare totalmente senza volontà per tutte le cattive azioni ed allora diventa già un diavolo, benché cammini ancora come uomo sulla Terra. La sua anima tuttavia è totalmente dominata dal nemico, da colui che cerca di precipitare tutte le anime nella rovina. Che a tali anime non può essere destinata nessun’altra sorte se non quella di una nuova relegazione nella solida materia, sarà poi anche comprensibile per voi uomini che vi sforzate di vivere nell’Ordine divino. Ogni uomo sulla Terra può giungere al perfezionamento, ma è unicamente determinante la sua volontà, se nella debolezza della volontà cerca l’appoggio e chiede la fortificazione, oppure ha in sé il desiderio di vivere bene e giusto. Allora gli verrà dato ogni aiuto immaginabile. Questo desiderio potrebbe essere in ogni uomo, perché Dio non esclude nessuno, al quale offre le Sue Grazie, che però devono anche essere accettate e valutate liberamente. E questo lo decide l’uomo stesso.

E’ tuttavia sbagliato il pensiero che un uomo fosse totalmente incapace di raggiungere la sua meta sulla Terra, perché sarebbe “insolitamente” aggravato con debolezze ed istinti. Rispetto a questi è anche l’apporto di Grazia ed anche degli uomini particolarmente aggravati arriveranno in situazioni di vita, in cui possono riflettere e darsi al loro Dio e Creatore, che però non lo facciano, dipende nuovamente dalla libera volontà, ma che lo possano fare non è da negare, altrimenti la Giustizia, la Sapienza e l’Amore dovrebbero essere negati a Dio. Egli però lotta per ogni anima, per conquistarla per Sé, perciò non rimane davvero nessun mezzo intentato per aiutarla. Se però l’anima di un uomo dà ascolto all’avversario e chiude le sue orecchie a Colui il Quale la ama veramente, allora viene anche tirata giù dall’avversario, e lei non se ne difende, ma gli è in tutto succube e questo significa anche, che ricade a lui di nuovo totalmente e rimane sua di nuovo per un tempo infinitamente lungo.

Voi uomini non dovete dimenticare, che la scintilla divina dell’amore viene data ad ogni uomo all’inizio della sua incorporazione sulla Terra, che questa deve soltanto essere accesa e con ciò è eliminato il pericolo di una caduta nell’abisso. Ogni uomo può essere attivo amorevolmente, ma se è volonteroso d’amare, è lasciato a lui liberamente, ma decide il successo della vita terrena e la sua ulteriore sorte, che può essere felicità e Beatitudine nel Regno di Luce oppure anche la rinnovata relegazione nella solida materia, perché la definitiva meta che Dio Si è posto sin dal principio, non può essere raggiunta diversamente.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Ingrid Wunderlich