Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Pijnlijke middelen kunnen helpen om te geloven

Als de mensen toch maar wilden geloven in een God van liefde die hun hemelse vreugden zou willen bereiden. Doch gelet op de grote nood waardoor de mensen steeds weer getroffen worden, en bij het zien van de rampspoed en catastrofen van allerlei aard, kunnen zij dit geloof niet opbrengen dat ook elke nood alleen een werk van liefde mijnerzijds is omdat Ik weet waardoor de mens nog gered kan worden en tot zaligheid komt. De middelen die minder smartelijk zijn missen bij u hun uitwerking, en als Ik zachtzinnig tot u spreek, dan luistert u niet naar Mij. Toch moet u er toe gebracht worden u naar Mij te keren. En als alle lichtere middelen vergeefs zijn, moet Ik smartelijke middelen aanwenden opdat u aan Mij denkt en Mij om hulp vraagt en deze dan ook mag ondervinden, opdat u nu een God van liefde herkennen kunt. U zou waarlijk allen mijn liefdevol vaderlijk aanspreken kunnen vernemen, dat u alleen mijn wil bekend maakt. En zodra u deze wil vervult, kan ook uw leven rustig en toch succesvol verlopen. Slaat u echter geen acht op mijn zachtmoedige woorden, dan moet Ik Mij zelf duidelijker kenbaar maken, daar mijn liefde u niet opgeeft, omdat Ik alles probeer om u voor Mij te winnen, om u tot het leven te wekken dat eeuwig duurt. Want u behoort Mij toe en u houdt u alleen zelf van Mij verwijderd. Ik echter wil dat u uit eigen beweging weer tot Mij terugkeert. En wat u nu ook overkomt aan leed en zware beproevingen zijn altijd alleen maar middelen waarvan Ik inzie dat ze succes beloven en die Ik aanwend daar Ik u liefheb en u nimmer zal opgeven, al zou u zich nog zo lang tegen mijn liefde verzetten.

Verwonder u daarom niet wanneer de nood en ellende toenemen, want het einde nadert en Ik wil nog steeds zielen redden van het lot opnieuw verbannen te worden, wat alleen mogelijk is als Ik door u erkend word als God en Schepper, als u Mij in uw nood aanroept, gelovend dat er een Macht is die u helpen kan, uit Wie u zelf bent voortgekomen. En u mensen, geloof dat dan ook uw nood zal afnemen, dat u mijn hulp duidelijk zult ervaren. En dan zult u Mij ook als een God van liefde kunnen herkennen, want uw band met Mij geeft u ook een innerlijk licht over Mij zelf.

In de komende tijd echter zal er nog veel onheil over de aarde komen. En alleen zij die Mij reeds gevonden hebben zien daarin hulpmiddelen om de mensen uit hun geestelijke nood te helpen. De anderen echter zullen twijfelen, of een God van liefde geheel loochenen. Want zij zijn zo aan de wereld gebonden dat zij geen enkele binding hebben met het geestelijke rijk, met het rijk dat niet van deze wereld is. Hun denken en streven is louter werelds gericht en elke verwijzing naar een God slaan zij spottend af, tot zij eens in nood geraken waaruit ze geen uitweg meer zien. Dan kom Ik weer heel dicht bij hen. Ik laat gedachten aan een God die helpen kan in hen opkomen en de grote nood kan hen dan ook ertoe aanzetten zich tot deze God te wenden. Zo zullen u alle smartelijke gebeurtenissen, alle catastrofen en alle andere slagen van het noodlot begrijpelijk worden, want het is geen toeval. Integendeel, alles is door Mij beschikt of toegelaten opdat de zielen nog hulpmiddelen worden geschonken die hen Mij moeten laten vinden. Wanneer echter ook dan nog de harten verhard blijven, kan alleen nog maar een natuurcatastrofe van zeer grote omvang de mensen tot bezinning brengen. Maar ook dat dwingt niet om te geloven, want de totaal verstokte mensen zullen ook daarin geen hogere Macht willen zien en erkennen. Dan echter zijn zij geheel een prooi van mijn tegenstander geworden en het lot van een hernieuwde kluistering wacht hun zielen met zekerheid. Zolang echter de aarde nog in haar oude vorm bestaat probeer Ik de mensen te bewegen hun wil te veranderen en Ik wend nog vele middelen aan die u niet met de liefde van een God verenigbaar vindt. Doch Ik weet wat voor ieder persoonlijk van nut is. Ik weet de geaardheid van zijn ziel en daaraan beantwoordend werk Ik op hem in.

Maar u mensen bent gelukkig te noemen als u overtuigd bent van een liefhebbende God en Vader. Dan zult u alles wat u overkomt - al treft het u nog zo hard - met gelatenheid dragen, en steeds alleen tot Mij uw toevlucht nemen. En Ik zal u waarlijk niet teleurstellen, want een gelovig mens zal Ik altijd te hulp komen, omdat zijn geloof ook een ongewone inwerking toelaat. Het ware geloof echter komt voort uit de liefde, en die liefde snelt ook op Mij als de eeuwige Liefde toe. De mens knoopt een hechte band met Mij aan en hij zal zich nimmermeer van Mij verwijderen. Hij heeft op aarde de laatste wilsproef afgelegd, hij heeft in vrije wil voor Mij gekozen en zich definitief van mijn tegenstander losgemaakt. En dat alleen probeer Ik te bereiken zolang de mens nog op aarde vertoeft. Want Ik wil dat hij weer zijn ware vaderland kan binnengaan, dat hij het rijk betreden kan waar geluk en zaligheid is, waar al het leed voorbij is en hij nu dat leven vindt dat eeuwig duurt.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Schmerzhafte Mittel können zum Glauben verhelfen....

Wenn doch die Menschen nur glauben wollten an einen Gott der Liebe, Der ihnen Seligkeiten bereiten möchte. Doch angesichts der großen Nöte, von denen die Menschen immer wieder betroffen werden, angesichts der schweren Schicksalsschläge und Katastrophen aller Art können sie diesen Glauben nicht aufbringen, daß auch jegliche Not nur ein Liebewirken Meinerseits ist, weil Ich es weiß, wodurch der Mensch noch gerettet werden kann und zur Seligkeit gelangt.... Die Mittel, die weniger schmerzvoll sind, verfehlen bei euch ihre Wirkung.... und rede Ich euch mit sanfter Sprache an, dann höret ihr nicht auf Mich, und doch müsset ihr dazu gebracht werden, euch Mir zuzuwenden, und wenn alle leichteren Mittel vergeblich sind, muß Ich schmerzvolle Mittel anwenden, auf daß ihr an Mich denket, Mich um Hilfe bittet und diese nun auch erfahren dürfet, auf daß ihr nun einen Gott der Liebe erkennen könnet. Ihr könntet wahrlich alle Meine liebevolle, väterliche Ansprache vernehmen, die euch nur Meinen Willen kundgibt, und sowie ihr diesen Willen erfüllet, kann auch euer Leben ruhig und doch erfolgreich verlaufen.... Beachtet ihr jedoch Meine sanfte Ansprache nicht, muß Ich Mich deutlicher zu erkennen geben, weil Meine Liebe euch nicht aufgibt, weil Ich alles versuche, um euch für Mich zu gewinnen, um euch zum Leben zu erwecken, das ewig währet. Denn ihr gehöret Mir, und ihr haltet euch nur selbst von Mir entfernt, Ich aber will, daß ihr von selbst zu Mir zurückkehret, und was euch nun auch begegnet an Leid und schweren Schicksalsschlägen, es sind immer nur Mittel, die Ich als Erfolg-versprechend erkenne und anwende, weil Ich euch liebe und euch niemals aufgeben werde, und ob ihr euch noch solange Meiner Liebe widersetzet. Darum wundert euch nicht, wenn sich die Not und Trübsal mehret, denn es geht dem Ende zu, und Ich will immer noch Seelen retten vor dem Lose der Neubannung, was nur möglich ist, wenn Ich anerkannt werde von euch als Gott und Schöpfer, wenn ihr Mich in der Not anrufet im Glauben, daß es eine Macht gibt, Die euch helfen kann, aus Der ihr selbst hervorgegangen seid.... Und glaubet es, ihr Menschen, daß dann auch eure Not nachlassen wird, daß ihr Meine Hilfe deutlich verspüren werdet. Und dann werdet ihr Mich auch als einen Gott der Liebe erkennen können, denn eure Bindung mit Mir gibt euch auch ein innerliches Licht über Mich Selbst. In der kommenden Zeit aber wird noch viel Unheil über die Erde gehen, und nur, die Mich schon gefunden haben, ersehen darin Hilfsmittel, um die Menschen aus der geistigen Not herauszuführen, die anderen aber werden zweifeln oder gänzlich einen Gott der Liebe leugnen, denn sie sind der Welt so verhaftet, daß sie keinerlei Bindung haben mit dem geistigen Reich, mit dem Reich, das nicht von dieser Welt ist. Ihr Sinnen und Trachten ist nur rein weltlich gerichtet, und jeden Hinweis auf einen Gott lehnen sie spöttisch zurück.... bis sie dann selbst in eine Not geraten, in der sie sich keinen Ausweg ersehen.... Dann trete Ich ihnen wieder ganz nahe, Ich lasse den Gedanken an einen Gott, Der helfen kann, in ihnen aufsteigen, und die große Not kann sie dann auch veranlassen, sich an diesen Gott zu wenden.... So werden euch alle leidvollen Geschehnisse, alle Katastrophen und alle sonstigen Schicksalsschläge erklärlich werden, denn es ist kein Zufall, sondern alles Meine Fügung oder Meine Zulassung, auf daß den Seelen noch Hilfsmittel geschenkt werden, die sie zu Mir finden lassen sollen.... Wenn aber auch dann noch die Herzen verhärtet bleiben, dann kann nur noch ein Naturgeschehen von größtem Ausmaß die Menschen zur Besinnung bringen, doch auch ein solches ist nicht glaubenzwingend, denn die ganz verstockten Menschen werden auch daran keine höhere Macht erkennen und anerkennen wollen, dann aber sind sie gänzlich Meinem Gegner verfallen, und das Los einer Neubannung ist ihren Seelen gewiß. Solange aber die Erde in ihrer alten Form noch besteht, so lange suche Ich, die Menschen zur Wandlung ihres Willens zu bewegen, und Ich wende noch viele Mittel an, die ihr nicht mit der Liebe eines Gottes vereinbar findet. Ich aber weiß es, was einem jeden einzelnen dienet, Ich weiß es, wie seine Seele beschaffen ist, und entsprechend wirke Ich auf ihn ein. Doch glücklich seid ihr Menschen zu nennen, wenn ihr von einem liebenden Gott und Vater überzeugt seid.... Dann werdet ihr alles, was euch begegnet.... und ob es euch noch so schwer trifft.... mit einer Gelassenheit tragen und immer nur zu Mir eure Zuflucht nehmen, und Ich werde euch wahrlich nicht enttäuschen. Denn einem gläubigen Menschen gewähre Ich allzeit Hilfe, weil sein Glaube auch ungewöhnliches Einwirken zuläßt. Der rechte Glaube aber geht aus der Liebe hervor, und die Liebe strebet Mir als der Ewigen Liebe auch zu.... Es knüpft der Mensch eine feste Bindung an mit Mir, und er wird auch nimmermehr sich von Mir entfernen. Er hat auf der Erde die letzte Willensprobe abgelegt, er hat sich frei entschieden für Mich und sich von Meinem Gegner endgültig getrennt.... Und das allein suche Ich zu erreichen, solange der Mensch noch auf Erden weilt. Denn Ich will, daß er wiedereingehen kann in seine wahre Heimat, daß er das Reich betreten kann, wo Glück und Seligkeit ist, wo alles Leid vergangen ist und er nun das Leben findet, das ewig währet....

Amen

Vertaler
This is an original publication by Bertha Dudde