Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Opheldering over voorspraak

Hoe vaak al is u de eigenlijke zin van uw bestaan op aarde voorgehouden, dat het alleen om uw band met Mij gaat, die u eens vrijwillig verbrak, omdat u Mij niet wilde erkennen. Want u kon Mij niet zien en u erkende daarom diegene als uw heer en schepper, die voor u zichtbaar was: Mijn eerstgeschapen lichtgeest Lucifer. Dit was uw val, het was de grote oerzonde, de motivatie van uw bestaan als mens. En in dit bestaan is er slechts één enkel doel na te streven: de band met Mij te herstellen en Mij daardoor ook weer te erkennen als uw God en Schepper, uit Wiens Liefde u eens bent voortgekomen. En deze band kan geen ander wezen voor u tot stand brengen, ze kan alleen maar uw eigen werk zijn. Daarvoor is uw wil vereist, die vrij is en blijven zal, al stelt u deze beslissing nog zolang uit. Ze blijft u niet bespaard, wanneer eens het doel moet worden bereikt, gelukzalig te worden, zoals u het was in het allereerste begin. En deze definitieve aaneensluiting brengt alleen de liefde tot stand, dus zult u bereid moeten zijn in liefde te leven. Maar daartoe zult u nooit gedwongen worden. Als gevolg van de oerzonde is uw wil echter erg verzwakt en hij heeft versterking nodig. En deze versterking van de wil is de grote genade, die de Mens Jezus door zijn werk van verlossing voor u heeft verworven. Is het u dus mogelijk u aan Hem over te geven en Hem te vragen om versterking van uw wil, dan zult u ook zeker uw doel bereiken.

Maar nooit kan van de kant van de lichtwereld beslissend op uw wil worden ingewerkt. Echter van de kant van de medemensen kan er voor u liefdevolle voorspraak worden verricht, wanneer u zelf te zwak bent de weg naar het kruis te gaan. Dan kan de liefde van een medemens voor u voorspreken en Ik zal zo’n gebed waarlijk verhoren, doordat de mens kracht wordt toegevoerd, die de liefde voor deze afsmeekt. Want de liefde is een kracht en doet u ze bewust een zich in geestelijke nood bevindende mens toekomen, dan zal ze ook bij hem een uitwerking van kracht hebben, hetzij dat hij dan vanzelf de weg naar het kruis gaat of dat hij zelf in liefde werkzaam is en hij tot inzicht komt. Steeds is de liefdevolle voorspraak voor de medemensen een niet te onderschatten hulpmiddel om dwalende zielen te redden.

Maar het is een zeer onjuist denkbeeld, wanneer u lichtwezens vraagt om voorspraak. Bedenk dat deze wezens helemaal van liefde zijn doordrongen, die waarlijk alle ongelukkige wezens geldt. Denk eraan, dat geen wezen van hun wil om te helpen zou zijn uitgesloten en er bijgevolg geen onverlost wezen meer zou kunnen zijn, wanneer ook de lichtwezens niet zouden zijn gebonden aan goddelijke wetten, waarmee ze niet in strijd kunnen handelen. Maar deze wezens zijn op de hoogte van het laatste doel van een mens op aarde. Ze weten, dat alleen in vrije wil de erkenning van hun God en Schepper plaats kan hebben en dat deze erkenning de te doorstane wilsproef is, ten behoeve waarvan de mens op aarde leeft. Ze weten, dat de band met Mij hersteld moet worden, die ieder wezen zelf moet nastreven en aangaan, in alle vrijheid, zonder enige dwang.

Maar de liefde van de lichtwezens is zo diep, dat ze waarlijk voldoende zou zijn om ieder wezen in een ogenblik te veranderen, juist omdat ze kracht is, die nooit haar uitwerking mist. Dus moet ook deze liefde van Mij uit worden ingedamd. Dat wil zeggen ook deze lichtwezens moeten aan wetten zijn onderworpen, waarop ze echter al daarom acht slaan, omdat ze helemaal in Mijn Wil zijn binnengegaan, omdat ze daarom ook weten, wat dienstig is voor de mens om zelf het laatste doel - de vereniging met Mij - te bereiken. Toch kunnen de lichtwezens ook middels gedachten inwerken, in zoverre, dat ze de medemensen aansporen tot voorspraak en deze zal dan waarlijk niet zonder uitwerking zijn.

Ik wil, dat de mensen rechtstreeks de weg naar Mij nemen en niet proberen op omwegen een doel te bereiken, dat echter op omwegen niet te bereiken is, wat u zou begrijpen, wanneer u weet zou hebben van de hoge graad van liefde van alle lichtwezens. Wanneer u nu deze wezens om voorspraak verzoekt, wat moeten ze dan wel voor u bij Mij afsmeken? Dat Ik tegen Mijn wet van ordening in moet handelen en de mensen ontslaan van de voorwaarden, die een terugkeer naar Mij, een verandering van hun wezen, mogelijk maken? Wie in ernst de lichtwezens om hulp vraagt, zal door hen waarlijk ook in het juiste denken worden geleid en dan zal hij dát doen, wat overeenstemt met Mijn Wil, want de lichtwezens zijn door dezelfde wil bezield als Ik en zullen u waarlijk alleen zó proberen te beïnvloeden. En dan zult u ook zeker uw doel op aarde bereiken, want ze spannen zich steeds alleen maar in om u naar Mij toe te leiden, u het verlossingswerk van Jezus onder ogen te brengen. Ze zullen u de weg tonen, die u zult moeten gaan, maar ze kunnen hem niet voor u gaan.

En wees er nu op bedacht, dat een gebed tot Mij al de band met Mij betekent, die zin en doel van het leven op aarde is, dat u dus een rechtstreekse band met Mij omzeilt, wanneer u de lichtwezens om voorspraak vraagt. En welk resultaat verwacht u nu voor u van de voorspraak, die de wezens tot Mij moeten richten? Steeds weer zeg Ik u: u zult de lichtwezens wel om hulp kunnen vragen, wanneer u tevoren Mij al uw wil hebt bewezen. En ze zullen u helpen, omdat ze alleen maar de uitvoerders van Mijn Wil zijn en ze daarin hun gelukzaligheid vinden. Maar nooit kunnen ze voor u de band met Mij door voorspraak tot stand brengen, want ze zijn altijd met Mij verbonden en ze zullen steeds alleen maar willen, dat ook u in vrije wil deze band aangaat, omdat dit uw eigenlijke doel in het leven op aarde is. En zolang u zich nog tot de lichtwezens om voorspraak wendt, zijn uw gedachten ook nog niet door deze lichtwezens geleid, maar probeert Mijn tegenstander u zo te beïnvloeden, dat u de weg naar Mij verlengt, omdat hij juist uw definitieve terugkeer naar Mij wil verhinderen.

Voorspraak kan alleen worden verricht van de kant van de mensen voor elkaar of voor de nog onrijpe zielen in het rijk hierna, wanneer dan de graad van liefde van de voorspreker zich doet gevoelen als kracht voor de ander, voor wie het gebed is bedoeld en omdat Ik dan terwille van die onbaatzuchtige liefde Mijn Kracht doe toekomen aan diegenen, die ze nodig hebben en aan wie in liefde door voorspreken wordt gedacht. Maar voor het lichtrijk is het begrip voorspraak niet van toepassing. Het denken van diegenen, die zich op voorspraak verlaten, is op een dwaalspoor geleid en verlengt alleen maar de weg van terugkeer naar Mij, wat alleen de tegenstander heeft beoogd door deze onjuiste leer.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Chiarimento sull’intercessione

Quante volte vi è già stato sottoposto il vero scopo della vostra esistenza terrena, che si tratta soltanto del vostro legame con Me che una volta avete sciolto liberamente, perché non avete voluto riconoscerMi, perché non Mi potevate contemplare e perciò avete riconosciuto come vostro signore e creatore colui che vi era visibile: il Mio spirito di Luce primo creato, Lucifero. Questa era la vostra caduta, era il grande peccato Ur, la motivazione della vostra esistenza come uomo. Ed in questa esistenza è da perseguire soltanto una unica meta: di ristabilire di nuovo il legame con Me e così anche riconoscerMi di nuovo come vostro Dio e Creatore, dal Cui Amore siete una volta proceduti. E questo legame non lo può stabilire nessun altro essere per voi, può essere soltanto la vostra propria opera, dipende solo dalla vostra volontà che è e rimarrà libera, di quanto rimandiate questa decisione. Non vi rimane risparmiata se una volta dev’essere raggiunta la meta di diventare beato, come lo siete stati in principio. E soltanto l’amore produce questa definitiva unificazione, quindi dovete essere volonterosi di vivere nell’amore, ma non ne sarete mai costretti. Come conseguenza del peccato Ur però la vostra volontà è molto indebolita e perciò ci vuole una fortificazione. E questa fortificazione della volontà è la grande Grazia che l’Uomo Gesù ha conquistato per voi tramite la Sua Opera di Redenzione. Se vi è quindi possibile di darvi a Lui e di pregarLo per la fortificazione della vostra volontà, allora raggiungerete anche certamente la vostra meta. Ma da parte del mondo di Luce non può mai essere agito in modo determinante sulla vostra volontà, ma da parte di prossimi può essere prestata per voi amorevole intercessione, quando voi stessi siete troppo deboli per percorrere la via verso la Croce. Allora l’amore di un prossimo può pregare per voi ed Io esaudirò davvero una tale preghiera, mentre viene rivolta la Forza a quell’uomo che l’amore chiede per costui. Perché l’amore è una Forza e se l’impiegate coscientemente ad un prossimo che si trova nella miseria spirituale, allora agirà anche su di lui come Forza, a meno che non sia egli stesso che prende la via verso la Croce oppure che egli stesso agisca nell’amore e giunga alla conoscenza. L’amorevole intercessione per i prossimi è un mezzo ausiliario mai da sottovalutare per la salvezza di anime erranti. Ma è una immaginazione totalmente errata se vi rivolgete agli esseri di Luce per l’intercessione. Ricordate che questo essere è compenetrato totalmente dall’Amore, che è davvero per tutti gli esseri infelici, ricordate che nessun essere sarebbe escluso dalla sua volontà d’aiuto e così non potrebbe esistere più nessun essere non-liberato, se anche gli esseri di Luce non fossero legati alle Leggi divine, le quali non possono infrangere. Questi esseri però conoscono l’ultima meta di un uomo sulla Terra, loro sanno che la riconoscenza del loro Dio e Creatore può aver luogo solamente nella libera volontà e che questo riconoscimento è la prova di volontà superata, per il qual scopo l’uomo vive sulla Terra. Loro sanno che deve essere ristabilito il legame con Me, a cui ogni essere stesso deve ambire e svolgere, in tutta la libertà, senza alcuna costrizione. Ma l’amore degli esseri di Luce è così profondo, che basterebbe davvero di trasformare ogni essere in un attimo, appunto perché è Forza che non manca mai il suo effetto. Quindi anche questo amore dev’essere da Me frenato, cioè anche questi esseri di Luce devono essere sottoposti a delle Leggi che però rispettano già per il fatto che sono entrati totalmente nella Mia Volontà, perché così sanno anche ciò che serve all’uomo per raggiungere lui stesso l’ultima meta, l’unificazione con Me. Ma gli esseri di Luce possono anche agire mentalmente in quanto che stimolano i prossimi all’intercessione che poi non sarà davvero senza effetto. Io voglio che gli uomini percorrano direttamente la via verso Me e non cerchino di raggiungere una meta per vie traverse, che però non si può raggiungere per tali vie, cosa che comprendereste se sapeste dell’alto grado di Luce di tutti gli esseri di Luce. Se ora vi rivolgete a questi esseri per l’intercessione, che cosa devono richiedere da Me? Che Io devo agire contro la Mia Legge dell’Ordine e slegare gli uomini dalle condizione che rendono possibile un ritorno a Me, una trasformazione del loro essere? Chi chiede seriamente l’aiuto agli esseri di Luce, viene da loro davvero anche guidato nel giusto pensare ed allora farà ciò che corrisponde alla Mia Volontà, perché gli esseri di Luce sono animati dalla stessa Volontà come Me e cercano di influenzarvi davvero soltanto così, ed allora raggiungete certamente anche la vostra meta sulla Terra, perché si sforzano sempre soltanto di condurvi a Me, di tenere davanti agli occhi vostri l’Opera di Redenzione di Gesù. Vi mostreranno la via che dovete percorrere, ma non la possono percorrere per voi. Ed ora pensate che una preghiera a Me significa già un legame con Me, che è scopo e meta della vita terrena, che voi, quando chiedete l’intercessione agli esseri di Luce, raggirate un diretto legame con Me. Quale successo vi promettete ora dall’”intercessione”, che quegli esseri devono rivolgere a Me? Vi dico sempre di nuovo che potete bensì chiedere l’aiuto agli esseri di Luce, se dapprima avete già dimostrato a Me la vostra volontà, e vi aiuteranno, perché sono soltanto esecutori della Mia Volontà ed in ciò trovano la loro beatitudine. Ma non possono mai stabilire per voi il contatto con Me attraverso l’intercessione, perché sono sempre uniti con Me, e vorranno sempre soltanto volere che anche voi entriate in questo legame nella libera volontà, perché questo è il vero scopo della vostra vita terrena. E finché vi rivolgete ancora agli esseri di Luce per l’ ”intercessione”, i vostri pensieri non sono ancora guidati da questi esseri di Luce, ma il Mio avversario cerca di influenzarvi in modo che prolunghiate soltanto la via verso Me, perché vuole appunto impedire il vostro definitivo ritorno a Me. L’intercessione può essere prestata soltanto da parte degli uomini reciprocamente oppure per le anime ancora immature nel Regno dell’aldilà, se poi il grado d’amore del richiedente ha effetto come Forza per l’altro per cui è fatta la preghiera, e perché Io rivolgo poi la Mia Forza per via dell’amore disinteressato a coloro che ne hanno bisogno e che vengono ricordati nella preghiera d’amore. Il concetto “intercessione” non è pertinente per il Regno di Luce. Il pensare di coloro che confidano nell’intercessione, è guidato erroneamente e prolunga soltanto la via del ritorno a Me, che è solo ciò che intende l’avversario attraverso questo errato insegnamento.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Ingrid Wunderlich