Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Het gevaar van arrogantie

Wie mijn woord ter harte neemt: "U bent allen zondaars" - zal ook in diepste deemoed blijven. Hij zal niet arrogant zijn en ook geen hard oordeel vellen, want het inzicht zelf nog niet volmaakt te zijn, zal hem er steeds aan laten denken dat hij een zwak mens is die mijn kracht en versterking nodig heeft en hij zal met een deemoedig hart tot Mij komen en Mij erom vragen. Wie daarentegen van zichzelf en zijn eigenwaarde overtuigd is, diens wezen zal hoogmoed verraden, die zal zich boven zijn medemensen verheffen en deze aanmatiging zal zich uiten in geringschatting van anderen, in liefdeloos oordelen en in de mening een hoger weten te bezitten en daardoor ook geen onderrichting meer nodig te hebben, of deze nu van aardse of geestelijke aard is. Steeds zal de arrogante mens geloven dat niveau bereikt te hebben vanwaar hij op de medemensen kan neerkijken.

En de verwaandheid die hem in de diepste diepte liet neerstorten, is waarlijk deel van mijn tegenstander, want hij verhief zich boven Mij, zijn God en Schepper en van de geschapen wezens trok hij een grote schare met zich mee de diepte in. Aan al deze gevallen wezens kleeft nog veel van de arrogante geest wanneer ze als mens hun laatste wilsproef moeten afleggen. En de verwaandheid is een teken van onvolmaaktheid, dat heel bedenkelijk is, waartegen de mens nu moet strijden in het aardse leven, tot hij geheel deemoedig wordt tegenover Mij en zich dan ook tegenover zijn medemens niet groter zal voordoen dan hij is, maar het volste begrip heeft voor diens zwakheden, omdat hij zelf zijn eigen onvolmaaktheid inziet.

Bij een juiste band met Mij hoort echter diepste deemoed en zodra de mens bekent dat hij zondig is en zich als zodanig ziet, zal hij ook tot Jezus Christus zijn toevlucht nemen en Hem smeken hem vrij te maken. De deemoed zal hem met innigheid laten roepen tot Hem en hij zal genade vinden voor Zijn ogen, want "de deemoedige schenk Ik mijn genade". En geen mens kan van zichzelf aannemen dat hij volmaakt is zolang hij op aarde leeft. Hij kan alleen een hogere graad van inzicht bezitten, maar juist dit zal hem steeds deemoediger laten worden, omdat hij de grootte van zijn God en Schepper beseft en de oneindige liefde die deze God en Schepper Zijn schepselen schenkt, die het schepsel wel onuitsprekelijk gelukkig maakt maar hem niet verwaand laat worden.

Arrogantie is steeds nog een teken van gebrekkig inzicht, want de tegenstander probeert het licht te verduisteren. De tegenstander heeft nog vat op de mens wanneer deze overtuigd is van zichzelf en zijn eigenwaarde. U allen hebt nog erg te strijden tegen dat euvel, want steeds weer zal mijn tegenstander u een verkeerd gevoel van meerderwaardigheid inblazen. Hij zal steeds weer de kunst verstaan een zwakke plek te vinden waar hij in u een gevoel van eigendunk kan wekken. En u moet daarom op uw hoede zijn en elk gevoel van verwaandheid in de kiem trachten te smoren, want altijd moet u eraan denken dat uw Heiland en Verlosser Jezus Christus de weg van de diepste deemoed is gegaan om juist voor uw val door hoogmoed verzoening tot stand te brengen. U moet aan Zijn kwellingen en lijden denken die die verzoening van Hem eiste. En u moet weten dat uw gang over de aarde het gevolg is van die val in de diepte die de hoogmoed veroorzaakt heeft.

De terugkeer naar Mij kan alleen over de weg van de deemoed plaatsvinden en de weg over de aarde moet u dit inzicht brengen dat u zwakke hulpeloze wezens bent die mijn liefdevolle hulp nodig hebben om weer omhoog te klimmen en die Mij steeds maar weer om hulp moeten vragen als ze de weg over de aarde met succes willen afleggen. Wie echter nog een arrogante geest heeft, is nog ver van Mij en zal Mij ook moeilijk vinden. Want in hem kan zich ook niet de ware liefde ontplooien die de naaste omvat, maar hij zal zich in zijn verwaandheid verre houden van hem die hij liefde moet schenken. En daar een mens alleen maar rijp kan worden door een leven in liefde, zal de arrogante mens geen geestelijke vooruitgang boeken, maar op hetzelfde niveau blijven staan, als hij tenminste niet helemaal wegzinkt omdat mijn tegenstander hem nog gekluisterd houdt.

Strijd daarom tegen deze kwaal en oefen op uzelf scherpe kritiek uit, dan zult u fouten ontdekken die u klein laten worden en u zult afdalen van de troon die u voor uzelf hebt opgericht in het verkeerd taxeren van uw betekenis. Alleen de deemoed zal u rijp laten worden, want dan zult u genaden van Mij ontvangen in overvloed. Ik zal Me zelf over u ontfermen, want in de deemoed komt u dichter bij Mij. En uw gebed tot Mij zal innig en vol overgave zijn en Ik zal uw verzoek inwilligen. Ik zal u naar Mij toe trekken als mijn kinderen, want u hebt u dan definitief afgescheiden van mijn tegenstander - die tot mijn tegenstander werd omdat hij zich verhief boven Hem uit wiens kracht hij was voortgekomen.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

El peligro de la soberbia

El que se toma a pecho mis Palabras: “En todo caso sois pecadores”, él también se quedará en profunda humildad; no será presumido ni emitirá un juicio duro, porque la consciencia de su propia imperfección siempre hará que se acordará que él mismo es un hombre débil - un hombre que precisa fuerza y fortalecimiento por mi parte... y con el corazón humilde se dirigirá a Mí para pedírmelos.

El que contrario a esto está engreído de sí mismo y de su propia importancia, su comportamiento revelará altanería pues tratará a sus prójimos con desprecio, y esta presunción se manifestará en un menosprecio de los demás, en un criterio falto de amor y en la convicción de ser más sabio y por eso ya no necesitar enseñanzas terrenales ni espirituales.

El hombre presumido siempre estará convencido de haber alcanzado un nivel en que puede mirar a los semejantes con desprecio. Pues esta arrogancia es realmente un atributo de mi adversario - fue la que le tiró a las profundidades más profundas, porque él se elevó sobre Mí –su Dios y Creador– y llevó consigo un enorme ejército de los seres creados a las profundidades.

Cuando todos estos seres caídos tienen que sostener su última prueba de voluntad –como hombres en la Tierra– todavía les queda apegado mucho del espíritu presumido. Pues la arrogancia es un síntoma preocupante de la imperfección contra el que el hombre ahora tiene que luchar en la vida terrenal, hasta que haya llegado a la humildad más profunda ante Mí. Entonces ya no se dará importancia ante los semejantes sino será comprensivo con las debilidades de estos, porque está consciente de sus propias deficiencias.

Para una verdadera unión conmigo hace falta la humildad más profunda. Y nada más que el hombre reconozca que es pecador, también va a refugiarse en Jesucristo y rogarle que le libere, porque la humildad hará que le llame íntimamente, por lo que encontrará Gracia ante sus Ojos, pues “al humilde regalo mi Gracia”45.

No hay hombre que –mientras viva en la Tierra– pueda presumir de sí que es perfecto. Ya puede tener un mayor grado de reconocimiento, pero precisamente esto hará que él se haga cada vez más humilde, porque reconoce la Magnificencia de su Dios y Creador. Y reconoce el Amor que este Dios y Creador dirige a sus criaturas - lo que las deleita indeciblemente, pero no permite que estas lleguen a ser soberbias.

La soberbia sigue siendo una señal de reconocimiento deficiente, porque el adversario procura enturbiar la Luz. Mientas el hombre todavía esté convencido de sí mismo y de su importancia, parte del hombre corresponde todavía al adversario. Todos vosotros debéis todavía luchar mucho contra este mal, porque cada vez de nuevo el adversario os insuflará un sentimiento de alteza fingida... cada vez de nuevo sabrá encontrar un objetivo donde en vosotros puede despertar una vanidad.

Por eso, todos vosotros debéis manteneros alerta, y cada sensación de arrogancia erradicarla desde los comienzos. Pues siempre deberíais acordaros que vuestro Salvador y Redentor Jesucristo ha ido el camino de la más profunda humildad, precisamente para expiar vuestra caída por altanería. Debéis acordaros de sus tormentos y sufrimientos que aquella expiación le exigía...

Y debéis saber que vuestro paso por la Tierra es una consecuencia de aquella caída a las profundidades provocada por la altanería. El regreso a Mí sólo puede realizarse por el camino de la humildad, y el paso por la Tierra debe aportaros el reconocimiento que sois seres desamparados que precisan de mi Ayuda amorosa para poder volver a las Alturas y que, si quieren recorrer este camino terrenal con éxito, siempre sólo deben pedir mi Ayuda.

Pero todo aquel que todavía es de espíritu presumido se encuentra todavía muy lejano de Mí, de modo que difícilmente me encontrará; porque en él difícilmente puede desarrollarse el amor verdadero –el amor que abraza al prójimo– puesto que dentro de su arrogancia se apartará de aquel al que debería regalar amor... Como el ser humano sólo puede madurar mediante una vida en amor, el arrogante no obtendrá progreso alguno sino se quedará en el mismo nivel - a no ser que se hunda aún más porque mi adversario todavía le mantiene atado.

Por eso luchad contra este mal y criticaos a vosotros mismos seriamente, pues descubriréis defectos en vosotros; lo que hará que os hagáis pequeños y que descendáis del trono que vosotros mismos os habíais erigido en valoración errónea de vuestro propio “valor”. Únicamente la humildad hará que maduréis, porque entonces recibiréis Gracias en abundancia, pues Yo mismo me haré cargo de vosotros. Porque en la humildad os acercáis a Mí, y vuestra oración dirigida a Mí será íntima y dedicada. Y Yo os concederé vuestro ruego... os atraeré a Mí como “niños” Míos porque entonces os habéis separado definitivamente de mi adversario - el que llegó a ser adversario Mío por su arrogancia ante Aquel de cuya Fuerza había surgido.

Amén.

Vertaler
Vertaald door: Meinhard Füssel