Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Het smartelijk lot van de zielen in het hiernamaals

Wie zich aan de wereld heeft overgeleverd, moet en zal de dood vrezen, want de mens is niet vergaan wanneer hij sterft, maar de ziel heeft hem verlaten, die niet sterven kan en nu in het geestelijke rijk verder bestaat in een toestand die past bij haar aardse leven. De ziel kan nu pas het ware leven binnengaan, dat eeuwig duurt en een staat van gelukzaligheid is, omdat ze in volledige vrijheid, in licht en kracht nu kan scheppen naar eigen wil, die echter ook mijn wil is omdat ze zich aan mijn wil geheel ondergeschikt heeft gemaakt. Maar ze kan ook in een smartelijke toestand in het rijk hierna vertoeven, in duisternis en onmacht en toch in het bewustzijn van zichzelf. Dan kan men wel van dood spreken, maar niet van een staat van volledig vergaan. En juist daarin bestaat haar kwelling, dat zij weet in welke volheid van kracht ze leefde op aarde en dat ze nu niet bij machte is en niet bekwaam iets te volbrengen. Dat zij het zelfbewustzijn behoudt, betekent voor haar juist die vergrote kwelling, maar het kan de ziel ook daartoe helpen dat ze uit deze dode toestand tevoorschijn komt, dat ze helpers die haar in het rijk hierna tegemoet gaan gehoor schenkt en ook hun aanwijzigingen opvolgt die de ziel al een lichte verbetering opleveren.

Maar het is uiterst moeilijk de zielen ertoe te brengen zich om andere ongelukkige zielen te bekommeren, omdat ze steeds alleen maar met zichzelf bezig zijn, omdat hun zoals op aarde de liefde ontbreekt en altijd nog de eigenliefde overheersend is. Maar alleen door liefde kan het de ziel mogelijk zijn op te klimmen in het hiernamaals. Zij zelf moet liefdevolle voorbeden ontvangen, die ze als kracht voelt en waardoor het dan ook mogelijk is dat ze haar wil verandert. En ze moet zelf de liefde in zich wekken doordat ze ook aandacht schenkt aan haar hulpbehoevende broeders in het hiernamaals en bereid is tot enige hulpverlening. Dit wordt door de ziel dan ook als het toestromen van kracht ondervonden en de wil tot liefde wordt gestimuleerd, die alleen de ziel uit haar kwellende toestand kan bevrijden.

Gaat ze in volslagen duisternis het rijk hierna binnen, dan kan het zeer lang duren tot ze zich van haar ellendige toestand bewust is en ze naar een verbetering smacht. Maar zodra eenmaal het verlangen in haar opkomt om haar "dode" toestand te veranderen, zodra ze inziet dat ze niet meer op aarde vertoeft en toch niet is vergaan, zal ze ook nadenken over haar toestand en proberen hieruit te komen. En deze wil al bezorgt haar helpers: lichtwezens, die verkleed naar haar toekomen en haar duidelijk proberen te maken dat zij ook uit haar toestand kan komen wanneer ze daar de wil toe heeft. Juist de mensen die geheel ongelovig van de wereld zijn heengegaan, hebben veel voorbede van menselijke zijde nodig, opdat ze in het hiernamaals zo'n wil opbrengen en streven naar een verbetering van hun toestand. Want elk gebed voor deze zielen bezorgt hun toevoer van kracht en nooit gaat deze kracht verloren wanneer de ziel maar mensen op aarde achterlaat die haar in een voorbede gedenken.

U mensen zult er daarom veel toe kunnen bijdragen dat ook zulke zielen de dood overwinnen, dat zij daarboven nog tot leven komen. Want zolang de ziel zelfbewust is, geef Ik haar niet op, want zolang is ze ook in staat haar wil te veranderen, die zich alleen op Jezus Christus hoeft te richten en die haar de verlossing ook verzekert. Maar als ze zo diep wegzinkt dat geen lichtvonkje haar meer bereikt, dan stuurt ze steeds verder aan op de diepte en ze verhardt weer. En dit betekent ook weer het oplossen en verliezen van het zelfbewustzijn, het betekent hernieuwde kluistering in de materie en het begin van een nieuwe verlossingsperiode, omdat geen wezen verloren gaat, omdat geen wezen eeuwig dood blijft, maar eens in alle zekerheid weer het leven bereikt dat eeuwig duurt.

Ook in het rijk hierna wordt er geworsteld om zulke zielen, dat ze deze hernieuwde kluistering niet meer hoeven door te maken. En ieder mens die in liefde aan zulke zielen denkt, is bezig met het verlossingswerk en de zielen zullen hem eeuwig dankbaar zijn dat hij ze uit de nacht van de dood naar het licht van de dag leidde. Want datgene wat eens als wezen uit Mij is voortgekomen, kan niet vergaan. Maar pas wanneer dit geschapene in vrijheid, licht en kracht werkzaam kan zijn, is het tot leven gekomen, dat nu echter eeuwig niet meer verloren gaat.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

O destino agonizante das almas na vida após a morte....

Qualquer pessoa que se tenha dedicado ao mundo deve e irá temer a morte, pois o ser humano não faleceu quando morre, mas a alma deixou-o, que não pode morrer e que agora continua a existir no reino espiritual num estado que corresponde à sua vida terrena. Só então a alma pode entrar na verdadeira vida, que dura para sempre e é um estado de felicidade, porque pode agora criar na máxima liberdade, em luz e força, de acordo com a sua vontade, mas que é também a Minha vontade, porque se subordinou completamente à Minha vontade.... Contudo, também pode habitar num estado agonizante no reino do além, na escuridão e na impotência e ainda na consciência de si próprio. Então pode-se certamente falar de morte, mas não de um estado de perecimento completo.... E precisamente nisto consiste a sua agonia, que sabe em que plenitude de força viveu na terra, e é agora impotente e incapaz de qualquer realização.... O facto de reter a consciência do ego significa a mesma agonia crescente para ele, mas também pode ajudar a alma a emergir deste estado morto, a ouvir os ajudantes que o encontram no reino do além e também a seguir as suas instruções que já resultam numa ligeira melhoria para a alma. No entanto, é extremamente difícil induzir as almas a cuidarem de outras almas infelizes porque elas só estão preocupadas consigo próprias, porque lhes falta amor como na terra e o amor-próprio ainda é predominante. No entanto, só através do amor pode ser possível uma ascensão no além para a alma.... Deve receber a própria intercessão amorosa, que sente como força, e então também é possível que mude a sua vontade. E deve despertar o amor em si mesmo, prestando também atenção aos seus irmãos do além que sofrem privações e estando dispostos a ajudar de pequenas maneiras..... Estes serão então também sentidos pela alma como um influxo de força, e a vontade de amar será estimulada, o que por si só pode libertar a alma da sua situação agonizante. Se entrar no reino do além em completa escuridão espiritual, pode demorar muito tempo até estar consciente da sua situação miserável e anseia por uma melhoria.... Mas assim que o desejo de mudar o seu estado de morte for despertado nele, assim que perceber que já não está na terra e ainda não faleceu, reflectirá também sobre a sua situação e tentará sair dela. E isto já a levará a ajudantes, seres de luz, que vêm ter com ela disfarçados e tentam fazê-la compreender que também pode sair da sua situação se tiver a vontade de o fazer.... Especialmente as pessoas completamente infiéis que partiram da terra requerem muita intercessão por parte dos seres humanos, de modo a reunirem essa vontade no além e lutarem por uma melhoria da sua situação. Pois cada oração por estas almas transmite-lhes força, e esta força nunca se perderá se apenas a alma deixar para trás pessoas na terra que se lembrem dela em intercessão.... Vocês, humanos, podem portanto fazer muito para ajudar estas almas a vencer a morte, para que ainda venham à vida do outro lado.... Enquanto a alma estiver consciente de si mesma não a abandonarei, enquanto for capaz de mudar a sua vontade, que só precisa de se voltar para Jesus Cristo e a redenção também está assegurada para ela.... Mas se afundar tão baixo que nenhuma faísca de luz lhe atinja mais, então esforçar-se-á cada vez mais em direcção ao abismo e endurecerá novamente, e isto também significa dissolução e perda de autoconsciência novamente, significa o banimento renovado na matéria e o início de um novo período de redenção, porque nenhum ser se perderá para sempre.... porque nenhum ser permanecerá morto para sempre, mas uma vez que tenha atingido a vida novamente com toda a certeza, que dura para sempre. Essas almas também lutarão no reino do além para que não precisem mais passar por este novo banimento, e cada pessoa que amorosamente se lembra dessas almas está envolvida na obra da redenção, e as almas agradecer-lhe-ão eternamente por tirá-las da noite da morte para a luz do dia..... Pois aquilo que em tempos se originou de Mim como ser não pode passar, mas apenas quando este ser criado pode ser activo em liberdade, luz e força é que ganhou vida, que, no entanto, já não está eternamente perdido (pode ser perdido)...._>Ámen

Vertaler
Vertaald door: DeepL