Welk een karikatuur krijgt u van Mijn WEZEN als IK aan u wordt voorgesteld als een GOD van toorn en wraak, als een strenge rechter zonder erbarmen, die steeds alleen maar straft en veroordeelt maar nooit genade laat gelden. Zo'n GOD zult u steeds alleen vrezen en HEM uit vrees gehoorzaamheid bewijzen, u zult ook Zijn geboden alleen onderhouden uit vrees voor straf, maar u zult HEM nooit liefhebben zoals HIJ door u bemind wil worden.
Zolang dus voor u van MIJ zo'n beeld wordt ontworpen wandelt u niet in de waarheid. U bevindt u dan nog in geestelijke duisternis, zodat u moeilijk uw doel bereikt en de vereniging met MIJ vindt. Want alleen de liefde brengt dit tot stand, en deze liefde zult u nauwelijks voor een wezen opvatten dat op die manier aan u wordt voorgesteld.
IK echter wil uw liefde winnen, uw volste vertrouwen. IK wil door u gezien worden als trouwe VADER, Die met Zijn kinderen nauw verbonden wenst te zijn door de Liefde. En daarom moet u ook een juist beeld van Mij verkrijgen; de waarheid over Mijn WEZEN, Dat in zich Liefde, Wijsheid en Macht is, moet u geschonken worden. Dat hoogst volmaakt is en Dat u ook kunt liefhebben als u zich omvat voelt door Mijn Liefde, Die naar u uitgaat tot in alle eeuwigheid.
Een god die u straft als u gezondigd hebt, die zult u wel vrezen, maar niet kunnen liefhebben. IK echter straf u niet maar help u steeds alleen maar een uitweg te vinden uit uw zondige toestand en schenk u de kracht en genade,opdat u dit kunt. En nooit zal IK het wezen dat zondig geworden is in de diepte storten, nooit zal IK het verdoemen maar steeds proberen het uit de diepte omhoog te trekken, omdat het Mijn medelijden opwekt dat het zelf de weg naar de diepte heeft genomen. En alle middelen die IK aanwend om het gevallen, het zondig geworden wezen weer omhoog te leiden zijn bewijzen van Mijn Liefde, nooit echter strafakties die met Mijn oneindige Liefde onverenigbaar zijn. U behoeft dus aan zulke leren die MIJ voorstellen als een wrekende en straffende god geen geloof te schenken.
U mag dus ook de leer van de eeuwige verdoemenis afwijzen als een grote dwaalleer, want IK verdoem nooit een schepsel, veeleer heeft het zelf in vrije wil op de diepte aangestuurd en steeds alleen wil IK het weer uit de diepte bevrijden. Maar dat nu Mijn rechtvaardigheid niet uitgeschakeld mag worden verduidelijkt u alleen, dat IK een wezen de gelukzaligheid niet schenken kan dat zich vrijwillig van Mij heeft verwijderd - en zich naar de diepte heeft begeven.
Maar als u aan MIJ denkt, moet u zich MIJ steeds voorstellen als een goede,uitermate liefdevolle VADER,Die steeds bereid is u ZijN Liefde te schenken, Die echter door Zijn volmaaktheid ook niet buiten de eeuwige ordening om kan werken. Voor ieder wezen staat echter altijd de weg tot MIJ open. Ook het diepst gevallen wezen behoeft slechts zijn handen verlangend naar MIJ uit te steken en IK zal deze handen vast pakken en ze omhoog trekken. Want Mijn Liefde en erbarming is zo groot dat IK aan alle schuld voorbijga, als het wezen zich vrijwillig aan MIJ toevertrouwt.
Dan kan IK de schuld kwijtschelden omdat IK in de mens JEZUS daarvoor Mijn bloed vergoten heb - dus de schuld gedelgd werd zoals de gerechtigheid het vereist. En als IK u,mensen nu in alle waarachtigheid Mijn WEZEN beschrijf, dan zal het u ook niet zwaar vallen om in vrije wil de weg tot MIJ te nemen. Maar een god die u vrezen moet, draagt u weinig liefde toe. Juist daarom moet u, mensen de zuivere waarheid worden gebracht, een geestelijk weten dat u duidelijke opheldering geeft over MIJZELF, uw GOD en Schepper, DIE uw VADER wil zijn - want dwaalleren kunnen u niet naar de zaligheid voeren.
Daarom moeten deze dwaalleren gebrandmerkt worden, want ze zijn van Mijn tegenstander uitgegaan, die u in geestelijke duisternis wil houden en die alles doet om te verhinderen dat u de weg naar MIJ vindt, die de vrees voor MIJ in de harten van de mensen plant, om de liefde die het kind met de VADER verbindt - niet te laten ontkiemen. IK wil echter uw liefde winnen en doe u daarom ook de waarheid toekomen.
Amen
VertalerQual Immagine deformata ricevete del Mio Essere, quando vi vengo presentato come un Dio dell’ira e della vendetta, come un Giudice severo senza Compassione, che punisce e giudica sempre soltanto ma non lascia mai valere la Grazia. Dovete sempre soltanto temere un tale Dio, Gli attribuirete obbedienza per paura, adempirete anche i Suoi Comandamenti soltanto per paura da punizione, ma non Lo potete mai amare, come Io voglio essere amato da voi. E finché vi viene quindi sviluppata una tale Immagine di Me, non camminate nella Verità, vi trovate nell’oscurità spirituale, e difficilmente raggiungerete la vostra meta, difficilmente troverete l’unificazione con Me, perché questo lo può soltanto procurare l’amore, e difficilmente potrete sentire amore per un Essere che vi viene presentato in questo modo. Ma Io voglio conquistare il vostro amore, soltanto nella pienissima fiducia voglio essere riconosciuto da voi come Padre fedele, Che desidera Essere riconosciuto da voi come Padre fedele, Che desidera Essere strettamente unito con i Suoi figli attraverso l’amore. Perciò dovete anche avere una giusta Immagine di Me, vi dev’essere donata la Verità sul Mio Essere, Che in Sé E’ Amore, Sapienza e Potere, Che E’ sublimemente perfetto e che voi potete anche amare, quando vi sentite abbracciati dal Mio Amore che è per voi dall’Eternità. Un Dio che vi punisce, quando avete sbagliato, Lo temerete bensì, ma non Lo potete amare. Io non vi punisco, ma vi aiuto sempre soltanto ad uscire dal vostro stato peccaminoso, e vi dono la forza e la Grazia, affinché lo possiate. Non precipiterò mai ciò che è diventato empio nell’abisso, non lo condannerò mai, ma cercherò sempre soltanto di levarlo dall’abisso, perché Mi fa compassione, perché esso stesso ha preso la via nell’abisso. E tutti i mezzi che impiego per portare di nuovo in Alto lo spirituale caduto, ciò che è diventato empio, sono dimostrazioni del Mio amore, ma mai degli atti di punizione che sono inconciliabili con il Mio infinito Amore. Non dovete mai credere a tali insegnamenti, che Mi presentano come un Dio vendicativo e punitivo. Così potete anche rifiutare la dottrina dell’eterna dannazione come una grande dottrina d’errore, perché non condanno mai una creatura, ma essa stessa tende all’abisso nella libera volontà, ed Io la voglio sempre soltanto liberare di nuovo dall’abisso. Ma che ora la Mia Giustizia non dev’essere esclusa vi spiega soltanto che non posso regalare ad un essere la beata felicità, che si è allontanato da Me liberamente ed è andato nell’abisso, Ma quando pensate a Me, allora dovete sempre soltanto immaginarvi un Padre buono, oltremodo amorevole, il quale è sempre pronto a donarvi il Suo Amore, ma che attraverso la Sua Perfezione non può nemmeno agire inosservando l’eterno Ordine. Ma all’essere è sempre aperta la via verso di Me. Anche lo spirituale caduto più in basso deve soltanto tendere le mani verso di Me ed Io afferrerò queste mani e le trarrò in Alto, perché il Mio Amore e la Mia Compassione sono così grandi, che non guardo nessuna colpa, quando l’essere si dà liberamente a Me, perché allora posso cancellare la colpa, perché nell’Uomo Gesù ho versato il Mio Sangue, quindi ho estinto la colpa, come lo pretende la Giustizia. E quando a voi uomini il Mio Essere vi viene presentato in tutta la Veridicità, allora non vi sarà nemmeno difficile di prendere la via verso di Me nella libera volontà. Ma un Dio Che dovete temere, Gli portate puro amore e perciò a voi uomini dev’essere portata la pura Verità, un sapere spirituale, che vi dà un limpido chiarimento su Me Stesso, vostro Dio e Creatore, Che vuole essere vostro Padre; perché dottrine d’errore non vi possono condurre alla beatitudine. Perciò queste devono essere marchiate, perché sono procedute dal Mio avversario, che vi vuole trattenere nell’oscurità dello spirito, che fa di tutto per impedire, che voi troviate la via verso di Me, che semina la paura di Me nei cuori degli uomini, per non far sorgere l’amore, che unisce il figlio con il Padre. Ma Io voglio conquistare il vostro amore e perciò condurrò a voi sempre di nuovo la Verità su di Me ed il Mio Essere e sarete felici quando camminate nella Verità.
Amen
Vertaler