Steeds weer wordt u aangemaand een leven in liefde te leiden, want de liefde is de kracht die u verlost, de liefde is de weg die naar Mij voert. De liefde is mijn oerelement en daarom is diegene innig met Mij verbonden die in de liefde leeft, omdat hij Mij, de Liefde zelf, onherroepelijk tot zich trekt. Wat wil het echter zeggen, een leven in liefde te leiden naar mijn wil?
U moet de eigenliefde die uw wezen is bij uw belichaming als mens, veranderen in onbaatzuchtige naastenliefde. Dat wil zeggen: u moet de verlangende, hebzuchtige liefde, veranderen in onzelfzuchtige, gevende liefde die wil verblijden, die alleen goddelijke liefde genoemd kan worden. Want mijn tegenstander heeft begrepen hoe deze goddelijke liefde in u te veranderen, door het verlangen in u te leggen naar dingen die in strijd zijn met het goddelijke. Hij wist begeerten in u mensen op te wekken, die u probeert te verwezenlijken. Hij heeft u de eigenliefde in het hart gelegd. Deze liefde moet u gedurende de tijd van uw leven op aarde weer trachten te veranderen in de goddelijke, onzelfzuchtige liefde.
U moet dus onbaatzuchtige naastenliefde beoefenen, u moet minder aan uzelf denken en in plaats daarvan u om het lot van uw medemensen bekommeren. U moet mensen verblijden en innige liefde uitstralen, want alleen zo'n liefde is goddelijk. Ze is de liefde die ons weer verbindt voor tijd en eeuwigheid. Daarom moeten de mensen steeds weer op hun aardse opdracht gewezen worden: zich tot liefde te vormen. Mijn geboden van de liefde moeten hun steeds weer worden voorgehouden en tegelijkertijd moet hun gezegd worden welke uitwerking een leven in liefde heeft op de ziel van de mens. Ook moet hun de reden gegeven worden waarom Ik van de mensen liefde verlang. Zij moeten opheldering ontvangen dat ze in de diepte gestort zijn omdat ze mijn liefde afwezen, omdat ze buiten mijn ordening traden, omdat zij zich buiten mijn liefdesstroomkring plaatsten en daardoor ook hun wezen totaal veranderden. De mensen moeten er over onderwezen worden dat de kracht van de liefde ook "leven" garandeert, terwijl zonder liefde het wezen dood is ofschoon het als mens een schijnleven leidt. Ze moeten weten dat zij op de aarde leven om zich het eeuwige leven te verwerven en dat bij dit eeuwige leven een graad van liefde hoort die een bewust bestrijden van de eigenliefde vereist. De mens moet weten dat onder "liefde" die door Mij gewild is, altijd alleen de onzelfzuchtig gevende liefde te verstaan is die verblijden wil. En probeert hij nu dus zijn wezen tot liefde te veranderen, dan zal hij ook spoedig het werkzaam zijn van de goddelijke liefde ervaren. Hij zal alles leren begrijpen, in hem zal het licht worden, hij zal uit de duisternis van geest tevoorschijn treden en tot inzicht komen. Hij zal doordrongen zijn van mijn geest en kunnen onderwijzen, want zijn innerlijk besef stelt hem nu in staat dit op zijn medemens over te dragen, die nu echter ook eerst door werken van liefde tot deze heldere geestelijke toestand gekomen moet zijn om nu eveneens het begrip er voor op te brengen, om de overgedragen kennis te herkennen als waarheid.
De liefde moet dus een heldere geestelijke toestand tot gevolg hebben. Is dit niet het geval, dan zijn het alleen maar woorden die de vervulling van mijn geboden van liefde proberen voor te spiegelen, terwijl het bewijs echter uitblijft. De liefde is het voornaamste, de liefde is het goddelijke, de liefde is het vuur dat onherroepelijk ook licht zal uitstralen. Dus moet er wijsheid te vinden zijn waar ware liefde beoefend wordt zodat het denken van de mens juist is, dat een innerlijk licht in hem ontvlamt en dat hij dan ook wijs zal spreken omdat de geest in hem zich uit - omdat Ik zelf Mij in hem kan openbaren en mijn woorden waarlijk licht en leven zijn en getuigen van de diepste waarheid. Het resultaat van een leven in liefde moet dus te herkennen zijn, want "wie in de liefde blijft die blijft in Mij en Ik in hem". En waar Ik dus zijn kan daar werkt mijn geest en deze uit zich zo dat u waarlijk niet meer twijfelt aan mijn tegenwoordigheid.
Amen
VertalerSiempre de nuevo seréis amonestados a llevar una vida en el amor, porque el amor es la fuerza que os salva; el amor es el camino que conduce a Mí. El amor es Mi elemento original, y por eso quien vive en el amor está íntimamente unido a Mí, porque ese me atrae sin falta, absolutamente a sí, a Mí, que soy Yo Mismo el Amor.
¿Mas qué significa llevar una vida en el amor según Mi Voluntad? Debéis transformar el amor de sí mismos, que al comienzo de vuestra encarnación como hombre es vuestro ser, en el desinteresado amor al prójimo, es decir debéis transformar el amor que pide y quiere poseer, en el amor desinteresado al prójimo que sólo quiere dar y hacer feliz altruístamente, el único amor que puede ser llamado divino.
Mi adversario lo ha comprendido, invirtiendo en vosotros ese amor divino, poniendo en vosotros la codicia de cosas que están en contra de Dios. Ha comprendido despertar apetitos en vosotros, que tratáis luego de satisfacer; él os ha sumergido el egoísmo en el corazón. Ese amor tenéis que cambiarlo otra vez en el amor desprendido, en el amor divino, y por cierto durante el tiempo de vuestra vida terrena. Debéis practicar la caridad desinteresada, debéis pensar menos en vosotros mismos, en cambio tomar a pecho la suerte de vuestros semejantes, debéis hacer felices a los hombres e irradiar amor cordial, porque únicamente es divino un amor de ese modo, es el amor el que nos une en el tiempo y en la eternidad. Por eso se les debe indicar a los hombres sobre su tarea en la tierra siempre de nuevo: A que se formen en amor. Siempre de nuevo se les debe colocar delante Mis Preceptos de amor, al mismo tiempo que se les diga cual es la repercusión que tiene en el alma una vida en el amor. Que se les dé también la argumentación, de por qué Yo exijo de los hombres amor, de que reciban la aclaración de que por eso cayeron en la profundidad, porque rechazaron Mi Amor, porque se salieron de Mi Orden, porque se pusieron fuera de Mi Circuito de Amor y a causa de eso invirtieron su ser.
Los hombres deben ser informados en que la fuerza del amor garantiza también una "Vída", mientras que sin el amor está muerto el ser, aunque el hombre viva en apariencia. Que sepan que viven en la tierra para adquirirse la vida eterna, y que para la vida eterna se requiere un grado de amor, que tiene como condición la lucha consciente del amor propio o egoísmo. Que el hombre sepa que bajo 'amor' como Yo lo quiero, es siempre sólo de entender el amor desinteresado, entregado que quiere hacer dichoso.
Y si trata de cambiar su ser en amor, entonces pronto experimentará la eficacia del amor divino, aprenderá a comprender todo, se hará luz en él, saldrá de la oscuridad del espíritu, y llegará al 'conocimiento'. Será penetrado por Mi Espíritu y podrá adoctrinar, pues su conocimiento interior le da la capacidad de transmitirselo a los hombres, los que primeramente llegan a ese claro estado de lucidez mediante las obras de amor, para poder reunir la comprensión para ello y puedan reconocer como Verdad el saber transmitido.
El amor tiene que tener como consecuencia un estado espiritual claro, si no se tratará siempre de fingir sólo con palabras el cumplimiento de Mis Preceptos de amor, mas la prueba falta. El amor es lo primero, el amor es lo Divino, el amor es el fuego que irrevocablemente irradiará luz. Así pues tiene que ser sabiduría su característica en donde es practicado el verdadero amor, de tal modo que el modo de pensar del hombre es correcto, de que una luz interior le ilumina, de que entonces puede hablar sabiamente, porque el espíritu en él se expresa, porque Yo Mismo me puedo expresar en él, y Mis Palabras son en verdad Luz y vida y atestiguan la Verdad profunda.
Tiene que reconocerse el efecto de una vida de amor porque: "El que permanece en el amor, ese permanece en Mí y Yo en él". Donde Yo puedo estar, allí actúa Mi Espíritu, y este se manifiesta de tal modo, que en verdad ya no podéis dudar más de Mi Presencia.
Por eso los hombres tienen siempre que estar tocados con apuros y desgracias, para que en ellos se encienda la llama del amor y llegue a ser una llama luminosa, y Yo formo por eso a hijos docentes en la tierra que predican el amor a los hombres, que anuncian Mi Voluntad a los hombres y tratan de introducirlos en un saber que sólo puede ser ganado por una vida en el amor.
Por eso envío ahora otra vez a Mis discípulos del tiempo final, afuera en el mundo, para que anuncien Mi Evangelio, el cual Yo Mismo dirijo a la tierra.
Amén
Vertaler