Eeuwig neem Ik mijn liefde niet meer van u weg en of u uzelf ook verre houdt in vrije wil - eens zult u weer naar Mij terugkeren omdat mijn liefde u niet opgeeft. En Ik zal u ook steeds blijken van mijn liefde geven, Ik zal u begeleiden en voor u zorgen wanneer u als mens over de aarde gaat, omdat Ik ook uw liefde wil winnen die u weer met Mij verbindt zoals in het allereerste begin. Dus nooit mag u aan mijn liefde twijfelen. Uw liefde echter bepaalt de graad van het nader komen tot Mij, van uw liefde alleen hangt het af, of en wanneer de aaneensluiting met Mij plaatsvindt. En uw liefde toont u Mij door de graad van naastenliefde, die u steeds verhogen moet als u volmaakt wilt worden. En hiervoor is weer vereist dat u de eigenliefde volledig aflegt, dat u er naar streeft in de liefde tot de naaste op te gaan, dat u onzelfzuchtig de naaste behulpzaam bent. Dan komt u steeds dichter bij Mij, want met elk werk van liefde trekt u Mij tot u. Met elk werk van liefde klimt u hogerop, u brengt de verbinding tot stand met de eeuwige Liefde. Ik zelf kan nu in u zijn, mijn liefde kan u weer doorstralen zoals vroeger, u bent dan mijn kinderen geworden en zult het nu ook blijven tot in alle eeuwigheid.
En dit is uw bestemming gedurende uw aardse leven, dat u zich tot kinderen vormt, u die eens als "schepselen" van Mij bent uitgegaan. En daar u de weg door de diepte gegaan bent en totaal zonder enige liefde was door uw vroegere afval van Mij, is dit een moeilijke opgave om uzelf weer in vrije wil tot liefde te vormen.
Er is dus een sterke wil voor nodig die moet worden omgezet in daden. De kracht daartoe moet dus steeds weer door liefde worden verworven of door innig gebed van Mij gevraagd worden. Alleen liefdesbetuigingen tegenover Mij zijn dus niet voldoende, maar daden van liefde zijn nodig om tot deze kracht te komen, die dan echter ook een gestadig dichter naar Mij toekomen tot gevolg heeft.
Zodra een mens zelf zijn hart opent in vrije wil om zich door Mij met de kracht van mijn liefde te laten aanstralen, zal ook zijn hart steeds meer tot liefde bereid zijn en de mens zal ook eenmaal zijn doel bereiken: hij zal het kindschap Gods verwerven zodra zijn leven een ononderbroken werken in liefde is in volledige onzelfzuchtigheid.
Maar slechts weinigen bereiken op aarde deze graad van liefde omdat steeds nog het eigen ik op de voorgrond treedt, omdat het grote inspanning vereist dat de mens alle wensen en begeerten opgeeft ter wille van de naaste. Want zijn ziel moet zich gedurende zijn leven op aarde volledig ontdoen van onrijpe aanklevingen en daar is een hoge graad van liefde voor nodig en vaak ook een grote mate van leed, zodat de ziel geheel gelouterd is bij haar heengaan van deze aarde. Dezen zijn dan volgroeid tot ware kinderen van God en hebben de aaneensluiting met Mij al op aarde gevonden. Ze hebben zichzelf in vrije wil gevormd tot kinderen die Ik Mij zelf niet scheppen kon. Wie er echter ernstig naar streeft, wie in diepste deemoed steeds weer om mijn genade vraagt, wie zichzelf al voelt als mijn kind, die zal ook niet verzwakken in zijn streven en zijn doel ook bereiken.
Maar de liefde tot Mij moet hem vervullen, niet het verlangen naar de hoogste gelukzaligheid, en de liefde tot Mij zal dan ook de graad van zijn naastenliefde voortdurend verhogen. Door de naastenliefde echter bewijst hij pas zijn liefde voor Mij. Ik wil echter u allen tot mijn kinderen vormen. En u moet u ook allen als mijn kinderen voelen, daar u anders niet de juiste verhouding tot uw Vader van eeuwigheid tot stand brengt, uit wiens liefde u bent voortgekomen. Alleen mag u niet vergeten dat u op aarde bent om mijn kinderen te worden en dat u zich daarom onophoudelijk moet inspannen. Bent u echter mijn kinderen, dan kan en zal Ik u ook van de aarde wegnemen omdat u dan het doel bereikt hebt waarvoor Ik alles geschapen heb: de hoogste volmaaktheid in vrije wil.
Dit verschil moet Ik u steeds weer voor de geest stellen om u ertoe te brengen de grootste inspanningen te leveren, want zolang u over deze aarde gaat heeft ook mijn tegenstander invloed op u. En zolang mijn tegenstander nog invloed op u kan uitoefenen zal hij het ook weten te verhinderen dat u zich geheel aan de naastenliefde wijdt, want zolang er zich nog onreine geestelijke substanties in u bevinden heeft het lichaam ook nog aardse verlangens, zolang is de eigenliefde niet helemaal overwonnen en moet de mens hiertegen nog steeds strijd voeren. De totale overwinning van al het negatieve verzekert de mens echter ook een hoge graad van liefde en dan kan ook de eenwording met Mij plaatsvinden, want dan trekt de Vader Zijn kind naar zich toe en laat het eeuwig niet meer los.
Amen
VertalerEternamente nunca os privaré de mi Amor, aunque dentro de vuestra voluntad vosotros mismos os mantengáis alejados; de modo que una vez regresaréis a Mí porque mi Amor nunca os abandonará. Cuando vosotros pasáis por la Tierra también siempre os daré pruebas de mi Amor y cuidaré de vosotros porque también Yo quiero ganarme vuestro amor - el que vuelve a uniros conmigo como al principio, ¡de modo que nunca debéis dudar en mi Amor!
Vuestro amor determina el grado del acercamiento a Mí, porque depende únicamente de vuestro amor si y cuándo se realiza la unión conmigo. Y mediante el grado de vuestro amor al prójimo me dais pruebas de vuestro amor... al que siempre debéis aumentar - si queréis llegar a ser perfectos. Esto, por otro lado, requiere que os despojéis del todo de vuestro amor propio... que aspiréis a quedar absortos por el amor al prójimo... que sirváis al prójimo de manera altruista...
Entonces os acercáis cada vez más a Mí, porque con cada obra de amor me atraéis a Mí... con cada obra de amor ascendéis hacia la Altura, pues establecéis la unión con el Amor eterno... Así Yo mismo puedo encontrarme en vosotros y mi Amor puede penetraros como en aquel entonces... así habéis llegado a ser “niños” Míos y los seguiréis siendo hasta en todas eternidades - lo que durante vuestra vida en la Tierra es vuestro destino... que os hagáis “niños” como en aquel entonces cuando surgisteis de Mí como criaturas Mías...
Como elegisteis el camino por las profundidades y por vuestra apostasía de Mí carecíais de todo amor, resulta un deber muy pesado el volver a cambiaros en amor por voluntad propia...
2 de junio de 1961
Hace falta una voluntad firme y hay que ponerla en práctica. La fuerza necesaria para esto hay que adquirirla cada vez de nuevo mediante el amor, o hay que solicitarla de Mí mediante la oración íntima. De modo que para lograr esta fuerza no bastan afirmaciones de amor ante Mí sino únicamente obras de amor, las que siempre tendrán el resultado de un continuo acercamiento a Mí. Cuando un hombre, él mismo, dentro de su libre voluntad abre su corazón para que le llegue la Irradiación de mi Fuerza de Amor, entonces su corazón tendrá cada vez más pasión por el amor, con lo que un buen día el hombre alcanzará su destino: Pues logrará la Filiación de Dios - eso si su vida es una continua obra en el amor sin el menor propio interés...
Pero habrá pocos que en la Tierra alcanzarán este grado de amor porque todavía predomina el “propio yo”... Pues para que el hombre por amor al prójimo renuncie a toda clase de deseos y ansias, esto requiere grandes esfuerzos; porque durante su vida en la Tierra su alma debe depurarse completamente, y para esto hace falta un grado de amor muy elevado, y frecuentemente también hacen falta sufrimientos en gran medida, para que el alma en el momento de dejar el cuerpo atrás esté totalmente purificada.
Estos hombres han madurado a verdaderos hijos de Dios, dado que ya en la Tierra han logrado la conexión conmigo porque en su libre voluntad ellos mismos se han formado en niños, pues Yo mismo no podía creármelos...
Pero aquel que lo aspira seriamente... el que cada vez de nuevo en profunda humildad ruega por mi Gracia... el que ya se siente como niño Mío, este tampoco cederá en sus aspiraciones, con lo que alcanzará su destino. Pero lo que le debe colmar es su amor a Mí, y no los deseos por una suma bienaventuranza... Y el mismo amor a Mí también aumentará continuamente el grado del amor al prójimo; y precisamente con el amor al prójimo manifiesta su amor a Mí...
Yo quiero formaros a todos en niños Míos, y también debéis sentiros como tales, porque de lo contrario no establecéis la relación correcta con vuestro Padre desde eternidades de cuyo Amor surgisteis. Sólo que no debéis olvidar que os halláis en la Tierra para haceros niños Míos, y que por eso debéis ser aplicados continuamente. Pero si sois niños Míos, puedo quitaros de la Tierra –y lo haré– porque entonces habéis alcanzado la meta por la que he creado todo: la suma perfección por voluntad propia...
Cada vez de nuevo tengo que presentaros estos detalles para dar lugar que seáis más aplicados, porque mientras todavía andéis por esta Tierra también mi adversario tiene influencia sobre vosotros, y mientras todavía pueda ejercer su influencia sobre vosotros también sabrá evitar que os entreguéis completamente al amor al prójimo; porque mientras todavía haya sustancias no espirituales en vosotros, el cuerpo sigue teniendo deseos mundanos, de modo que el amor propio aún no está vencido del todo, y el hombre tiene todavía que llevar una lucha contra estos. Pero una vez que estos deseos estén totalmente vencidos, esto garantiza al hombre un grado elevado de amor... De modo que puede realizarse la unión conmigo, y el Padre atrae su niño a Él y nunca ya lo soltará.
Amén.
Vertaler