• Terug

Wie was in Adam belichaamd? (1)

Steeds worden jullie juist geleid door Mijn Geest en worden jullie gedachten binnengeleid in de waarheid. Deze belofte heb ik jullie gedaan, en ze wordt vervuld, als jullie door Mij Zelf door de Geest onderwezen willen worden. Want Mijn Geest in jullie is een deel van Mij en is derhalve op de hoogte van alles, wat jullie willen weten:

In den beginne waren er alleen hoogst volmaakte geesten, want Mijn onvermoeibare Geest van liefde schiep hen allemaal tot eigen zaligmaking. Deze Geest van liefde verlangde naar beantwoording van Zijn liefde. Hij verlangde naar een wezen, dat gelijksoortig was aan Hem Zelf, en dat te bezitten was de inleiding tot de scheppingsdaad, waarbij dit wezen als eerste van Mij uitging, met wie Ik voortaan alle zaligheden van het scheppen wilde delen, omdat het buitengewoon vreugdevol voor een volmaakt wezen is, steeds weer gelijksoortige wezens door zijn wil en zijn kracht te kunnen scheppen in alle heerlijkheid en voortdurende liefdesdrang, die nu juist in het scheppen tot uiting komt.

En Mijn eerst-geschapen wezen, Lucifer of Lichtdrager, ervoer de lust van het scheppen op dezelfde wijze, en het was onmetelijk zalig Ik liet hem de volledige vrijheid, want hij was Mij in diepste en reinste liefde toegedaan, en Ik beperkte zijn macht om te scheppen niet, omdat de kracht van Mijn liefde dit eerst-geschapen wezen voortdurend doorstroomde en ook zijn wil volledig vrij was, maar die ook geheel in overeenstemming was met de Mijne, omdat zijn liefde voor Mij straalde in de hoogste graad Uit deze liefdeband konden derhalve alleen maar gelijksoortige, hoogst volmaakte wezens voortkomen Wezens, die ware evenbeelden van Mij Zelf waren, evenals de eerst-geschapen geest het ook in het begin is geweest.

Toen de verdeeldheid van zijn wil inzette, toen Lucifer volledig in het bezit van kracht en licht begon vergelijkingen te maken tussen hem en Mij toen zijn liefde af en toe verflauwde en een zekere eigenliefde begon door te breken, nam ook het stralende van zijn wezen nu en dan af, en dit werkte ook door in de wezens, die desondanks door zijn wil - en dus door Mijn doorstraling van kracht - geschapen werden,die eveneens nog in de hoogste volmaaktheid ontstonden, maar ook hun wil van tijd tot tijd verkeerd richtten, omdat deze (wil) volledig vrij was en bleef bij al deze wezens, die ons beider wil en kracht lieten ontstaan.

De wezens waren vanaf dat moment geaard naar hun maker, maar omdat de kracht van Mijn liefde de oersubstantie was, waren ze ook weer goddelijk van aard; ze waren volmaakt, omdat uit Mij en Mijn kracht niets onvolmaakts kon voortkomen, maar de vrije wil bij een volmaakt wezen behoort en deze zich in alle richtingen kon ontplooien. Er kan dus niet gezegd worden, dat de wezens zich door aanpassing hadden moeten gelijk maken aan het wezen van hun verwekker, omdat de kracht uit Mij, die steeds deel had aan het scheppen, ook steeds de garantie was dat niets tweederangs naar de voor het eerst geschapen wezens vloeide door de wil van de verwekker omdat de vrije wil aan ieder wezen geschonken is en deze helemaal de eigen standvastigheid van het wezen vergde.

En deze vrije wil had tot gevolg, dat aan de val in de diepte ook wezens deelnamen, die als eerste van ons waren uitgegaan, wier lichtsterkte van de liefde het nooit had mogen toelaten, maar die hun vrije wil evenzo misbruikten als Lucifer, de Lichtdrager zelf, wiens prachtvolle wezen nooit ten val had mogen komen, omdat het de helderste kennis bezat Daarom echter is zijn val nog meer te veroordelen, evenals de val van die eerste wezens zoals echter omgekeerd ook de later geschapen wezens standhielden en zich van hem losmaakten, toen zij hun zelfbeslissingsrecht kenbaar mochten maken en kozen voor hun Heer.

En zo’n gevallen oergeest was Adam, wiens ziel aanspraak maakte op de belichaming als mens, vanwege zijn rijpheid, welke hem desondanks niet voor een herhaalde val behoed heeft omdat wederom de vrije wil faalde maar niet, omdat hij te zwak zou zijn geweest voor de juiste beslissing Hij wilde groter zijn dan God Dat was zijn oerzonde, en het was de hernieuwde zonde in het paradijs En Ik wilde voor Mijzelf kinderen scheppen, die in Mij hun Vader zien en naar wier liefde Ik smachtte, omdat Mijn onmetelijke liefde voortdurend naar beantwoording verlangt.

Deze liefde lag ten grondslag aan Mijn gehele scheppingsdaad, de schepping van alle oergeesten en later ook de schepping van aards-materiële aard, omdat Ik nu eenmaal deze liefde verwerven wil, ook al duurt het eeuwig lange tijd Steeds weer probeer Ik, de omvang en diepte van Mijn liefde voor jullie mensen begrijpelijk te maken, maar zolang jullie niet zelf tot liefde geworden zijn, zolang jullie niet weer jullie zelf zo ontwikkelen, dat de kracht van Mijn liefde jullie kan doorstromen zoals in het begin, zullen jullie Mijn liefde niet ten diepste kunnen bevatten.

Maar jullie moeten weten, dat jullie bij machte zijn, Mijn hart te beroeren, dat Ik al jullie verzoeken inwillig, dat Ik jullie de waarheid binnenleid en jullie licht schenk, omdat Ik weet, dat licht alleen zalig maakt, omdat het licht van de liefde uitgaat en jullie al Mijn liefde bezitten, ook wanneer jullie haar niet kunnen voelen Maar Ik geef jullie daarvan steeds weer bewijzen.

Amen

Wer war in Adam verkörpert?.... 1.

Immer werdet ihr recht geführt durch Meinen Geist und gedanklich eingeführt in die Wahrheit. Diese Verheißung habe Ich euch gegeben, und sie erfüllet sich, sowie ihr von Mir Selbst durch den Geist belehrt werden wollet. Denn Mein Geist in euch ist Mein Anteil, weiß sonach um alles das, was ihr wissen wollet:....

Im Anbeginn gab es nur Geister in höchster Vollendung, denn alle diese schuf Mein unermüdlicher Liebegeist zur eigenen Beseligung. Dieser Liebegeist sehnte Sich nach gleicher Liebeerwiderung, Er sehnte Sich nach einem Wesen, das Ihm gleichgeartet war, und das zu besitzen den Erschaffungsakt einleitete, indem dieses Wesen als erstes von Mir ausging, mit dem Ich nun alle Seligkeiten des Erschaffens fortan teilen wollte, weil es überaus beseligend für ein vollkommenes Wesen ist, gleiche Wesen durch seinen Willen und seine Kraft immer wieder erschaffen zu können in aller Herrlichkeit und stetem Liebedrang, der sich eben im Erschaffen auswirkte. Und Mein erst-geschaffenes Wesen, Luzifer oder Lichtträger, erfuhr die Lust des Erschaffens in gleicher Weise, und es war unermeßlich selig.... Ich ließ ihm völlige Freiheit, denn es war Mir in tiefster und reinster Liebe ergeben, und Ich beschränkte nicht seine schöpferische Macht, da Meine Liebekraft dieses erst-geschaffene Wesen ständig durchflutete und auch sein Wille völlig frei war, der aber auch gänzlich mit dem Meinen übereinstimmte, weil seine Liebe zu Mir erstrahlte in höchstem Grade.... Es konnte sonach aus dieser Liebebindung nur gleich-geartetes, höchst vollkommenes Wesenhaftes hervorgehen.... Wesen, die wahre Ebenbilder Meiner Selbst waren, wie auch der erst-geschaffene Geist es gewesen ist im Anbeginn. Als dann die Spaltung seines Willens einsetzte, als Luzifer im Vollbesitz von Kraft und Licht begann, Vergleiche anzustellen zwischen sich und Mir.... als seine Liebe zuweilen nachließ und eine gewisse Eigenliebe zum Durchbruch kam, ließ auch das Strahlende seines Wesens zuweilen nach, und es wirkte sich dies auch an den Wesen aus, die dennoch durch seinen Willen und also Meiner Kraftdurchstrahlung erschaffen wurden, die gleichfalls noch in höchster Vollkommenheit hervorgingen, aber auch ihren Willen zeitweise verkehrt richteten, da er völlig frei war und blieb bei allen jenen Wesen, die unser beider Wille und Kraft erstehen ließen. Die Wesen waren jeweilig geartet nach ihrem Erzeuger, doch da Meine Liebekraft Ursubstanz war, waren sie auch wieder göttlich geartet; sie waren vollkommen, weil aus Mir und Meiner Kraft nichts Unvollkommenes hervorgehen konnte, der freie Wille aber zu einem vollkommenen Wesen gehört und dieser nach jeder Richtung hin sich entfalten konnte. Es kann also nicht gesagt werden, daß die Wesen sich dem Wesen ihres Erzeugers hätten angleichen müssen, weil die Kraft von Mir, die immer beteiligt war am Erschaffen, auch stets die Garantie war dafür, daß nichts Zweitrangiges nach den zuerst geschaffenen Wesen hervorging durch den Willen des Erzeugers.... weil der freie Wille jedem Wesen geschenkt ist und dieser des Wesens eigenste Bewährung erforderte. Und dieser freie Wille hatte zur Folge, daß sich an dem Absturz zur Tiefe auch Wesen beteiligten, die als erste von uns ausgegangen waren, deren Liebelichtstärke es niemals hätte zulassen dürfen, die aber ihren freien Willen ebenso mißbrauchten wie Luzifer, der Lichtträger selbst, dessen überherrliches Wesen niemals hätte zum Fall kommen dürfen, weil es in hellster Erkenntnis stand.... Darum aber ist sein Fall noch mehr zu verurteilen wie auch der Fall jener ersten Wesen.... wie aber umgekehrt auch die später erschaffenen Wesen standhielten und sich von ihm lösten, als sie ihr Selbstbestimmungsrecht geltend machen durften und sich entschieden für ihren Herrn.... Und ein solcher gefallener Urgeist war Adam, dessen Seele die menschliche Verkörperung zu beanspruchen hatte seiner Reife wegen, die ihn aber dennoch nicht vor dem wiederholten Fall geschützt hat.... weil wieder der freie Wille versagte.... nicht aber, weil er zu schwach gewesen wäre für den rechten Entscheid.... Er wollte größer sein als Gott.... Das war seine Ursünde, und es war die erneute Sünde im Paradies.... Und Ich wollte Mir Kinder schaffen, die in Mir ihren Vater sehen und nach deren Liebe Ich Mich sehnte, weil Meine unermeßliche Liebe ständig nach Erwiderung verlangt.... Diese Liebe lag Meinem gesamten Schöpfungsakt zugrunde, der Schöpfung aller Urgeister und auch später der Schöpfung irdisch-materieller Art, weil Ich einmal diese Liebe erringen will, wenn auch nach ewig langer Zeit.... Immer wieder versuche Ich, euch Menschen die Größe und Tiefe Meiner Liebe verständlich zu machen, doch bevor ihr nicht selbst zur Liebe geworden seid, bevor ihr nicht wieder selbst euch so gestaltet, daß Meine Liebekraft euch durchströmen kann wie im Anbeginn, werdet ihr Meine Liebe nicht erfassen können in ihrer Tiefe.... Aber das sollet ihr wissen, daß ihr es vermöget, an Mein Herz zu rühren, daß Ich euch alle Bitten erfülle, daß Ich euch einführe in die Wahrheit und euch Licht schenke, weil Ich weiß, daß Licht allein beseligt, weil das Licht ausgeht von der Liebe und ihr Meine ganze Liebe besitzet, auch wenn ihr sie nicht zu spüren vermögt.... Aber Ich gebe euch immer wieder Beweise davon....

Amen