Het zij u allen gezegd, dat u tot niets in staat bent zonder mijn wil of mijn toelating, wat echter niet wil zeggen dat u geen vrije wil zou hebben. Want wil en uitvoering is tweeërlei. De wil is helemaal uw eigen zaak die Ik op geen enkele manier bepaal. Maar of u ook de wil zult kunnen uitvoeren, dat heeft mijn toestemming, mijn wil nodig. En deze moet soms tegen uw wil in actief zijn. Ik moet soms verhinderend ingrijpen ter wille van uw ziel. Maar beoordeeld wordt uw eigenlijke wil, hoe deze is gericht, in goede of kwade zin. Want uw wil moet zich bewijzen in het aardse leven. Hij kan echter soms ook zo gericht zijn dat de uitwerking van de wil, dus de verrichte daad, het rijp worden van uw eigen ziel alsook van de zielen van de medemensen schade berokkent of hen op een dwaalspoor brengt. En dan grijp Ik vaak in en laat de daad niet eerst verricht worden, hoewel de mens zich ook voor zo’n verkeerde wil moet verantwoorden.
Maar niet al zulke slechte bedoelingen en daden verhinder Ik, daar er anders niemand aan de vrijheid van wil zou geloven en er een onheilbrengende chaos zou ontstaan zodra het verwoesten willende principe op aarde terrein zou winnen tot onheil van de mensen die door het aardse bestaan gaan. Toch kan ieder mens het beproeven van de wil doorstaan, of zijn plannen worden uitgevoerd of niet, want hij wordt alleen beoordeeld naar zijn wil.
Maar dat Ik ook heel vaak verkeerde praktijken toelaat, heeft ook een reden. Want de mensen moeten zelf zich bewust worden van hun verkeerd handelen en door de eigen onjuiste daden of die van de medemensen het verkeerde van hun willen en handelen inzien, omdat de gevolgen van zulke daden nooit goed kunnen zijn. Maar de vrijheid van wil zal voortdurend door de mensen worden bestreden, omdat hun levensloop niet altijd zo verloopt als zij het willen en ze daarom de wil als niet vrij betitelen. Maar geen mens is gedwongen tot een bepaalde richting van zijn wil. Elke menselijke wil is volledig vrij en kan naar eigen believen in elke richting gaan.
Maar Ik weet wanneer u een halt toegeroepen moet worden, wanneer Ik mijn wil daar tegenover moet stellen en dus daden moet verhinderen die deze vrije wil voortbrengt, die hij van plan is uit te voeren in blinde haat, in onwetendheid van de uitwerking ervan en de schade die daardoor voor de medemensen kan ontstaan. Want mijn liefde en wijsheid zien verder en ze trachten te compenseren en de mensen die zich vol vertrouwen aan Mij overgeven veel nood en ellende te besparen, de mensen die steeds weer opnieuw hun leven aan Mij toevertrouwen en die Ik daarom ook bescherm tegen groot onheil.
Maar ook het grote overzie Ik. En Ik roep vaak mensen weg uit het leven van wie de gezindheid niet overeenstemt met het welzijn van de medemensen en die hun verkeerde wil al te vaak hebben bewezen, omdat Ik verhinderen wil dat onnodig leed over de mensen komt dat hun geestelijk geen voordeel oplevert, zoals Ik echter ook mensen wegroep wier gezindheid steeds heeft beantwoord aan mijn wil, maar wier missie op aarde Ik als beëindigd beschouw en daarom verder werkzaam zijn van hun kant beëindig. Want mijn wil en mijn toelating zijn pas doorslaggevend of de wil van de mens resultaat kan hebben of niet.
Maar de mens is verantwoordelijk voor zijn wil, ongeacht of hem het verrichten van de daad wordt verhinderd of niet. Daarom zal veel schuld moeten worden afgelost, want het denken en willen van de mens is vrij en voor alles zal hij eens verantwoording moeten afleggen, niet alleen voor de werken die zijn uitgevoerd. Ga daarom behoedzaam om met uw gedachten en schenk er aandacht aan, want ze verraden uw meest innerlijke wezen. Sla acht op uw wil, dat hij zich juist zal richten op het goede en verhevene en u zult de verantwoording niet hoeven te vrezen eens in de eeuwigheid.
Amen
VertalerDas sei euch allen gesagt, daß ihr nichts vermögt ohne Meinen Willen oder Meine Zulassung.... was aber nicht besagt, daß ihr keinen freien Willen hättet.... Denn Wille und Ausführen ist zweierlei, der Wille ist eure eigenste Angelegenheit, den Ich in keiner Weise bestimme. Doch ob ihr den Willen auch ausführen könnt, das bedarf Meiner Zustimmung, Meines Willens. Und dieser muß zuweilen entgegen eurem Willen tätig sein, Ich muß zuweilen hindernd eingreifen um eurer Seelen willen. Gewertet aber wird euer eigentlicher Wille, wie dieser gerichtet ist.... im guten oder bösen Sinne. Denn euer Wille soll sich erproben im Erdenleben. Er kann aber auch mitunter so gerichtet sein, daß die Auswirkung des Willens, also die ausgeführte Tat, der Ausreifung eurer eigenen Seele sowie auch der Mitmenschen Seelen schadet oder sie irreführt; und dann greife Ich oft ein und lasse die Tat nicht erst zur Ausführung kommen, obwohl sich der Mensch auch für einen solchen verkehrten Willen verantworten muß. Aber nicht alle solchen schlechten Absichten und Taten verhindere Ich, ansonsten keiner an die Freiheit des Willens glauben und ein heilloses Chaos entstehen würde, sowie das zerstören-wollende Prinzip sich auf der Erde durchsetzen würde zum Unheil der Menschen, die durch das Erdenleben gehen. Die Willenserprobung kann dennoch jeder Mensch bestehen, ob seine Pläne zur Ausführung gelangen oder nicht, denn er wird nur gewertet nach seinem Willen. Daß Ich aber auch sehr oft unrechtes Tun zulasse, hat auch seine Begründung, denn es sollen die Menschen selbst sich ihres unrechten Handelns bewußt werden und an den eigenen falschen Taten oder denen der Mitmenschen das Unrechte ihres Wollens und Handelns erkennen, weil die Auswirkung solcher Taten niemals eine gute sein wird. Die Freiheit des Willens aber wird ständig von den Menschen gestritten werden, weil ihr Lebenslauf nicht immer so sich abwickelt, wie sie es wollen, und sie darum den Willen als unfrei erklären. Doch kein Mensch ist gezwungen zu einer bestimmten Richtung seines Willens.... Jedes Menschen Wille ist völlig frei und kann sich wenden nach eigenem Belieben nach jeder Richtung hin.... Ich aber weiß es, wann euch Einhalt geboten werden muß, wann Ich Meinen Willen dagegensetzen und also Taten verhindern muß, die jener freie Wille gebärt, die er auszuführen plant in blindem Haß, in Unkenntnis seiner Auswirkung und dem Schaden, der dadurch dem Mitmenschen erwachsen kann.... Denn Meine Liebe und Weisheit sieht weiter, und sie sucht auszugleichen und viel Not und Elend zu ersparen den Menschen, die sich Mir vertrauensvoll hingeben, die ihr Leben Mir immer wieder von neuem anvertrauen und die Ich darum auch schütze vor großem Unheil.... Aber auch das Große übersehe Ich.... Und Ich rufe oft Menschen ab aus dem Leben, deren Gesinnung nicht dem Wohl der Mitmenschen entspricht und die ihren verkehrten Willen schon zu oft bewiesen haben.... weil Ich verhindern will, daß unnötiges Leid über die Menschen kommt, das seelisch ihnen keinen Vorteil einträgt.... wie Ich aber auch Menschen abrufe, deren Gesinnung stets Meinem Willen entsprochen hat, deren Mission auf der Erde Ich aber als beendet ansehe und darum weiteres Wirken seinerseits beende.... Denn Mein Wille und Meine Zulassung sind erst entscheidend, ob der Wille des Menschen sich auswirken kann oder nicht. Aber der Mensch ist verantwortlich für seinen Willen, ganz gleich, ob er an der Ausführung der Tat verhindert wird oder nicht. Darum wird viel Schuld abgetragen werden müssen, denn das Denken und Wollen des Menschen ist frei, und für alles wird er einst Rechenschaft ablegen müssen.... nicht nur für die Werke, die zur Ausführung gekommen sind.... Darum hütet und beachtet wohl eure Gedanken, denn sie geben euer innerstes Wesen preis; achtet eures Willens, daß er sich recht richte dem Guten und Erhabenen zu, und ihr werdet nicht die Verantwortung zu fürchten haben dereinst in der Ewigkeit....
Amen
Vertaler