Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

De poort naar het lichtrijk is Jezus Christus

Ieder gaat de poort van het licht binnen die Jezus Christus heeft gevonden, die in een levende verhouding tot Hem staat, die een echte doe-christen, maar geen vorm-christen is. En daarom is het voor ieder mens een gelukkig makende gedachte zich met Jezus Christus verenigd te weten, omdat hem dan ook het lichtrijk zeker is, omdat hij dan de dood niet zal hoeven te vrezen en de tijd die hem na de dood in het hiernamaals wacht. Maar er is een innige verbinding mee bedoeld, een band die de mens laat inzien dat hij tot diegenen behoort voor wie Jezus Christus aan het kruis is gestorven. En deze band zal altijd daar zijn, waar de mens in de liefde leeft en daardoor al de weg van de navolging van Jezus gaat. Deze mens zal door de liefde helder van geest zijn, hij zal op de hoogte zijn van de betekenis van het verlossingswerk, hij zal van de missie van Jezus op aarde een juist besef hebben en daarom ook zelf deelachtig willen zijn aan het werk van barmhartigheid dat de mens Jezus op aarde als omhulling van de eeuwige goddelijke Geest heeft volbracht. Want wie op de hoogte is van dit grote werk van de verlossing en van de motivatie ervan, die kan niet anders meer dan heel zijn hart aan Jezus Christus verpanden en Hem in alle innigheid toegedaan zijn voor tijd en eeuwigheid.

Maar daartoe is de verlichting door de Geest nodig, er behoort een leven in liefde toe dat deze verlichting pas mogelijk maakt en daarbij hoort de wil om op de aarde doelmatig en beantwoordend aan het doel te leven. De wil tot het goede behoort ertoe, die steeds de verbinding met God in Jezus Christus zal inleiden. Maar de mens is gelukkig te prijzen die deze innige liefde voor Jezus Christus heeft, die zich van ganser harte bij Hem heeft aangesloten en die voor Hem uitkomt tegenover de mensen tot aan zijn dood. Want deze zal binnengaan in het rijk dat Jezus Christus zelf voor hem heeft geopend door Zijn kruisdood.

De levende verbinding met Hem stelt een diep geloof voorop en zo’n geloof juist weer de liefde, een leven in onbaatzuchtige naastenliefde, waardoor het geloof tot leven wordt gewekt en de mens nu de "zekerheid" heeft waar hij tevoren nog naar vroeg en aan twijfelde. Wie zo’n geloof het zijne noemt, die is waarlijk al op aarde gelukkig te prijzen. Hij is als een rots en op zo’n geloof is de ware kerk van Christus gegrondvest, dat wil zeggen alleen hij, die zo’n vast, door de liefde levend geworden geloof bezit, hoort bij de door Jezus gegrondveste kerk. Maar de mens die deze diepte van het geloof heeft bereikt, bevindt zich dan al in een toestand van gelukzaligheid, want niets zal hem meer doen schrikken op aarde, omdat hij zich in de armen van Hem weet Die voor hem aan het kruis is gestorven en omdat hij zich in Diens armen geborgen voelt. En hem zal de dood ook geen schrik meer aanjagen, hij zal alleen zijn uiterlijk omhulsel afleggen en in een ander rijk binnengaan dat licht is en gelukzaligheid en dat het lot is van ieder mens die levend in Jezus Christus gelooft.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

La puerta al Reino de la Luz es Jesucristo

Cada uno que ha encontrado a Jesucristo, el que está en una relación viva hacia Él, el que es un verdadero cristiano de hechos, pero que no es un cristiano de forma, entra por la puerta de la Luz. Y por eso es para cada hombre eso, para el que se sabe que está unido con Jesucristo, un pensamiento que le hace feliz, porque entonces a él le está asegurado el Reino de la Luz, porque entonces él no necesita temer a la muerte y el tiempo que le espera después de la muerte en el otro mundo. Pero con esto se quiere decir un vínculo efusivo, cariñoso, una unión que deja entender al hombre, que él pertenece a aquellos, por los que Jesucristo ha muerto en la Cruz. Y esa unión será siempre allí, donde el hombre vive en el amor y que por medio de ese amor ya va en el camino de la sucesión de Jesús. Ese hombre será de espritu lúcido a causa del amor, él sabrá sobre la importancia de la Obra redentora, él reconocerá bien la Misión de Jesús en la tierra, que como la envoltura del eterno Espíritu Divino consumó. Pues el que sabe de esa gran Obra de la Redención y de su motivo, ese no puede más que entregarse a Jesucristo con todo el corazón y apegarse a Él con toda cordialidad por todo tiempo y eternidad.

Pero para eso se requiere la iluminación por el Espíritu, se requiere una vida de amor, la cual hace posible primero esta iluminación, y para eso se requiere la volunad de vivir en la tierra conveniente a este fin. Se requiere para ello la voluntad hacia lo bueno, con la que se inicia siempre la unión con Dios en Jesucristo. Pero el hombre se congratula de ese amor fervoroso que tiene a Jesucristo, quien a Él se ha adherido de todo corazón y el que Le confiesa ante los hombres hasta su muerte. Pues esté entra en el Reino que el Mismo Jesucristo le ha abierto a él con Su muerte en la Cruz.

La comunicación viva con Él supone como previa condición una profunda fe y a tal fe, precisamente y por otro lado, el amor, una vida de amor desinteresado al prójimo, por medio de la cual despierta la fe a la vida y ahora el hombre tiene la “certidumbre” donde él antes preguntaba y dudaba; quien puede llamar suya dicha fe, ese puede verdaderamente alabarse de ser feliz ya en la tierra; él es como una roca, y en una fe como esa ha sido fundada la verdadera Iglesia de Cristo, es decir, sólo ese pertenece a la Iglesia fundada por Jesús, que posee una semejante fe firme que por el amor se hizo viva. Pero el hombre se encuentra ya entonces en un estado de Bienaventuranza, quien ha alcanzado esa fe profunda, pues a él ninguna cosa más le espanta en la tierra, porque él se sabe en los Brazos de Ese, quien murió por él en la Cruz, y porque se siente salvado, seguro en Sus Brazos. Y a él tampoco la muerte le asustará, él dejará sólo su envoltura exterior y entrará en otro Reino, el que es Luz y Bienaventuranza, y el que es el destino de cada hombre que cree vivamente en Jesucristo.

Amén

Vertaler
Vertaald door: Pilar Coors