Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Wet van de eeuwige ordening - Belichaamde lichtwezens

Er is u een wet gegeven, dat u zich in de goddelijke ordening zult moeten ophouden gedurende uw leven op aarde. Komt u deze wet na, dan bent u ook verzekerd van eeuwige gelukzaligheid, dan beëindigt u het aardse leven als goddelijk gevormde wezens, want de goddelijke ordening in acht nemen wil niets anders zeggen dan het wezen tot liefde vormen, die het teken is van goddelijkheid, dus wezens schept, die aan God gelijk zijn. Dit was het doel van God bij de schepping van Zijn wezens, die wel in hoogste volmaaktheid uit Hem voortkwamen, maar toch nog voor zich de hoogste graad van volmaaktheid moesten verwerven, die zelf zich tot goden moesten vormen, wilden ze het doel bereiken, dat God aan al het door Hem geschapene had gesteld. Want daartoe was er een ding noodzakelijk: dat de wezens hun vrije wil konden gebruiken, die nu ook net zo goed op het tegenovergestelde kon aansturen: die hem ertoe kon brengen te vallen in de diepste diepte, wat dan ook is gebeurd bij een groot deel van de geschapen oergeesten. Ze moesten volledige vrijheid hebben, waarheen ze hun wil ook zouden richten.

Dat ze hem verkeerd hebben gericht, maakt het nochtans niet onmogelijk om het laatste doel - de vergoddelijking van het wezen - te bereiken. Maar dan is de hoogste graad van volmaaktheid door het wezen zelf bereikt. De hoogste engelen hebben deze graad van volmaaktheid nog niet bereikt, ofschoon ze nog zijn zoals ze uit de Hand van hun Schepper voortkwamen. Maar ze zijn steeds nog afhankelijk van de Wil van God, Die ze wel vrij vervullen en waardoor ze hun volmaaktheid bewijzen. Toch is de gang door de diepte noodzakelijk en daarom gaan zulke engelen ook een keer de gang over de aarde als mens ten behoeve van een missie, die echter bovenmate zwaar en vol leed is en die ook maar zelden tot aan het einde zal verlopen zoals de gang over de aarde van andere mensen; veeleer laat deze bijzondere kenmerken zien, zoals ongewoon lijden of slagen van het noodlot, die nauwelijks te dragen lijken voor anderen.

Maar de gang over de aarde is van de grootste betekenis voor de ontwikkeling van het wezen, want de hoogste graad van volmaaktheid kan daardoor worden bereikt, die nu eenmaal een gang over deze aarde vergt. De zielen van het licht hebben weliswaar niet ver meer te gaan tot aan hun voleinding, maar toch moeten ze de gang gaan, onbewust van hun geaardheid, en daar ze voelen, zoals ieder ander mens, gaan ze vaak onvoorstelbaar zwaar gebukt onder hun lot, dat ze echter in het volle bewustzijn op zich nemen, wanneer hen vóór de belichaming de gang over de aarde voor ogen wordt gesteld. Want ze zijn op de hoogte van het doel, het kindschap Gods te bereiken; ze kennen de hoogste graad van voltooiing, die ze zelf in vrije wil moeten nastreven en bereiken, omdat hij hen niet kan worden geschonken.

Dat een wezen nu gedurende het leven op aarde faalt, verhinderen de lichtwezens, die onophoudelijk waken en de slechte krachten afweren, die hun krachten op die mens willen beproeven. Tevens is het verlangen naar God bij hen bijzonder sterk, wat weliswaar ook bijzonder sterke bekoringen tot gevolg heeft, want het zou hun grootste triomf zijn een zuivere engel gedurende het leven op aarde ten val te brengen.

Maar de kracht van de liefde is in zo’n mens eveneens bijzonder sterk en deze zal elk van zulke verzoekingen kunnen weerstaan, zonder een slachtoffer van de duistere wereld te worden. Want ook hij zal voor zich bij Jezus Christus kracht halen en altijd weerstand kunnen bieden, omdat de band tussen een lichtgeest en Jezus Christus ook niet ophoudt, wanneer de eerste als mens het aardse kleed heeft aangetrokken. De ziel is sterk en houdt de band in stand met Hem, Die eveneens over de aarde is gegaan, om het laatste doel - de vergoddelijking - te bereiken. En deze band behoedt hem voor de diepte: een val, die zonder Jezus Christus en Zijn kracht wel mogelijk zou zijn, omdat de verzoekingen ook ontzettend sterk zijn, die de vorst der onderwereld zo’n belichaamde ziel bereidt. Maar al zijn inspanningen zijn tevergeefs, want Jezus Christus laat het niet toe, dat een broeder uit het lichtrijk hem in handen valt. En meestal zal de gang over de aarde, met het hoogste doel - de vereniging met God - eindigen en slechts in zeldzame gevallen kan zich een uitstel voordoen, maar de volheid van licht kan niet verminderd worden, die zo’n ziel bij het begin mee naar de aarde brengt. Maar dan staat het de ziel te allen tijde vrij, de gang over de aarde nog eens te herhalen, maar steeds zal dit alleen ten behoeve van een missie gebeuren en steeds zal een overmaat aan leed haar lot op aarde zijn.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

La Legge dell’eterno Ordine – Esseri di Luce incorporati

Vi è stata data una Legge, entro la Quale vi dovete muovere nell’Ordine divino durante la vostra vita terrena. Se osservate questa Legge, allora vi è anche garantita l’eterna beatitudine, allora terminate la vita terrena come un essere formato divinamente, perché quando l’Ordine divino viene osservato non significa altro che l’essere si è formato nell’amore, che è il segno della divinità, quindi crea degli esseri, che sono simili a Dio. Questa era la meta di Dio per la Creazione dei Suoi esseri, che sono bensì proceduti da Lui nella più sublime perfezione, ma che comunque si devono soltanto conquistare ancora il massimo grado della perfezione, devono formare sé stessi come dei, se devono raggiungere la meta, che Dio ha posto a tutto ciò che è stato creato da Lui. Perché ci voleva una cosa, che gli esseri potevano usare: la loro libera volontà, che ora poteva però anche tendere al contrario, che poteva indurli alla caduta nell’abisso più profondo, cosa che poi è anche successo di una grande parte degli spiriti creati Ur. Dovevano avere la totale libertà, dove rivolgere la loro volontà. Che l’abbiano orientata nel contrario, non rende comunque impossibile di raggiungere una volta la meta, di raggiungere la divinizzazione dell’essere. Ma allora il grado più sublime della perfezione sarà stato raggiunto dall’essere stesso. Gli esseri Angelici più sublimi non hanno ancora raggiunto questo grado della perfezione, benché siano ancora come sono proceduti dalla Mano del loro Creatore. Ma si trovano ancora nella dipendenza della Volontà di Dio, la quale bensì adempiono liberamente e con ciò dimostrano la loro perfezione. Ciononostante il cammino attraverso l’abisso è necessario, e per questo anche tali esseri d’Angeli percorrono questo cammino come uomo sulla Terra allo scopo di una missione, che però è estremamente difficile e sofferto (18.08.1959) e che viene anche raramente insabbiato fino alla fine, come il cammino terreno di altri uomini, ma dimostra sempre particolari segni, come l’insolito soffrire o colpi di destino, che non sembrano quasi sopportabili per gli altri. Ma un tale percorso sulla Terra è della massima importanza per lo sviluppo dell’essere, perché il grado più alto della perfezione può essere raggiunto con questo, che richiede appunto un percorso sulla Terra. Le anime della Luce non hanno comunque più da percorrere un lungo cammino per giungere fino alla loro perfezione, ma ciononostante devono percorrere il cammino inconsapevoli della loro costituzione, e dato che percepiscono come ogni altro uomo, subiscono sovente in modo inimmaginabilmente difficile la loro sorte, che però loro prendono su di sé nella piena consapevolezza, quando viene loro presentato davanti agli occhi il cammino terreno prima dell’incorporazione, perché loro conoscono la meta, di raggiungere la figliolanza di Dio, conoscono il grado più sublime della perfezione, a cui devono tendere e raggiungere loro stessi nella libera volontà, perché non può essere loro regalato. Che ora un essere durante la vita terrena fallisca, lo impediscono gli esseri di Luce, che vegliano inarrestabilmente e respingono le forze cattive, che vogliono mettere alla prova quell’uomo. Inoltre in loro il desiderio per Dio è particolarmente forte, che però ha anche per conseguenza degli attacchi particolarmente forti, perché sarebbe il loro massimo trionfo, di far cadere un puro spirito d’Angelo durante la vita terrena. La Forza dell’amore però in un tale uomo è pure particolarmente forte, e questo potrà resistere ad ognuna di queste tentazioni, senza diventare una vittima del mondo oscuro. Perché anche lui prenderà la Forza da Gesù Cristo e potrà porre resistenza in ogni momento, perché il legame fra uno spirito di Luce e Gesù Cristo non s’è interrotto nemmeno quando il primo incorporato come uomo ha indossato la veste terrena. L’anima è forte e mantiene fermo il legame con Lui, il Quale pure è passato sulla Terra per raggiungere l’ultima meta, la divinizzazione. E questo legame lo salva dall’abisso, che non sarebbe possibile senza Gesù Cristo e la Sua Forza, perché le tentazioni sono anche oltremodo forti, che il principe del mondo inferiore prepara ad una tale anima incorporata. Ma tutti i suoi sforzi sono inutili, perché Gesù Cristo non permette che un fratello dal Regno di Luce gli cada nelle mani. E quasi sempre termina il cammino terreno con la meta più sublime, l’unificazione con Dio, e soltanto in casi rari può subentrare un ritardo, ma la pienezza di Luce non può essere diminuita, che una tale anima porta sulla Terra all’inizio. Ma allora all’anima è lasciato libero di ripetere il cammino terreno ancora una volta, ma questo avviene sempre soltanto allo scopo della missione, e il suo destino sulla Terra sarà sempre una ultramisura di sofferenza.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Ingrid Wunderlich