En wanneer u de vreugden van deze wereld begeert, denk er dan aan dat er geestelijke vreugden voor u verloren gaan, omdat u beide tezamen niet kunt bezitten - het geestelijke en het aardse rijk - want: "mijn rijk is niet van deze wereld". De vreugden die de aardse wereld u biedt zullen steeds alleen het lichaam bevredigen, maar niet de ziel die wat anders nodig heeft om gelukzalig te worden. Die niet met aardse genoegens afgescheept kan worden, maar geestelijk voedsel nodig heeft om zalig te worden. Let daarom steeds op uw begeren, dat het niet de overhand krijgt en het verlangen van uw ziel doodt. Let er steeds op dat aardse vreugden u niet afhouden van het geestelijk streven, dat ze er als het ware tegengesteld aan zijn, dat in dezelfde mate het geestelijk streven van de mens afneemt, wanneer hij tracht zichzelf - dat wil zeggen: zijn lichaam - lichamelijke genoegens te verschaffen. Denk er daarom altijd aan dat "mijn rijk niet van deze wereld is".
Wat u dus vreugde geeft of begerenswaardig voorkomt en nog tot deze wereld behoort, zal voor u nog een kleine hindernis betekenen op de weg naar boven, naar het geestelijke rijk. Van Mij uit is u niet alles verboden, alleen mag het gevaar niet aanwezig zijn van de weg naar Mij af te raken. Zolang dit gevaar niet bestaat, kunt u ook uw lichaam geven wat dit verlangt. En dat moet u zelf vaststellen of en in welke mate u gehinderd wordt in de omgang met Mij, in het ijverig streven naar mijn rijk en zijn gerechtigheid. En als u zich nu een gelegenheid laat ontgaan die uw ziel een geestelijke verzadiging zou hebben kunnen bezorgen, alleen maar om uw lichaam een weldaad te bezorgen, dan is dit een onrecht tegenover uw ziel die eveneens gebrek lijdt en een versterking nodig heeft.
Wie naar het geestelijke streeft, zal nooit het geestelijke rijk of het welzijn van zijn ziel terzijde schuiven. Hij zal beide steeds op de eerste plaats stellen, hij zal niet anders kunnen dan eerst aan zijn ziel te denken en hij zal aan het lichaam niet veel aandacht schenken voordat hij zijn ziel heeft verzorgd. En wat hij dan voor zijn lichaam doet is juist, ook voor mijn ogen, want hij dacht eerst aan mijn rijk en mijn wil, voordat hij aandacht had voor zijn aardse bestaan en dat is juist en ook in overeenstemming met mijn wil. Want Ik heb u in deze wereld geplaatst, omdat u daarin moet rijpen. En uw ziel zal daar ook rijp in worden wanneer u steeds mijn wil voor ogen houdt en op aarde hiernaar leeft. En mijn wil zal steeds zijn dat u uw ogen naar Mij opheft, dat u er naar streeft om bij Mij te zijn, dat u verbinding zoekt met Mij, dat het geestelijke rijk u dus in de ban houdt en u zich niet ter wille van de aardse wereld weer begraaft in de materie die uw dood is.
En wanneer grote aardse verleidingen u prikkelen, wees dan steeds waakzaam dat u geen schatten van uw ziel verliest, dat u vrijwillig opgeeft wat uw ziel al in bezit had genomen, dat u geen acht slaat op haar verlangens en haar nood laat lijden ter wille van aards bezit of aards genot. De wereld is uw vijand. Probeer haar de baas te worden en maak haar dienstbaar aan uzelf, maar laat haar niet de baas worden over u, aan wie u zich onderwerpt en daardoor verliest i.p.v. te winnen. Blijf in voortdurende verbinding met het rijk dat niet van deze wereld is en u zult waarlijk overwinnaar zijn over de aardse wereld. Ze zal u dienen om u te voltooien, omdat dit alleen uw doel is.
Amen
VertalerLorsque vous avez envie des joies de ce monde, alors rappelez-vous seulement que vous perdez des joies spirituelles, parce que vous ne pouvez pas posséder les deux, le Règne spirituel et celui terrestre, parce que «Mon Règne n'est pas de ce monde». Les joies que vous offre le monde terrestre satisferont toujours seulement le corps, mais l'âme a besoin d'autre chose pour arriver à la béatitude celle-ci ne peut pas être obtenue avec des jouissances terrestres, mais elle a besoin de nourriture spirituelle pour devenir bienheureuse. Et donc faites toujours attention que votre désir ne prenne pas le dessus et tue le désir de l'âme ; faites toujours attention à ce que les joies terrestres ne vous empêchent pas de tendre spirituellement, qu’elles ne soient pas tournées vers le contraire, de sorte que l'homme cède dans sa tendance spirituelle lorsqu’il cherche à se procurer des jouissances corporelles. Donc rappelez-vous toujours que «Mon Règne n'est pas de ce monde». De Ma Part il ne vous est rien refusé, seulement vous ne devez pas être dans le danger d'abandonner la voie vers Moi. Tant que ce danger n’existe pas vous pouvez donner à votre corps ce qu’il demande. Et vous devez évaluer vous-mêmes si et dans quelle mesure vous êtes entravés dans la fréquentation avec Moi, dans une tendance fervente vers Mon Règne et sa Justice. Et si maintenant vous laissez échapper une occasion qui aurait pu apporter à votre âme une nourriture spirituelle seulement pour donner un bénéfice à votre corps, alors c’est une injustice vis-à-vis de votre âme qui languit et a besoin d'une fortification. Celui qui tend spirituellement ne reculera jamais devant le Règne spirituel ou bien devant son âme, il mettra les deux toujours à la première place, il ne pourra pas faire autrement, que penser d'abord à son âme, et il ne donnera pas trop d'attention à son corps tant qu’il n'a pas pourvu son âme. Et ce qu’ensuite il fait à son corps est juste devant Mes Yeux, parce qu'il a pensé à Mon Règne et à Ma Volonté avant de penser à son existence terrestre, et cela est juste et correspond aussi à Ma Volonté. Je vous ai mis dans ce monde parce que vous devez mûrir, et votre âme mûrira aussi lorsque vous tenez toujours Ma Volonté devant vos yeux et marchez selon celle-ci sur la Terre. Et Ma Volonté restera toujours tant que vous élevez vos yeux vers Moi, tant que vous tendez vers Moi, tant que vous cherchez le lien avec Moi, donc tant que le Règne spirituel vous tient liés, et que vous ne vous enterrez pas de nouveau dans la matière pour le monde terrestre qui est votre mort. Et lorsque de grandes tentations terrestres vous attirent, soyez toujours vigilants à ne pas renoncer aux trésors de votre âme pour que vous ne perdiez pas librement ce que votre âme a déjà pris en possession, pour que vous vous occupiez de ses désirs et ne la laissiez pas dans la misère pour des possessions terrestres ou des jouissances terrestres. Le monde est votre ennemi, cherchez à le vaincre et à l’assujettir, mais ne le laissez pas devenir votre maitre, auquel vous vous soumettez car avec cela vous perdez au lieu de vaincre. Restez en lien constant avec ce Règne qui n'est pas de ce monde, et vous serez vraiment victorieux sur le monde terrestre, il vous servira pour votre perfectionnement, parce que seulement cela est votre but.
Amen
Vertaler