Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Voedsel voor de ziel moet worden begeerd om werkzaam te worden

Al naar verlangen zult u ontvangen. Want al wordt u ook zonder verlangen geestelijk voedsel toegevoerd, dan zal ze u niet tot voedsel dienen zolang u er geen honger en dorst naar hebt. U zult dus zelf moeten verlangen gespijzigd en gelaafd te worden, dan zal u ook de juiste voeding toekomen en uw ziel zal daardoor worden gesterkt en vooruitgaan in haar ontwikkeling. Het lichaam geeft zijn behoefte te kennen. Het meldt zich wanneer het voedsel nodig heeft om zich in stand te houden. Maar de ziel kan dit vaak niet klaarspelen, omdat ze zich maar zachtjes uit en er op haar stem geen acht wordt geslagen. Ze wordt nog teruggedrongen door het lichaam, dat eerst voor zichzelf aanspraak maakt op wat de ziel echter eveneens nodig heeft.

Maar de ziel kan geen genoegen nemen met zuiver aardse spijs en aardse drank. Ze heeft andere voeding nodig en deze moet de wil van de mens haar doen toekomen, doordat hij de ziel aan de tafel des Heren leidt waar ze onbeperkt voedsel kan ontvangen. De wil van de mens is steeds bereid om voor het lichaam te zorgen, maar het zorgen voor de ziel is veel noodzakelijker, want deze overleeft het lichaam wanneer diens uur is gekomen. Dan baten het lichaam noch spijs, noch drank, noch alle medicijn. De ziel echter blijft bestaan en bevindt zich nu in een toestand die beantwoordt aan haar verzorging gedurende haar bestaan op aarde.

U mensen zou dat steeds moeten overwegen en vanuit deze beschouwing zou u uw wil moeten aansporen om in de behoeften van de ziel te voorzien, haar spijs en drank en het juiste geneesmiddel voor haar toestand te bezorgen. Dan zal het lot van de ziel in de eeuwigheid voor haar verzekerd zijn. Ze zal geen gebrek hoeven te lijden in het rijk hierna, maar haar volkomen leven hebben. De mens moet de ziel dus bewust spijs en drank doen toekomen. Hij moet haar het woord van God overbrengen, dat het juiste voedsel is voor de ziel en haar een eeuwig leven verzekert. De mens moet zelf willen dat hij het woord van God ontvangt, opdat de ziel verzadigd en gesterkt zal worden op haar pelgrimstocht over de aarde. Dan zal ook de ziel uit het haar aangeboden voedsel de kracht putten die haar niet anders kan toekomen dan door Gods woord. En zodra de mens maar zelf begeert de stem van God te vernemen, wordt hem ook zijn verlangen vervuld.

God zelf spreekt met de mens op velerlei manieren. Hij mengt zich in de gedachten van de mens, Hij komt tot hem in de vorm van een boek, Hij spreekt door de mond van een dienaar, of ook Hij spreekt zelf met Zijn kind, zodra dit rechtstreeks naar de Vader gaat en Zijn stem wil vernemen. Aan het verlangen van de ziel wordt steeds gevolg gegeven. Geen ziel blijft zonder versterking, die haar honger probeert te stillen en naar de tafel des Heren gaat, wat echter steeds de wil van de mens teweeg moet brengen, wat dus bewust moet gebeuren, daar anders ook de meest kostelijke spijs, het rechtstreekse woord van boven, door God zelf aangeboden, geen uitwerking zou hebben op de ziel. Want wat niet wordt begeerd zou zonder verlangen een genadegave zijn die echter geen dwang uitoefent en daarom onwerkzaam blijft.

Daarom kan de mens vaak de eerdergenoemde genadegave toekomen, zonder door hem als zodanig te worden beseft. Dan maken de woorden die Gods liefde naar de aarde leidt, geheel geen indruk - die een verlangende ziel ten diepste zal raken en gelukkig maken. Maar zou de uitwerking van het goddelijke woord op alle mensen hetzelfde zijn, ongeacht hun verlangen of hun onverschilligheid, dan zou het een dwingende uitwerking hebben op de ziel. En iedere ziel zou opwaarts gaan, maar de wil zou onvrij zijn geworden, terwijl de ziel toch in wilsvrijheid moet beslissen het aan te nemen of af te wijzen.

De ziel heeft krachtige voeding nodig wil ze rijp worden en opwaarts gaan en die zal haar ook altijd worden aangeboden. Maar pas het innerlijke verlangen is doorslaggevend, welke kracht de ziel aan het voedsel onttrekt, om welke reden dus de mens ook op de hoogte moet zijn van de behoeften van zijn ziel en van de verantwoording wanneer hij haar de noodzakelijke voeding ontzegt, wanneer hij geen acht slaat op haar behoeften en de ziel zwak en ellendig is, wanneer de dood op de mens afkomt en ze uit diens lichaam moet heengaan. De ziel zelf is in haar verlangen onverschillig geweest, daar ze anders binnen in de mens drang had kunnen uitoefenen. En de ziel zelf moet nu ook de gevolgen van haar onverschilligheid dragen, want ze blijft bestaan. Zij is het eigenlijke "ik" van de mens dat niet kan vergaan. Daarom wordt de mens steeds weer onderwezen, maar ook niet gedwongen, want de ziel moet vrij beslissen in het leven op aarde en ze moet ook de gevolgen van een verkeerde beslissing nu dragen in het rijk hierna.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

HRANA ZA DUŠU MORA BITI ZATRAŽENA (ŽELJENA), KAKO BI POSTALA UČINKOVITA...

Sukladno vašoj žudnji, vi ćete primiti... Jer, ako bi vi bili opskrbljeni duhovnom Hranom i bez žudnje, onda ona vama ne bi služila kao Hrana, dok god vi ne osjećate glad i žeđ za njom. Vi stoga sami morate „zatražiti“ (željeti) da budete nahranjeni i napojeni, onda će vama i prići prava hrana, i vaša duša će kroz to postati snažna, i napredovat će u njenom razvoju. No, tijelo objavljuje svoju potrebu, ono priopćava kada mu je potrebna hrana za njegovo održavanje... Duša se međutim često ne može izboriti, budući se ona samo tiho izražava, i njen glas se zanemaruje. Ona je još (po)vučena natrag od tijela, koje ponajprije za sebe samoga koristi ono što duša jednako tako potrebuje. No, duša se ne može zadovoljiti čisto zemaljskom hranom i zemaljskim pićem... Ona treba drugu Hranu, a ovu joj mora osigurati volja čovjeka, dovodeći dušu za Stol Gospodara, gdje ona hranu može neograničeno primati. Volja čovjeka je uvijek spremna brinuti za tijelo, no brinuti za dušu je daleko potrebnije, jer ona nadživljava tijelo, kada za to dođe čas. Onda tijelu ne pomaže ni hrana, ni piće, ni svi lijekovi (ni sva medicina)... Duša, međutim, ostaje postojati, i sada se nalazi u stanju koje odgovara njenom snabdijevanju (zbrinutosti) tijekom njenog zemaljskog postojanja. To vi ljudi trebate uvijek imati na umu, i iz tog razmatranja poticati svoju volju da zadovolji potrebe duše, da je opskrbi Hranom, Pićem i pravim lijekom za njeno stanje, a kroz to će biti osigurana sudbina duše u vječnosti, ona neće trebati gladovati u duhovnom kraljevstvu, nego će imati svoj puni život.

Stoga čovjek mora svjesno dostavljati duši Hranu i Piće, on joj mora prenijeti Božju Riječ, koja je duši prava (ispravna) Hrana, i koja joj osigurava vječni život. Sam čovjek treba željeti primiti Božju Riječ, da se duša nasiti i bude osnažena na njenom hodočašću po Zemlji. Onda će i duša crpiti snagu iz ponuđene joj hrane, koja njoj ne može prići drugačije nego kroz Božju Riječ. A čim čovjek samo želi čuti Božji glas, njemu će njegova želja biti i ispunjena... Sam Bog govori s čovjekom na mnoge načine... On se uključuje u čovjekove misli, On dolazi k njemu u obliku jedne knjige, On govori kroz usta slugu, ili On također govori Sam sa Svojim djetetom, čim ono dolazi direktno k Ocu i želi čuti Njegov glas... Žudnja duše je uvijek uslišena, bez osnaženja ne ostaje nijedna duša, koja pokušava utažiti svoju glad, i pristupiti k Stolu Gospodara... što međutim, uvijek mora poduzeti (narediti) volja čovjeka, što se stoga mora dogoditi svjesno, inače ni najukusnija (najdragocjenija) Hrana, direktna Riječ iz visine... ponuđena od Samoga Boga... ne bi imala nikakav učinak na dušu. Jer, ono što se ne žudi, bilo bi neželjeni dar milosti, koji međutim ne vrši prisilu, i stoga ostaje bez učinka. Zato čovjeku ovaj dar milosti često može prići, bez da od njega bude prepoznat kao takav. Onda Riječi, koje Božja Ljubav dovodi na Zemlju, ostaju bez ikakva dojma (ne ostavljaju nikakav utisak), (dok će) duša koja žudi biti duboko dotaknuta i usrećena (oduševljena). No, kada bi učinak Božanske Riječi na sve ljude bio isti... bez obzira na njihovu želju ili ravnodušnost... onda bi ona prisilno utjecala na dušu, i svaka bi duša morala koračati naviše, no volja bi postala neslobodna, dok se međutim duša u slobodi volje mora odlučiti za prihvaćanje ili odbacivanje. Duša treba snažnu prehranu, želi li ona sazrjeti i koračati naviše, a ona će njoj u svako vrijeme biti ponuđena, no jedino je unutarnja želja presudna za to koju snagu duša crpi iz Hrane... zbog toga čovjek mora i znati o potrebama svoje duše, i o odgovornosti ako joj on uskraćuje nužnu hranu, ako on zanemaruje njene potrebe, te je duša slaba i jadna, kada smrt pristupi čovjeku, i ona se mora odvojiti od njegovog tijela. Sama duša je postala ravnodušna u svojoj želji, inače bi ona mogla iznutra potaknuti čovjeka; a duša mora sada sama snositi posljedice svoje ravnodušnosti, jer ona nastavlja postojati... Ona je stvarno Ja čovjeka, koje ne može proći (nestati). Zato je čovjek uvijek iznova podučavan, ali ne i prisiljavan, jer se duša mora slobodno odlučiti u zemaljskom životu, te ona mora i posljedice pogrešne odluke sada snositi onostranom kraljevstvu._>AMEN

Vertaler
Vertaald door: Lorens Novosel