Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Rijkdom of armoede zijn noch gunstig noch 'n belemmering om zalig te worden

En of ook de mooiste aardse verwachtingen voor u in vervulling gaan, of u opklimt tot eer en aanzien, tot de grootste wetenschappelijke roem, of aards geluk u ook beschoren is - aan dit alles komt een eind op het moment van uw dood - en u neemt er niets van mee naar de overkant, in het rijk hierna. U zult er integendeel dubbel armzalig aan toe zijn wanneer u geen geestelijke schatten kunt laten zien, die voor u duizendmaal de plaats innemen van aardse rijkdom.

Het zal maar zelden voorkomen dat een mens die op aarde alles bezat, ook naar het geestelijke heeft gestreefd - die wel aardse goederen de zijne noemde, maar deze ook heeft gebruikt volgens de Wil van GOD, die zich er niet door liet beheersen. Meestentijds zijn de harten van hen die aards rijk bedacht zijn, verhard. En zoals het met de toestand van het hart is, is ook de toestand van de ziel nà de dood van het lichaam.

De aarde en het geestelijke rijk zijn totaal verschillend - daaraan zouden de mensen steeds moeten denken. En zo moesten ze ook nooit diegenen benijden aan wie het aardse bestaan volkomen bevrediging schenkt. Want zo'n aards bestaan is geen garantie voor dezelfde toestand in het rijk hierna. Daarentegen kan aardse armoede en onaanzienlijkheid er veel toe bijdragen de ziel te louteren, en in licht en luister kan zo'n ziel door de poort de eeuwigheid binnengaan. Maar hoe de aardse omstandigheden ook mogen zijn waarin de mens volgens het lot werd geplaatst, hij heeft steeds de mogelijkheid geestelijk rijper te worden, want in elke situatie van het leven zijn hem de middelen ter hand gesteld die zijn ziel helpen zich te louteren. Maar ook zijn armoede en leed geen garantie voor een leven in gelukzaligheid, noch is een aards leven dat bevrediging schenkt een belemmering voor zo'n eeuwig leven.

Het hangt alleen van de wil van de mens af of deze geestelijk gericht is en zich zodoende elke levenssituatie ten nutte maakt voor zijn ziel. Het ligt er alleen maar aan, of de mens de verbinding met GOD tot stand brengt, waartoe hij in elke levenssituatie wordt aangespoord. Alleen bestaat het gevaar dat de gedachte aan GOD wordt teruggedrongen wanneer de mens zich tevreden gestemd voelt over zijn aardse leven - of als hij steeds grotere aardse successen probeert te behalen, zoals echter omgekeerd ook diegenen aan wie het aardse leven elke vervulling ontzegt, een vijandige instelling kunnen innemen tegenover het noodlot en zo ook zonder geloof verder leven - er dus evenzo geen geestelijke sucessen zijn te boeken bij het einde van hun leven.

Toch is het heel wat makkelijker de weg van de positieve ontwikkeling te gaan voor die mensen die minder bevoorrecht schijnen tijdens hun aardse bestaan, want van dezen wordt a.h.w. het - door het lot bepaald - afstand doen van materiële goederen geëist. Ze hoeven zich er alleen maar in te schikken, of hun innerlijke wensen tot zwijgen te brengen en zijn dan aanzienlijk in het voordeel tegenover diegenen die, door het lot bepaald, in geluk en overvloed leven.

Daarom hoeft een arme niet steeds beklaagd - en nog veel minder moet de rijke benijd worden, want alleen dat is van waarde wat de ziel van de mens voor zichzelf verwerft. Is echter het uur van de dood gekomen, dan blijft al het aardse achter en dan is het heel wat makkelijker van de wereld afscheid te nemen wanneer er niets voorhanden is wat de mens nog aan de aarde bindt, wanneer hij zich geheel vrij kan maken van de materie - wanneer aardse zaken het denken van de mens niet drukken en die hem zijn heengaan moeilijker maken en hem alleen maar hinderen zich uitsluitend met GOD te verbinden - met Zijn rijk.

Wat het aardse bestaan u ook bieden mag, het valt weg op het ogenblik van uw dood. Wat u echter gedurende het aardse bestaan in ontvangst hebt genomen uit het geestelijke rijk, blijft bestaan. En u kunt alleen maar geestelijke goederen bekomen, wanneer uw hart zich los maakt van materiële schatten, wanneer u te allen tijde bereid bent ze weg te geven - uit liefde tot GOD en tot uw naaste.

Dan zult u steeds meer ontvangen dan u hebt weggegeven, dan zult u uw geestelijke rijkdom vergroten, want dan zult u ook aardse rijkdommen goed gebruiken, d.w.z. volgens GOD's Wil voor werken van barmhartige naastenliefde. Dan echter hoeft u ook het uur van de dood niet te vrezen, want u zult niet sterven, maar het eeuwige leven binnengaan.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Wealth or poverty is neither an advantage nor a hindrance to attaining beatitude....

And even if your most pleasing earthly hopes come to fruition, if you gain honour and reputation, the most eminent scientific fame, even if earthly happiness is granted to you.... it will all come to an end the moment you die, and you cannot take any of it along with you into the kingdom of the beyond. On the contrary, you will feel your deprivation twice as much if you have no spiritual wealth to show as it will replace your earthly loss a thousand fold. But precisely this will be rare, the fact that a person who possessed everything on earth has also aspired spiritually, who certainly called many earthly goods his own and also used them according to God's will.... who did not allow himself to be governed by them.... Generally, the hearts of those who are wealthy in an earthly sense are hardened. And according to the state of the heart will be the state of the soul after the body's death. The earth and the spiritual kingdom are completely different, this is what people should always remember, and therefore they should not envy those either whose earthly life gave them complete fulfilment.... For this kind of life on earth is no guarantee for the same state in the spiritual realm. By comparison, earthly poverty and plainness can contribute towards the purification of a soul, and such a soul can go in light and brilliance through the gate to eternity. Yet irrespective of what the earthly circumstances may be which the human being was given by fate, he will always have the opportunity to mature spiritually; in every situation in life he has the means at hand which help to purify his soul....

Neither poverty nor suffering guarantee an eternal life in bliss, nor is a life of earthly fulfilment a hindrance for such an eternal life.... It solely depends on a person's will as to whether it is spiritually inclined and therefore tries to draw a benefit for his soul from every situation in life.... It solely depends on whether the person establishes contact with God, for which he will be stimulated in every situation in life. There is only a danger that every thought of God will be repressed if a person is satisfied with his earthly life or if he tries to achieve ever greater earthly success, just as, vice versa, those who are denied all fulfilment in earthly life can in bitterness turn against their destiny and also live without faith.... thus likewise have no spiritual achievements to show when they pass away.... Nevertheless, the path of higher development is far easier to travel for people who appear to be less favoured during their earthly life, for their renunciation of material possessions is, in a manner of speaking, required of them by providence.... they need only resign themselves to it and also silence their inner wishes, then they will have a considerable advantage compared to those who, also by providence, live in happiness and excess. Therefore, the poor need not always be pitied and the rich should be envied even less, for only that which the person's soul acquires is of value.... But once the hour of death has come all earthly things must stay behind, and it will be far easier for a person to detach himself from the world if nothing exists which still ties him to it.... if he was able to completely release himself from matter, if the person's thinking is not burdened by earthly things which make his passing away difficult and only prevents him from the exclusive bond with God, with His kingdom.... Whatever life on earth might offer you, it will become worthless the moment you die. However, whatever you accepted from the spiritual kingdom during your existence on earth will remain forever. And you can only attain spiritual possessions if your heart detaches itself from material treasures, if you can forego them at any time for love of God and your neighbour.... Then you will receive constantly more than you have given away, then you will increase your spiritual wealth, and you will also make the right use of earthly riches, that is, you will use them according to God's will for works of merciful neighbourly love.... In that case, however, you will not need to fear the hour of death either, for you will not die but pass into eternal life....

Amen

Vertaler
Vertaald door: Heidi Hanna