Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

De ware kerk - Sekten - Het werkzaam zijn van de geest

Het feit, dat er zoveel geestelijke of geloofsrichtingen bestaan en de mensen meestal zonder hun eigen wil daarin werden opgenomen, zou u mensen te denken moeten geven. Niet de wil van het kind bepaalt, in welke geloofsrichting het is "geboren", en dus is het als het ware geen eigen verdienste of eigen schuld van de mens in een bepaalde geloofsrichting te worden opgevoed.

En zou nu die ene of andere geloofsrichting "alleen zalig makend" zijn, zou die ene of andere de voor God alleen juiste of Hem welgevallige zijn, dan zouden de mensen die in andere geestelijke richtingen terecht zijn gekomen, zich met recht van God uit benadeeld kunnen voelen, dat de "ware kerk" hun is onthouden door hun geboorte. Maar het is in het geheel niet zo, dat een mens zonder eigen toedoen tot de waarheid kan komen, en het is wederom helemaal niet van belang, in welke geloofsrichting hij door zijn geboorte terecht is gekomen.

Want ieder mens moet zelf tot het licht van de waarheid doordringen. En net zo is het zeker, dat de waarheid zich niet door opvoeding zal laten inprenten, zolang de mens in zichzelf niet de juiste bodem heeft vergaard, waarin de waarheid wortel kan schieten, om nu zijn eigendom te worden en te blijven. Maar het bovengenoemde feit zou ook alle mensen te denken moeten geven, die op hun lidmaatschap van een bepaalde geestelijke richting pochen en zich beschouwen als "wandelend in de waarheid".

Het is een arrogante gedachte te geloven het privilege voor het hemelrijk te bezitten.

Maar veel mensen hebben deze aanmatigende gedachte, want alle aanhangers van sekten zijn er volledig van overtuigd, de enige waarheid te bezitten.

En toch hebben ze meestal alleen maar overgenomen wat hun weer geleerd is door hen die zich net zo fanatiek voor onfeilbaar hielden. En geen van allen heeft erover nagedacht hoe God zich zelf dan tegenover diegenen opstelt die niet bij hun geestelijke richting behoren.

Zolang maar de liefde tot God en tot de naaste en het werk van verlossing van Jezus Christus aan een geestelijke richting ten grondslag liggen, kunnen ook uit deze geestelijke richtingen ware christenen voortkomen, voor wie spoedig ook het licht van de waarheid zal schijnen.

Want worden Gods geboden van de liefde vervuld in het geloof in Jezus Christus, de goddelijke Verlosser, dan wordt de mens zelf actief, en is hij uit eigen beweging toegetreden tot de "gemeenschap van de gelovigen", tot de kerk, die Jezus Christus zelf op aarde heeft gesticht.

En deze eigen beslissing moet iedere mens nemen, oftewel: de basisreligie is de vervulling van de geboden der liefde, en zolang deze niet in acht worden genomen, bevindt de mens zich buiten de kerk van Christus, buiten de waarheid, om het even of hij lid is van een geloofsrichting, die zich voor de "enige ware" en "zaligmakende" uitgeeft. Geen mens kan de gelukzaligheid verwerven door alleen zijn behoren tot een bepaalde geestelijke richting of door handelingen die door deze worden geëist.

Pas de ware onbaatzuchtige naastenliefde - en de daardoor aangetoonde liefde tot God - leidt naar de gelukzaligheid, en deze kan in elke geestelijke richting worden beoefend. En dit zal dan ook voeren naar het inzicht in de zuivere waarheid. Zolang er echter afgebakende gemeenten zijn, zolang elke tracht leden voor zich te winnen, die hun lidmaatschap moeten bewijzen, doordat ze datgene erkennen wat ze zelf onderrichten, zolang de vrijheid van denken bij deze leden wordt beknot, zijn ook dezen slechts meelopers, maar geen levende christenen, die zich kunnen rekenen tot de kerk van Christus.

Maar zodra een mens "levend" is geworden, wat dus alleen maar een leven in liefde als vereiste heeft, ziet hij ook in, in hoeverre een geestelijke richting aanspraak kan maken op de waarheid. Hij zal dan weliswaar zijn medemensen beter kunnen onderrichten dan de leiders van die geestelijke richtingen, maar hij zal ook niet zijn inzicht kunnen overdragen op de medemens. Veeleer moet deze dezelfde eisen vervullen, die tot inzicht in de zuivere waarheid leiden: Ook hij moet eerst door een leven in liefde een "levende" christen worden, want dan zal zijn geloof sterk worden en dan behoort hij dus tot de kerk van Christus, die Hij zelf heeft gebouwd op de rots van het geloof. Voor ieder denkend mens zou het duidelijk moeten zijn, dat God het zalig worden van een mens nooit afhankelijk zal maken van de geloofsrichting of -gemeenschap tot welke hij behoort, want alleen al de omstandigheid, dat de mensen zonder hun eigen wil te kennen te geven bij geboorte in zulke gemeenschappen worden opgenomen, zou hun toch te denken moeten geven, vooropgesteld dat ze in zoverre gelovig zijn, dat ze een God en een bestemming van de mens erkennen. Voor de ongelovigen zijn zulke gedachten zonder meer niet bespreekbaar, omdat ze elke geloofsrichting verwerpen. Maar voor degenen die al te ijverig hun mening uitdragen en steeds weer proberen, als bewijs voor de waarheid ervan, woorden uit de schrift erbij te betrekken, die ze echter ook slechts verstandelijk uitleggen, gelden deze woorden: dat alleen maar de liefde de geest in de mens werkzaam zal laten worden. Maar de geest zal hen dan ook volgens de waarheid onderrichten. Dan echter zullen ook de onjuiste leerstellingen in elke geestelijke richting belicht worden, waarvan de mens zich vrij moet maken, wil hij een levende christen zijn, een aanhanger van de ware "Kerk van Christus", die geen uiterlijke kenmerken kan laten zien dan alleen het werkzaam zijn van de goddelijke geest.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

La vraie Église - Sectes - Action de l'Esprit

Le fait qu’il existe autant d’orientations spirituelles ou de foi et que les hommes y soient accueillis presque toujours sans leur propre volonté, devrait donner à penser à vous les hommes. Ce n'est pas la volonté de l'enfant qui décide dans quelle orientation de foi il est «né», et donc il n’a pour ainsi dire aucun mérite ou faute à être éduqué dans une orientation déterminée de foi. Et si maintenant une église la seule «à rendre bienheureux....», si l’une ou l’autre était l’unique juste devant Dieu ou bien l’unique qui Lui serait complaisante, alors les hommes nés dans l'une ou dans l'autre orientation spirituelle pourraient se sentir avec raison désavantagés par Dieu parce qu’ils auraient été mis à l’écart de la «vraie Église» à travers leur naissance. Mais il n'en est pas ainsi, et un homme ne peut arriver à la Vérité sans sa propre contribution, et il est à nouveau entièrement sans importance, dans quelle orientation de foi il a été mis par sa naissance. Parce que chaque homme doit combattre pour arriver à la Lumière de la Vérité. Et il est certain que la Vérité ne se laisse pas implanter selon l'éducation tant que l'homme lui-même n'a pas recueilli en lui la bonne base dans laquelle la Vérité peut prendre racine, pour devenir et rester sa propriété. Mais cette donnée de fait, mentionnée ci-dessus, devrait donner à penser à tous les hommes qui visent à maintenir leur appartenance et à une direction spirituelle déterminée et se considèrent comme «ceux qui marchent dans la Vérité». C’est une pensée arrogante que de croire posséder le privilège pour le Règne du Ciel. Mais beaucoup d'hommes ont cette pensée arrogante, parce que tous les affiliés aux sectes sont pleinement convaincus de posséder l'unique Vérité. Et ils ont seulement accueilli ce qui leur a été enseigné et l’ont retenu fanatiquement comme infaillible. Et aucun d'entre eux n’a réfléchi sur le fait de comment Dieu Lui-Même considère ceux qui n'appartiennent pas à leur direction spirituelle. Tant que seulement l'Amour pour Dieu et pour le prochain et que l'Œuvre de Libération de Jésus Christ est à la de base d'une direction spirituelle, de cette direction il peut se lever de vrais chrétiens, auxquels vite brillera aussi la Lumière de la Vérité, parce que si les Commandements d'amour de Dieu sont acquittés dans la foi en Jésus Christ, le divin Rédempteur, alors l'homme lui-même devient actif et alors il est entré par sa propre poussée dans la «communauté des croyants», dans l'Eglise que Jésus Christ Lui-Même a fondée sur la Terre. Et l'homme lui-même doit émettre cette autodétermination ou bien aussi : La religion de base est l'accomplissement des Commandements de l'amour, et tant que ceux-ci ne sont pas acceptés, l'homme se trouve en dehors de l'Église du Christ, en dehors de la Vérité, même s’il appartient à une orientation de foi qui prétend être «l’unique vraie» et «qui rend bienheureux». Aucun homme ne peut se conquérir la béatitude seulement à travers son appartenance à une orientation spirituelle déterminée ou bien au travers d’actions exigées par celle-ci. Seulement le vrai amour désintéressé pour le prochain qui montre aussi l'amour pour Dieu mène à la Béatitude, et cela peut être exercé dans chaque orientation spirituelle et cela mènera aussi à la connaissance de la pure Vérité. Mais tant qu’il existe des communautés délimitées, tant que chacun cherche à conquérir pour lui des membres qui doivent montrer leur appartenance avec le fait qu’ils reconnaissent ce qu'eux-mêmes enseignent, tant que la liberté de penser de ces membres est coupée, ceux-ci sont seulement des sympathisants, mais ce ne sont pas des chrétiens vivants, qui peuvent se compter dans l'Église du Christ. Mais dès qu’un homme est devenu «vivant», chose qui nécessite seulement une vie dans l'amour, il reconnaît aussi jusqu'où une orientation spirituelle peut faire valoir le droit à la Vérité. Alors il pourra certes instruire mieux son prochain que les guides de ces orientations spirituelles, mais il ne pourra pas transférer sa connaissance sur le prochain, mais celui-ci doit s'acquitter des mêmes conditions qui mènent à la connaissance de la pure Vérité : d'abord lui-même doit être devenu un chrétien «vivant» à travers une vie dans l'amour, parce qu'alors sa foi deviendra forte, et alors il appartient à l'Église du Christ que Lui-Même a fondée sur le roc de la foi. À chaque homme pensant il devrait être clair que Dieu ne rend jamais dépendant le devenir bienheureux d'un homme à une orientation particulière de foi ou à l’appartenance à une communauté, parce que déjà la circonstance que les hommes sont insérés par leur naissance dans telle ou telle communauté sans sa déclaration de volonté, devrait leur donner à penser, à condition qu'ils soient encore croyants jusqu'au point de reconnaître un Dieu et une destination de l'homme. Pour les mécréants de telles pensées ne sont de toute façon pas discutables, parce qu'ils rejettent chaque orientation spirituelle. Mais à ceux qui soutiennent avec trop ferveur leur opinion et qui cherchent toujours de nouveau à mentionner comme preuve pour leur Vérité des Paroles de l’Ecriture qu'ils interprètent seulement intellectuellement, valent ces Paroles : qu’uniquement l'amour rend efficace l'esprit dans l'homme. Mais l'Esprit les instruira ensuite selon la Vérité, mais alors les enseignements erronés seront aussi éclairés dans chaque orientation spirituelle, l'homme doit s’en libérer s'il veut être un chrétien vivant, un disciple de la vraie «Église du Christ» qui n'a à montrer aucun symbole extérieur sinon seulement l’Action de l'Esprit divin.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Jean-Marc Grillet