Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Kenmerk van het nabijzijnd einde "Wie oren heeft om te horen..."

Er zullen nog veel mensen de genade GOD's ondervinden door HEM aangesproken te worden op 'n ongewone manier, want HIJ kent de graad van rijpheid van iedere afzonderlijke ziel, DIE ook weet wie zich door Zijn genade zal laten aanraken, en HIJ wil allen te hulp komen die van goede wil zijn, maar zich op verkeerde wegen bevinden. En zo zullen nog vele mensen besluiten om om te keren, van wie de omgeving het niet verwacht en dezen zullen vaak een duidelijkere vermaning zijn voor hun medemensen, dan preken het kunnen zijn die niet in alle levendigheid uiteen worden gezet.

Zijn schaapjes zoekt GOD nog bijeen, vóór het einde komt en Zijn lokroep blijft niet altijd zonder gevolg. En toch blijft de wil van ieder mens vrij. Er is ook geen enkele ongewone genadegave dwingend. Dezelfde gave kan velen op de zelfde wijze worden aangeboden, maar niet allen zullen er zo op reageren als enkelen. Alleen dat moet u, mensen steeds weer gezegd worden, dat GOD iedere ziel tot aan de dood van de mens tracht te winnen, dat HIJ niet ophoudt hem Zijn hand te reiken, die hij slechts vast hoeft te pakken om voor eeuwig gered te zijn. En de laatste tijd op deze aarde is een ongewone tijd van genade omdat de activiteiten van de tegenstander ook een ongewone omvang aannemen.

En al woedt hij nog zo erg in deze tijd, toch heeft ieder mens de mogelijkheid ook met de genadegaven GOD's in aanraking te komen, maar zijn vrije wil kiest of en hoe hij deze laatste benut. De geringste wil om op aarde alleen het juiste te doen en te voldoen aan de eigenlijke opgave op aarde, kan hem al duidelijke aanwijzingen opleveren, omdat GOD zo'n wil beloont, omdat HIJ overeenkomstig deze wil Zich Zelf aan de mens te zien geeft - omdat HIJ Zelf hem vastpakt en liefdevol de juiste weg opdringt.

Maar ook het werkzaam zijn van de tegenstander van GOD komt steeds duidelijker te voorschijn en het zou vele mensen de ogen kunnen openen en vele zouden kunnen beseffen wie er de laatste tijd zijn scepter zwaait. Maar de gewetenloosheid van de mensen maakt hen ook blind jegens al wat gebeurt, wat een satanische invloed bewijst. En geen mens wordt met geweld ziende gemaakt, alleen wordt hem steeds toegeroepen: "Wie oren heeft moet horen - wie ogen heeft moet zien...!"

En dat is een duidelijk kenmerk van het nabijzijnd einde en het werkzaam zijn van de vorst der duisternis: dat er naar uitbundige levensvreugd, zingenot en 'n luxueus leventje gezocht en gestreefd wordt, dat hij de mensen aanzet tot handelingen van de laagste soort, dat alles uit z'n ordening raakt en dat er geen enkele harmonie meer te vinden is, zowel in het samenleven van de mensen, maar ook in het tot stand brengen van dingen en het werkzaam zijn op elk gebied. Alles is verward, vertekend, de goddelijke ordening is omvergestoten, het is een toestand zoals die bijna niet erger meer gedacht kan worden.

En toch is de genade GOD's temidden van deze chaos aan het werk en wil de mensen nog redden voor de ondergang. En alleen de goede wil is maar nodig dat Zijn genade werkzaam wordt - die steeds weer door enkelen zal worden opgebracht en die zich nu ook bevrijden kunnen uit de boeien van hem die daarom abnormaal aan het werk is, omdat hij weet dat hij niet veel tijd meer heeft.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Segnale della vicina fine: “Chi ha orecchie per udire.... ”

Ancora molti uomini sperimenteranno la Grazia di Dio di essere interpellati da Lui in modo insolito, perché Egli sa del grado di maturità di ogni singola anima, il Quale sa anche chi si lascia toccare dalla Sua Grazia, ed Egli vuole venire in Aiuto a tutti coloro che sono di buona volontà, ma che si trovano su vie errate. E così ancora certi uomini di cui il mondo non se lo aspetta, si decideranno per il ritorno, e costoro saranno sovente un ammonimento più chiaro per i loro prossimi di come possono essere delle prediche, che non vengono esposte in tutta la vivacità. Dio cerca ancora di radunare le Sue pecorelle, prima che arrivi la fine, e la Sua Chiamata non rimane sempre senza successo. E malgrado ciò la volontà di ogni uomo rimane libera. E nessun Dono di Grazia insolito costringe a nulla, perché lo stesso Dono può essere offerto a molti nello stesso modo, ma non tutti reagiscono a questo come dei singoli. A voi uomini deve soltanto sempre di nuovo essere detto che Dio cerca ogni anima fino alla morte dell’uomo, che non cede di porgergli la Sua Mano, che l’uomo deve soltanto afferrare per essere salvato in eterno. E l’ultimo tempo su questa Terra è un insolito tempo di Grazia, perché anche l’agire dell’avversario assume una dimensione insolita. E per quanto infuri in questo tempo, ogni uomo ha comunque la possibilità, di venire a contatto con i Doni di Grazia di Dio, ma decide la sua libera volontà se e come sfrutta questi ultimi. La minima volontà di fare sulla Terra soltanto il giusto e di vivere secondo il vero compito terreno può procurargli già un’evidente indicazione, perché Dio ricompensa una tale volontà, perché Egli fa riconoscere Sé Stesso all’uomo secondo questa volontà, perché Egli Stesso lo afferra e lo spinge amorevolmente verso la retta via. Ma anche l’agire dell’avversario di Dio si manifesta sempre più chiaramente, e molti uomini potrebbero aprire gli occhi e molti potrebbero riconoscere, chi usa il suo scettro nell’ultimo tempo. L’assenza di coscienza degli uomini però li rende ciechi nei confronti di tutti gli avvenimenti che dimostrano l’influenza satanica. E nessun uomo viene reso vedente con la forza, ma agli uomini viene sempre soltanto esclamato “Chi ha orecchie per sentire, ascolti, chi ha occhi per vedere, veda.... ” E questo è un chiaro segnale della vicina fine e dell’agire del principe delle tenebre, che viene cercato e si tende ad esagerata gioia di vivere, al godimento dei sensi ed al ben vivere, che lui spinge gli uomini ad azioni genere più basso, che tutto esce dall’Ordine e che non si trova più nessuna armonia, sia nella convivenza degli uomini oppure anche nel creare ed agire in ogni campo. Tutto è confuso, deformato, l’Ordine divino è stato rovesciato, è uno stato come questo non può essere immaginato peggiore. E ciononostante regna la Grazia di Dio in mezzo a questo caos e vuole ancora salvare gli uomini dalla rovina. E ci vuole soltanto la buona volontà affinché la Sua Grazia diventi efficace, che dei singoli riusciranno sempre di nuovo ad avere e che ora si possono anche liberare dalle catene di colui che agisce insolitamente perché sa di non aver più molto tempo.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Ingrid Wunderlich