Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Gedachten zijn uitstralingen uit het geestelijke rijk

Geen mens kent zijn levenslot en geen mens kan het bepalen. Maar ieder mens weet dat zijn leven op deze wereld niet eeuwig is, dat hij de volgende dag reeds opgeroepen kan worden - dat hij ook door slagen van het noodlot verrast kan worden, die hij niet kan afwenden. Doch deze stellige kennis benutten maar zeer weinig mensen door naar dat leven toe te werken dat hierna komt, naar het leven in het geestelijke rijk, dat eeuwig duurt. Zij benutten het daarom niet omdat zij van een leven nä de dood niet overtuigd zijn. Het is echter ook onmogelijk hun daar een bewijs voor te geven, want dat zou de gehele aardse levensweg nutteloos maken, waarvan het doel een geheel vrije wilsbeslissing is, een bewijs echter zou leiden tot het uitoefenen van dwang op de wil.

Daarom dus zijn de mensen als het ware op zichzelf aangewezen, zij gaan door het aardse leven zonder precieze kennis van een zin en doel, maar kunnen toch tot een duidelijk inzicht komen als zij daarnaar streven. Want de mensen kunnen denken. Zij hebben een gave meegekregen voor de tijd van hun aardse leven - het denkvermogen - dus ook het verstand om de gedachten te kunnen verwerken en de waarheid ervan te onderzoeken - want zij kunnen zich bezig houden met ware maar ook met verkeerde gedachten. Dit is ook een bewijs dat hun vanuit twee kanten de gedachten worden toegezonden, het blijft echter aan henzelf overgelaten aan welke gedachten zij de voorkeur geven.

De gedachte op zich is dus geen eigen product, dat de mens in zichzelf voortbrengt en het naar buiten laat stralen, maar hij stroomt hemzelf eerst toe als kracht uit het geestelijke rijk. U moet echter weten dat met de lichamelijke dood voor u het denken niet ophoudt, maar dat dit voor de ik-bewuste ziel de saamhorigheid met GOD aantoont in zoverre, dat zij in de staat van volmaaktheid ZIJN geestelijke uitstralingen in de vorm van gedachten ontvangt. In de onvolmaakte toestand daarentegen krijgt de tegenstander van GOD invloed op het ik-bewuste wezen, onverschillig of het nog op de aarde vertoeft of in het rijk hierna.

Het denken houdt dus niet op, het kan alleen verward of geheel verkeerd zijn als de graad van rijpheid van de ziel nog laag is en GOD's tegenstander grotere invloed heeft dan GOD Zelf, DIE Zich nooit door dwang laat gelden - maar wacht tot het wezen zelf zich aan HEM overgeeft.

De gedachten zijn dus iets geestelijks, meer of minder volgens de waarheid, maar toch steeds uitstralingen uit het geestelijke rijk, die daarom ook als krachten kunnen worden betiteld, wederom met een goede of slechte uitwerking - al naar hun plaats van herkomst. Wie niet aan een voortleven gelooft, neemt genoegen met de verklaring, dat de gedachte zijn oorsprong in de mens zelf heeft. In dat geval echter zou de dood elk denkvermogen van de mens uitwissen, dan is ook het begrip "ziel" niet eenvoudig te verklaren, de ziel is nml.in tegenstelling tot het lichaam d.i. de aardse materiële uiterlijke vorm - het innerlijke leven, het denken, voelen en willen van de mens.

De ziel is onvergankelijk, dus zal zij ook verder denken, voelen en willen kunnen als zij zal verder leven na de dood. Iets levends, ik-bewusts moet deze kenmerken kunnen laten zien, dat het denken, voelen en willen kan. Zolang deze bekwaamheden niet aanwezig zijn bevindt het wezen zich nog in een gebonden toestand, waarin het nog niet geheel verantwoordelijk gesteld kan worden voor zijn doen. Maar voor de tijd van het aardse leven is het wezen echter een opdracht gegeven, dus moet het in staat zijn te denken en te willen - en daarmee overeenkomstig te handelen.

Het gaat er nu om dat het wezen zich vrijwillig in de goddelijke ordening schikt, die het omvergestoten had toen het zich van GOD afkeerde. Daar het door deze afval van GOD in 'n duistere toestand geraakte, d.w.z.in totale onwetendheid, zo moet het nu t.b.v. een vrije wilsbeslissing ook weer in een kennis worden binnengeleid die hem nu vanuit het geestelijke rijk toestroomt - en nu door de mens kan worden aangenomen maar ook weer afgewezen. De gedachten van de mens zijn dus zulke stromen die hem toevloeien en die zowel uit het lichtrijk, als ook uit het rijk van de duisternis kunnen komen. De mens zelf is met de gave van het verstand uitgerust, om zich met de hem toestromende gedachten kritisch bezig te kunnen houden. De scherpte van het verstand is echter veel minder doorslaggevend dan een hart dat bereid is liefde te geven, om zich voor de gedachtengolven uit het lichtrijk te openen.

Dus zal ook de graad van inzicht daaraan beantwoorden en de juiste beslissing zal de mens - die een leven in liefde leidt - ook gemakkelijk vallen. Terwijl aan de liefdeloze mens de gedachten uit het rijk van de duisternis toegezonden worden, die hij gewilliger aanneemt en daardoor ook steeds meer een prooi wordt van de tegenstander van GOD.

De mens gelooft wel dat de gedachten zijn eigen geestesproduct zijn, dat hij ze zelf voortbrengt krachtens zijn verstand en het hem van buitenaf gegeven onderricht. Maar het zou dan op het moment van de dood volkomen leeg zijn in zijn ziel, die echter het eigenlijke "ik" van de mens is en die daarom het denken, voelen en willen niet verliezen kan. Die zich dus voortaan nog steeds in het bereik van gedachtengolven bevindt, maar zichzelf die sfeer geschapen heeft of nog scheppen kan waarin zij zich nu beweegt. Haar denken zal weliswaar in donkere gebieden zwak en geheel verward zijn - maar zij kan denken en ook dat denken zuiveren - als zij dat wil.

De gedachte is geestelijke kracht die nooit vergaan kan, en daarom heeft elke gedachte ook op de ene of andere wijze invloed, negatief als hij uit het rijk van de duisternis stroomt en opgenomen wordt, positief als hij komt uit het lichtrijk en ingang vindt in open mensenharten.

De mens zelf behoeft alleen maar te bewijzen dat hij de bereidheid heeft te ontvangen, doordat hij met het Lichtrijk in verbinding wenst te staan. Dus zal nooit die mens goede gedachten in zich laten opkomen die zich geheel in de ban van de tegenstander bevindt, omdat hij niet zelf de gedachten voortbrengt, maar ze hem toestromen gelijk golven waardoor hij zich moet laten omspoelen, als ze een heilzame uitwerking op hem moeten hebben ,als zij hem inzicht moeten overbrengen dat hem helpt de juiste beslissing te nemen. Want dit alleen is het doel van het aardse leven van ieder mens persoonlijk, waarvoor de mens zich op de aarde mocht belichamen.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Thoughts are emanations from the spiritual realm....

No-one knows his own destiny and no-one is able to determine it.... but everyone knows that he won’t stay on earth forever and that he can be called away even on the next day, that he can also be surprised by strokes of destiny which he is unable to avert. But only a few people make use of this certain knowledge by working towards the life which follows afterwards.... towards life in the spiritual kingdom which lasts forever. And the rest don’t make use of it because they are not convinced of life after death.... It is, however, also impossible to provide them with proof of this because it would render the whole of earthly life useless, as its purpose concerns a completely free decision of will.... but proof would already result in a coercion of will. For this reason people are left to a certain extent to their own devices, they walk through earthly life without precisely knowing its meaning and purpose, nevertheless they are able to reach a clear understanding if they strive for it. For people are able to think.... For the duration of their earthly life they received a gift, the capacity to think, thus also the intellect to process thoughts and to verify their truth.... for people can have right as well as incorrect thoughts. This is proof of the fact that they receive thoughts from two sides but that the choice of thoughts is left up to them .... Thus, thought itself is not a product generated by the person himself and emanated outward but it first flows to him as strength from the spiritual kingdom. However, you ought to know that thinking will not stop with your body’s death but that this demonstrates to the self-aware soul its bond with God.... insofar as that, in the state of perfection, it will receive His spiritual illumination in the form of thoughts.... In contrast, in the imperfect state God’s adversary gains influence over the self-aware being, regardless of whether it still lives on earth or it is in the realm of the beyond. Hence thinking does not stop, it can merely be confused or entirely wrong if the soul’s degree of maturity is low and therefore God’s adversary has a greater influence than God Himself, Who will never forcibly impose Himself but wait until the being submits itself to Him.... Thoughts are thus something spiritual, more or less corresponding to truth but always contributions from the spiritual realm, which can therefore also be classed as forces.... once again, with good or evil consequences, depending on their origin. Anyone who does not believe in the continuation of life is satisfied with the explanation that thought originates in the human being himself. But then death would extinguish all reasoning power, then it would not be easy to explain the concept of ‘soul’, which, in contrast to the body.... the earthly-material external shell.... is the human being’s inner life, his thoughts, feelings and intentions....

The soul is everlasting, thus it will continue to be able to think, feel and want, if it is to continue living after death.... Something that is alive, self-aware, has to be able to show these characteristics that it can think, feel and want.

As long as these abilities do not exist, the being is still in a state of constraint in which it cannot be held fully responsible for its actions. But the being is given a task during its lifetime on earth, consequently, it must also be able to think and want and to act accordingly.... Hence, the point is that it should voluntarily adapt itself to the divine order which it revoked when turned away from God. Since its apostasy from God resulted in its decent into darkness, i.e. into complete lack of realisation, it must now, in order to make a free decision of will, be introduced again to knowledge which flows to it from the spiritual kingdom and which can be accepted but also rejected again by the human being. People’s thoughts are therefore such influxes, but they can come both from the kingdom of light as well as from the realm of darkness. The human being himself is equipped with the gift of intellect in order to be able deal with the thoughts flowing to him. But sharpness of intellect is not so crucial as a heart willing to love in order to be receptive to thought waves from the kingdom of light.... Consequently, the degree of realisation will match accordingly and a person who lives a life of love will find it easy to make the right decision.... whereas a heartless person is sent thoughts from the realm of darkness and is more willing to accept these and thereby becomes increasingly more enslaved by God’s adversary. The human being certainly believes that the thoughts are his own spiritual product, that he, by virtue of his intellect and his externally received education, generates them himself.... in that case, however, his soul would be entirely empty at the moment of death, but it is, in fact, the human being’s actual Self and can therefore not stop thinking, feeling and wanting.... it therefore remains within the area of thought waves but it created or can still create the sphere which it now occupies. Although its thinking will be weak and confused in the dark spheres, nevertheless, it can think.... and also clarify this thinking if it wants to. Thought is spiritual strength which cannot disappear, for that reason every thought will also have some kind of result, negative.... if it flows from the kingdom of darkness and is accepted, or positive.... if it originates in the kingdom of light and finds acceptance in human hearts. Thus, the human being himself need only prove his willingness of acceptance by desiring contact with the kingdom of light. This is why no person will ever allow good thoughts to arise in himself if he is totally captivated by the adversary, because he does not produce the thoughts himself but they flow to him like waves, he must allow them to surround him if they are to have a beneficial effect on him.... if they are to impart the knowledge to him which helps him to make the right decision. For this is every individual person’s only goal in life, on account of which he was allowed to embody himself on Earth....

Amen

Vertaler
Vertaald door: Heidi Hanna