Iedere ziel die door u werd geleid naar Jezus Christus als haar Verlosser van zonde en dood, is u dankbaar. Want Hij alleen kan haar de poort naar het leven openen. Hij alleen kan haar het lichtrijk binnenleiden, naar de eeuwige gelukzaligheid. Zolang ze Hem echter nog niet heeft gevonden, dwaalt ze ongelukkig rond wanneer ze in het rijk hierna is aangekomen. Haar gedachten raken in de war, haar omgeving is zonder licht en haar eigen toestand is kwellend, omdat ze de haar nu ontbrekende levenskracht smartelijk mist, maar de kwelling van haar krachteloosheid en van haar toestand ondervindt. Daarom is het de grootste werkzaamheid van liefde en erbarmen dat u bij een mens nog op aarde zult kunnen volbrengen, wanneer u hem met Jezus Christus vertrouwd maakt. Wanneer u hem voor de geest stelt dat hij niet aan Hem voorbij mag gaan, wil hij zichzelf niet in gevaar brengen en een ongelukkig lot tegemoet gaan na de dood van zijn lichaam.
De mensen met wie u in aanraking komt, kennen Hem allen wel, maar hun instelling tegenover Hem laat veel te wensen over. Ze kennen Hem, maar benutten deze kennis niet. Ze hebben wel van Hem gehoord als Verlosser van de wereld, maar Zijn verlossingswerk is voor hen geen duidelijk begrip. Ze weten van Zijn dood aan het kruis, maar beschouwen dit slechts zuiver aards en zijn zich van de geestelijke betekenis nauwelijks bewust. Ze hebben ook niet de innerlijke band met Hem en daarom gaan ze de weg naar het kruis niet. Ze voelen zich niet als zondaars en smeken daarom ook niet om vergeving van hun zonden. Ze erkennen in Jezus Christus niet de eeuwige Godheid zelf en roepen Hem daarom ook niet in vol geloof aan. En daardoor blijven ze belast met schuld. En ze gaan met deze schuld het hiernamaals binnen, zonder licht en kracht. Want ze zijn nog niet tot het leven gekomen, dat hun alleen door Jezus Christus kan worden gegeven. En dan was hun aards bestaan ook nutteloos en heeft het hun geen resultaat opgeleverd. Het heeft ze niet dichter bij God gebracht die in de mens Jezus over de aarde is gegaan.
Deze zielen zijn ongelukkig wanneer ze in het rijk hierna aankomen. En ze zullen ook niet eerder gelukzalig kunnen zijn, tot ze - nu hierboven - de weg naar Hem zijn gegaan. Maar ook in het rijk hierna zijn ze vaak hardleers tegenover dat probleem Christus. En er is veel liefde en volharding voor nodig van hen die ze willen helpen, of het nu lichtwezens zijn of ook mensen op aarde die de zielen graag hulp willen brengen. Maar wie zich in liefde ontfermt over een van zulke zielen, die zal het ook lukken haar zoveel licht en kracht te doen toekomen, dat dit haar wil sterkt en dat ze zonder weerstand luistert wanneer haar over Jezus Christus kennis wordt gegeven, en dat ze zich nu ook niet meer verzet, Hem zelf aan te roepen om liefde en erbarmen.
Ze moet Hem vinden in het rijk hierna. En Jezus Christus laat zich ook vinden. Hij komt iedere ziel tegemoet, echter alleen wanneer ze haar harde weerstand heeft opgegeven, wanneer ze hulpeloos rondziet en redding afsmeekt. Wanneer ze zich van haar zwakheid bewust is en nu oplettend luistert naar wat door hulpvaardige wezens of de mensen op aarde aan haar wordt overgebracht. Dan zal Jezus Christus zelf in haar gedachten binnendringen en het de ziel waarlijk gemakkelijk maken in Hem te geloven. Maar de eerste stap moet door de ziel zelf worden gezet. En opdat ze deze stap doet, moet haar van de kant van de mensen op aarde of de lichtwezens in het geestelijk rijk, hulp worden geboden door een liefdevolle voorspraak of door voortdurende onderrichtingen. Ze moet de weg naar Jezus Christus vinden, anders is er voor haar geen gelukzaligheid. Maar ze is diegenen buitengewoon dankbaar, die haar hielpen verlost te worden.
En juist die grote nood, die zo'n ziel in het hiernamaals wacht, die de weg naar Hem nog niet heeft gevonden, moet u mensen ertoe aansporen steeds weer van Zijn missie op aarde gewag te maken, opdat nog op aarde de medemensen de weg naar Hem vinden en ze niet zonder licht overgaan in het geestelijke rijk. Opdat Jezus Christus zelf hen nu tegemoet komt en voor hen de poorten van het paradijs kan openen. Dat ze vooreerst toch vrij zijn van hun grote zondenlast die echter alleen Jezus Christus zelf van hen kan afnemen en Hij daarom moet worden herkend en erkend als God en Verlosser van de wereld.
Amen
VertalerCada alma te agradece, que foi conduzida através de ti a Jesus Cristo como seu Redentor do pecado e da morte.... Pois só Ele pode abrir o portão da vida para ela, só Ele pode conduzi-la ao reino da luz para a bem-aventurança eterna. Mas enquanto ela ainda não O encontrou, ela vagueia infeliz quando chegou ao reino do além, seus pensamentos se confundem, seu ambiente é desprovido de luz e seu próprio estado é agonizante porque ela lamentavelmente sente falta da vitalidade que lhe falta agora, mas sente a agonia de sua falta de força e de seu estado. Por esta razão é a maior obra de amor e misericórdia que você pode realizar sobre uma pessoa enquanto ela ainda está na Terra, se você conhecê-la com Jesus Cristo, se você deixar claro para ele que ele não pode passar por Ele se ele não quiser se colocar em perigo e encontrar um destino infeliz após a morte do seu corpo. Todas as pessoas com quem você entra em contato O conhecem, mas sua atitude para com Ele deixa muito a desejar, eles O conhecem mas não avaliam esse conhecimento, certamente já ouviram falar Dele como Redentor do mundo, mas o Seu ato de Salvação não é um verdadeiro conceito para eles. Eles sabem da Sua morte na cruz, mas só a consideram de uma forma puramente terrena e mal conhecem o seu significado espiritual..... Eles também não têm a ligação interior com Ele e, portanto, não tomam o caminho da cruz, não se sentem pecadores e, portanto, também não pedem perdão dos seus pecados.... Eles não reconhecem a própria Deidade Eterna em Jesus Cristo e, portanto, também não O invocam em plena fé. E por isso permanecem carregados de culpa e entram no além com essa culpa, sem luz e sem forças, pois ainda não alcançaram a vida que só Jesus Cristo lhes pode dar. E então a sua vida terrena foi também uma vida ociosa e não lhes trouxe nenhum sucesso, não os aproximou de Deus, que andou através da terra no homem Jesus.... Essas almas serão infelizes quando chegarem ao reino do além, e não serão felizes até que tenham tomado o caminho para Ele do outro lado. Mas mesmo no reino do além eles são muitas vezes inatingíveis quando se trata do problema de Cristo, e isso requer muito amor e perseverança da parte daqueles que querem ajudá-los, sejam eles seres de luz ou pessoas na Terra que querem ajudar as almas. Mas quem amorosamente cuida de tal alma também conseguirá dar-lhe tanta luz e força que ela fortalecerá a sua vontade e a ouvirá sem resistência quando for informada sobre Jesus Cristo, e que agora não mais resistirá a invocá-Lo por amor e misericórdia.... Ele tem que encontrá-lo no reino do além, e Jesus Cristo também pode ser encontrado.... Ele vem ao encontro de cada alma, mas apenas se ela desistir da sua dura resistência, se olhar em volta sem ajuda e implorar por salvação, se estiver consciente da sua fraqueza e agora escuta atentamente o que lhe é transmitido por seres dispostos a ajudar ou por pessoas na Terra.... Então o próprio Jesus Cristo forçará o seu pensamento e tornará realmente fácil para a alma acreditar n'Ele.... Mas o primeiro passo tem de ser dado pela própria alma e, para que ela dê esse primeiro passo, tem de ser ajudada por pessoas na Terra ou por seres de luz no reino espiritual, por intercessão amorosa ou por instruções eternas. Ela deve encontrar o seu caminho para Jesus Cristo.... caso contrário não há beatitude para ela.... Mas ela é extremamente grata àqueles que a ajudaram na salvação. E precisamente as grandes dificuldades que esperam tal alma no além, que ainda não O encontrou, devem levar-vos a mencionar repetidamente a Sua missão na Terra, para que os semelhantes ainda O encontrem na Terra e não passem para o reino espiritual sem luz.... para que o próprio Jesus Cristo venha agora ao seu encontro e abra os portões para o paraíso.... para que, por enquanto, eles só sejam aliviados do seu grande fardo de pecado, mas só o próprio Jesus Cristo pode tirá-lo deles e, portanto, Ele tem de ser reconhecido e reconhecido como Deus e Redentor do mundo...._>Amém
Vertaler