Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Ontbrekend ik-bewustzijn in de scheppingen ....

Niets is zonder geest, wat jullie mensen ook om jullie heen zien. Alles wat voor jullie zichtbaar is, bergt geestelijks in zich, dat eertijds als wezenlijk van Mij is uitgegaan, maar dat opgelost in ontelbare partikeltjes, ook het ik-bewustzijn verloren heeft en zo lang zonder dit ik-bewustzijn door de zichtbare schepping heen gaat, tot alle partikeltjes elkaar weer teruggevonden en zich verenigd hebben, die aaneengesloten, nu weer die geschapen oergeest tot resultaat hebben, die nu, als mens belichaamd ook weer het ik-bewustzijn terugkrijgt.

De mens is dus een in een stoffelijk omhulsel geborgen oergeest, terwijl alle andere scheppingswerken, van de harde materie tot en met het dier, eveneens bevolkt zijn door partikeltjes die toebehoren aan een oergeest, die echter niet in staat is zichzelf als iets wezenlijks te herkennen, omdat hij dit besef had verloren door zijn eertijds zich afwenden van Mij.

De totale schepping zou echter niet kunnen bestaan, wanneer ze niet wezenlijk bezield was ofwel: Wat Ik oorspronkelijk schiep, waren wezens, die, aan Mij gelijk, buiten Mij geplaatst werden. De materiële schepping echter bestaat uit dat door Mij geschapen wezenlijke, dat alleen ontstaan is met het doel, het in haar gebonden geestelijke de terugkeer tot mij mogelijk te maken, van Wie het zich vrijwillig had afgescheiden.

Al het door Mij geschapene is uitgestraalde kracht Niets is zonder leven, omdat uit Mij niets doods kan voortkomen Alles wat van leven getuigt is echter iets wezenlijks, het kan zich alleen in verschillende uitwerkingen van kracht uiten maar het zal zich altijd als kracht tonen, het zal een werkzaamheid verrichten, die weliswaar voor het menselijk oog verborgen kan blijven, wanneer ze gering is, maar die niet te ontkennen valt, omdat niets blijft zoals het is, maar steeds een verandering laat zien.

Hoe duidelijker een werkzaamheid gevolgd kan worden, des te meer leven het schepsel verraadt, en alleen het ontbrekende ik-bewustzijn geeft aanleiding te twijfelen aan het wezenlijke van hetgeen jullie mensen omringt Het wordt echter pas weer een zelfstandig wezen, wanneer het het ik-bewustzijn weer verkregen heeft, ofschoon het bezielde - zowel de mens als elk scheppingswerk - substantieel hetzelfde is: eertijds als wezen van Mij uitgegane kracht Wat leven verraadt, bergt deze kracht al in grotere mate in zich dan de schijnbaar dode materie en desondanks zou deze niet kunnen bestaan, als ze zelf niet iets geestelijks zou zijn, omdat uiteindelijk alles van Mij uitstromende kracht is, die, aan Mij gelijk, ook wezenlijk moet zijn.

Er is echter een onderscheid in de volmaaktheid van het wezenlijke, dat van Mij is uitgegaan En dit onderscheid bepaalt ook de werkzaamheid van een bepaald moment die uit het scheppen en tot leven brengen van werelden bestaan kan, maar ook uit een zeer minimale dienst van het onvolkomene tegenover het eveneens onvolkomene een dienst, die echter voortdurend zal groeien en meer en meer tot een werkzaamheid leidt, die ook voor jullie mensen zichtbaar is die leven bewijst Want alles moet weer de volmaaktheid bereiken, waarin het oorspronkelijk geschapen was, om nu als afzonderlijk ik-bewust wezen, de hem onophoudelijk uit Mij toestromende kracht te kunnen benutten naar Mijn wil.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Le Manque de conscience de soi dans les Créations

Rien de ce que les hommes voient autour d’eux n’est sans esprit. Tout ce qui pour vous est visible, recèle en lui du spirituel qui est autrefois sorti de Moi en tant que substance animique, mais dissous en d’innombrables particules qui ont perdu la conscience de soi et passent à travers la Création visible sans cette conscience de soi, jusqu'à ce que toutes ces particules se soient de nouveau retrouvées et réunies, parce que grâce à l'unification l’esprit primordialement créé se retrouve maintenant de nouveau, et lors de l’incorporation en homme celui-ci reconquiert de nouveau la conscience de soi. Par conséquent l'homme en tant qu’enveloppe matérielle reçoit en lui un esprit primordial, tandis que toutes les autres Œuvres de Création de la matière dure jusqu'à l'animal sont aussi vivifiées avec des particules qui appartiennent à un esprit d’Ur qui cependant n'est pas en mesure de se reconnaître lui-même, parce que cette connaissance est allée se perdre à travers l'éloignement de Moi. Mais l'entière Création ne pourrait pas exister, si elle n'était pas vivifiée par la substance animique, autrement dit : ce que J’ai créé au début étaient des êtres qui étaient semblables à Moi, et qui ont été externalisés de Moi. La Création matérielle cependant consiste en cette substance animique autrefois créée par Moi, et qui s’est levée seulement dans le but de rendre possible au spirituel lié le retour vers Moi d’où il s'était éloigné volontairement. Tout ce qui fut créé par Moi est de la Force rayonnée. Ce n'est pas quelque chose sans vie, parce que de Moi il ne peut procéder rien de mort. Tout ce qui témoigne la Vie est quelque chose d'essentiel qui peut se manifester seulement dans différents effets de Force. Mais cela apparaitra toujours comme une Force, et exécutera une activité qui peut rester cachée à l'œil humain lorsqu’elle est minime, mais on ne peut pas la nier, parce que rien ne reste comme c’est et laisse toujours reconnaitre un changement. Plus une activité peut être suivie avec évidence, plus devient manifeste l'Œuvre de Création, et seulement la conscience de soi imparfaite donne motif de douter de l'essentialité de ce qui vous entoure vous les hommes. Elle devient cependant de nouveau un être autonome lorsqu’il lui est rendu la conscience de soi, bien que ce qui vivifie l'homme, comme aussi chaque Œuvre de Création soit la même substance : la Force autrefois procédée de Moi en tant que substance animique. Ce qui manifeste la Vie, cache cette Force déjà en soi dans une plus grande mesure que la matière apparemment morte, et malgré cela celle-ci ne pourrait pas subsister si elle-même n'était pas spirituelle, vu qu’à la fin tout ce qui s’est écoulé de Moi est Force qui doit être, comme Moi, essentiel. Mais elle est différente de la perfection de l'essentiel qui a eu son origine en Moi. Et cette différence détermine aussi l’activité respective qui vise à créer et vivifier des mondes existants, mais aussi dans un service très minimal de l'imparfait envers ce qui est également imparfait, un service qui augmentera constamment et mènera toujours davantage à une activité qui sera visible même à vous les hommes, et qui prouve la Vie. Parce que tout doit de nouveau atteindre la Perfection dans laquelle il se trouvait lorsqu’il a été créé au début, pour pouvoir utiliser maintenant, en tant qu’être individuel auto-conscient, la Force qui s'écoule continuellement de Moi, selon Ma Volonté.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Jean-Marc Grillet