Alleen wat het grondbeginsel van de liefde laat zien stemt overeen met mijn wil. En zo hebt u een nauwkeurig kenmerk van mijn wil: uw denken, willen en handelen moeten gedragen zijn door de liefde voor Mij en voor de naaste. U zult steeds alleen maar moeten willen helpen en gelukkig maken en u zult nooit een zelfzuchtige gedachte mogen verbinden met uw doen. Want eigenbelang is eigenliefde, een verkeerde liefde die u slechts in zeer geringe mate in uw hart zult mogen koesteren, in een graad die het in stand houden van uw lichaam veilig stelt zolang dit de taak heeft te vervullen, drager van uw ziel te zijn.
Wat u nodig hebt om dus het lichaam tot die taak in staat te stellen, is de u toegestane mate van liefde voor uzelf. Maar het staat u zelf vrij de graad van de eigenliefde te vergroten of te verkleinen. En dit laatste zal voor uw ziel steeds een pluspunt betekenen dat u pas zult beseffen wanneer u de vruchten oogst van datgene wat u op aarde hebt gezaaid. Want wat het lichaam op aarde voor zichzelf begeerde moet u weggeven. Wat het zichzelf ontzegde om de naaste te helpen, dat treft de ziel weer aan in het rijk hierna als rijkdom waarmee ze nu kan werken, waarover ze gelukkig is.
Ik zal u dus in het aardse bestaan niet dwingen. Ik zal u niet hinderen in uw denken, willen of handelen. U zult naar eigen goeddunken uw weg over de aarde kunnen afleggen, maar "wat u zaait, zult u ook oogsten". En altijd zult u mijn wil kennen, die steeds alleen van u verlangt in liefde werkzaam te zijn, dat u echter vrijwillig zult moeten beoefenen wanneer het uw ziel tot voltooiing moet dienen. En is het hart bereidwillig liefde te geven, heeft de mens de eigenliefde naar mogelijkheid bestreden, dan doet hij vanzelf dat wat in overeenstemming is met mijn wil. Hij doet het niet meer om alleen mijn geboden na te komen, maar hij zal denken en handelen naar mijn wil vanuit de innerlijke drang van het hart. Het zal hem innerlijk aansporen te geven en gelukkig te maken, want hij draagt dan al mijn geest van liefde in zich. Hij heeft zijn vroegere wezen, arm aan liefde, veranderd. Zijn hart omvat alles wat hem omringt met zijn liefde. En zo straalt hij ook naar de medemensen liefde uit en hij kan ook hen ertoe brengen hun wezen te veranderen naar zijn voorbeeld.
De liefde is goddelijk. Ze is mijn oerelement en ze moet daarom alles vergoddelijken en tot mijn evenbeeld laten worden wat door haar wordt vastgepakt. Een hart dat zich nu door Mij zelf zal laten vastpakken, dat in zichzelf de liefde ontsteekt en zich nu met Mij verbindt, moet onherroepelijk weer dichter bij de oertoestand komen. Want het vergoddelijkt zich en neemt weer alle eigenschappen en vermogens in ontvangst die het eens bezat toen het als uitstraling van liefde door Mij buiten Me werd geplaatst in alle volmaaktheid. Alleen de liefde brengt deze oertoestand weer tot stand, omdat de liefde het wezen vergoddelijkt en omdat de liefde de aaneensluiting met Mij teweegbrengt die een overvloed van licht en kracht tot gevolg heeft.
Daarom kan mijn wil nooit ofte nimmer iets anders tot doel hebben dan u mensen steeds weer aan te zetten tot daden die het grondbeginsel van de liefde in u laten herkennen. Daarom kan mijn wil steeds alleen het vervullen van mijn geboden zijn die u de liefde voor Mij en voor de naaste leren. En daarom zult u allen op de hoogte moeten zijn van mijn wil. Daarom wordt u mensen steeds weer mijn woord nader gebracht dat u van mijn wil in kennis stelt. En alleen wie mijn geboden van de liefde vervult, zal zalig zijn. Want hij kan alleen dan terugkeren naar Mij, wanneer hij weer de liefde is geworden die hij was in het allereerste begin.
Amen
VertalerSó isso corresponde à Minha vontade que revela o princípio do amor.... E assim tendes uma característica precisa da Minha vontade: os vossos pensamentos, intenções e acções devem basear-se no amor por Mim e pelo vosso próximo.... só deve querer sempre ajudar e fazer as pessoas felizes e nunca combinar as suas acções com pensamentos egoístas. Porque o egoísmo é amor próprio, um amor perverso que só se pode acarinhar no coração em muito pequena medida.... a um nível que garanta a preservação do seu corpo, desde que tenha a tarefa de cumprir.... para ser o portador da sua alma.... O que é necessário, portanto, para tornar o corpo adequado para esta tarefa é a medida de amor por vós próprio que vos é concedida. Mas vós próprios sois livres de aumentar ou diminuir o grau de amor-próprio, e este último significará sempre uma vantagem para a vossa alma que só reconhecereis quando colherdes os frutos do que semeastes na terra.... Pelo que o corpo desejava na terra para si próprio tem de dar.... aquilo que negou a si próprio para ajudar o seu vizinho que a alma reencontra no reino do além como riqueza com que pode agora trabalhar, o que o torna feliz.... Por isso não vos forçarei na vida terrena, não vos impedirei de pensar, querer ou agir.... pode cobrir o seu caminho terrestre ao seu próprio critério, mas "o que semear, também irá colher....". E saberá sempre da Minha vontade que só requer de si uma actividade amorosa que, no entanto, deve ser praticada voluntariamente para servir a perfeição da sua alma. E se o coração estiver disposto a amar, se o ser humano tiver lutado contra o amor egoísta tanto quanto possível, então ele fará por sua própria vontade o que corresponde à Minha vontade..... Deixará de o fazer para se limitar a cumprir os Meus mandamentos, mas do impulso mais íntimo do seu coração pensará e agirá de acordo com a Minha vontade.... Ele vai instá-lo interiormente a dar e fazer feliz, pois então ele já carrega dentro de si o Meu espírito de amor, ele mudou a sua natureza inicialmente pobre de amor, o seu coração abraça tudo o que o rodeia com o seu amor.... E assim ele também irradia amor aos seus semelhantes e pode também levá-los a mudar a sua natureza de acordo com o seu exemplo.... O amor é divino, é o Meu elemento primordial, e por isso tem de endeusar tudo o que é apreendido por ele e deixá-lo tornar-se a Minha imagem. Um coração que agora se permite ser tomado por Mim mesmo, que incendeia o amor dentro de si e agora se une a Mim, deve aproximar-se irrevogavelmente do estado original novamente, pois deifica-se e assume novamente todas as características e capacidades que outrora possuía quando foi exteriorizado por Mim como uma emanação de amor em toda a perfeição.... Só o amor restaura este estado original, porque o amor deifica o ser e porque o amor causa a união comigo, o que resulta num transbordamento de luz e força em abundância.... É por isso que a Minha vontade nunca poderá ter outra coisa como objectivo que não seja sempre levar-vos, humanos, a fazer actos que revelem o princípio do amor em vós.... É por isso que a Minha vontade só pode ser sempre o cumprimento dos Meus mandamentos que vos ensinam o amor por Mim e pelo vosso próximo, e é por isso que todos vós deveis conhecer esta vontade de Mine.... Por este motivo, a Minha Palavra é-vos trazida repetidamente humanos que vos informam da Minha vontade.... E só aquele que cumprir os Meus mandamentos de amor será feliz, pois só poderá regressar a Mim quando se tiver tornado novamente o amor que era no início...._>Ámen
Vertaler