Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Het geloof in God - Openbaring - Waarheid

Ik wil als God en Schepper, als uw Vader van eeuwigheid worden erkend. Op de eerste plaats moet Ik van u mensen het geloof in Mij eisen. U zult de innerlijke overtuiging moeten hebben verkregen, dat u uit de kracht en macht van een Wezen bent voortgekomen, dat in alle volmaaktheid werkt en regeert, onder wiens wil u staat, maar dat in nooit eindigende liefde Zich over u buigt, omdat u uit Zijn liefde bent voortgekomen.

Dit geloof moet Ik van u eisen, want dit plaatst u pas in de ware verhouding tot Mij. Vooreerst in de verhouding van het schepsel tot de Schepper, aan wie u zich onderwerpt, en dan in de verhouding van het kind tot de Vader, die u liefheeft en op wie u aanstuurt. Ik wil u niet eeuwig als een van Mij geïsoleerd staand wezen kennen. Ik wil nauw met u verbonden zijn. Ik wil het doel bereiken dat Ik Me heb gesteld toen Ik u in het leven riep: met volmaakte goddelijke wezens te werken en te scheppen, die Ik als Mijn kinderen oneindig gelukkig kan maken, die Ik liefheb en wier liefde Ik in haar totaliteit bezitten wil.

Het geloof in Mij, die u niet zult kunnen zien en toch onderkennen, is de eerste vereiste, de eerste stap op de weg een waar kind van uw Vader te worden. Want om naar Mij toe te snellen moet Ik tevoren worden herkend. Ik moet Mijn schepselen zo voor te stellen zijn, dat ze Mij kunnen liefhebben. Maar Ik kan Me pas aan hen openbaren als hoogst volmaakt wezen, wanneer ze in Mij geloven, dat Ik werkelijk en waarachtig besta. En ze kunnen dit geloof verkrijgen, want ze hoeven alleen maar te verlangen de waarheid te vernemen over hun oorsprong, over hun bestaan en over hun bestemming.

Waar Ik dit verlangen in een mens zie, daar is ook een goede bodem voor een sterk overtuigd geloof in Mij. En daar openbaar Ik Me op velerlei wijze: door de schepping, door alles wat de mens rondom zich ziet. Ik openbaar Me aan hem door middel van gedachten, Ik leer hem de waarheid kennen in elke vorm. Ik leid hem op de juiste weg, waar hij zeker zal vinden wat hij begeert: opheldering over Mij als God en Schepper, als Vader van eeuwigheid.

Ieder mens kan geloven wanneer hij het wil. Maar pas als hij in Mij gelooft, kan Ik op hem inwerken, omdat u als mens, in het stadium van de vrije wil, elke gedwongen geestelijke beïnvloeding bespaard zal moeten blijven, opdat uw ontwikkeling niet in gevaar zal komen. Is echter de mens uit vrije wil tot geloof gekomen, dan zal hij ook de kracht en macht en liefde ondervinden van degene in wie hij gelooft. Want zodra hij Mij erkent heeft hij de weg omhoog betreden, waar hem nu voortdurend hulp van boven tegemoet komt, opdat hij zijn bestemming zal bereiken.

In Mij, dat wil zeggen: in Mijn bestaan te geloven, kan ook door levendige werkzaamheid van het verstand tot stand worden gebracht. Want daar heb Ik de mens het verstand voor gegeven, dat hij gevolgtrekkingen maakt uit het bestaan van datgene wat hem als schepping duidelijk zichtbaar is. Hij kan krachtens zijn verstand al een macht boven zich onderkennen, aan welke hij is overgeleverd, die de menselijke wil buiten beschouwing laat, die sterker is dan de mens zelf.

Maar of hij deze macht kan liefhebben, of hij op hem wil aansturen, dat is aan zijn vrije wil overgelaten. En al naar gelang deze wil maakt ook deze macht zich aan de mens bekend. Want Ik wil dat Mijn schepselen zalig worden, dat ze de verbinding met Mij tot stand brengen om Mij nu aan hen te openbaren als een God van liefde, wijsheid en macht; als Vader, die naar Zijn kinderen verlangt.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

La fede in Dio – La Rivelazione – La Verità

Io voglio essere riconosciuto come Dio e Creatore, come vostro Padre dall’Eternità. Per prima cosa devo pretendere da voi uomini la fede in Me; dovete aver conquistata la convinzione interiore, che siete proceduti dalla Forza e dal Potere di un Essere, il Quale opera ed agisce in tutta la Perfezione, siete sotto la Sua Volontà, che Si inchina su di voi nell’Amore che mai cesserà, perché siete proceduti dal Suo Amore. Io devo pretendere questa fede, perché lei soltanto vi mette nel giusto rapporto con Me, dapprima nel rapporto della creature verso il Creatore, al Quale siete sottomessi, e poi nel rapporto del figlio verso il Padre, il Quale amate ed al Quale aspirate. Non voglio sapervi eternamente come esseri isolati da Me, voglio Essere strettamente unito con voi, voglio raggiungere la meta che ho posto, quando vi ho chiamati in vita: di agire con degli esseri perfetti divini e di creare, i quali posso rendere infinitamente beati come figli Miei, che amo ed il cui amore voglio possedere appieno. La fede in Me, Colui che non potete vedere né riconoscere, è la condizione di base, il primo passo sulla via, di diventare un vero figlio del vostro Padre, perché per tendere verso di Me, devo dapprima essere riconosciuto, Io devo essere per le Mie creature così immaginabile, che Mi possano amare; Ma Io posso rivelarMi a loro solamente come Essere il più sublimemente perfetto, quando credono in Me, che Io Sono Realmente e Veracemente. E loro possono conquistare questa fede, perché devono solamente desiderare di conoscere la Verità sulla loro origine, sul loro essere e sulla loro destinazione. Dove riconosco questo desiderio in un uomo, là c’è anche il giusto terreno per una forte fede convinta in Me, e quivi Mi rivelo in modi molteplici, mediante la Creazione, mediante tutto ciò che l’uomo vede intorno a sé, Mi rivelo a lui mentalmente, gli porto vicino la Verità in ogni forma, lo guido sulla retta via, dove troverà certamente ciò che desidera: chiarimento su di Me come Dio e Creatore, come Padre dall’Eternità. Ogni uomo può credere, se lo vuole, ma soltanto quando crede in Me, Io posso agire su di lui, perché da uomo, nello stadio della libera volontà, dovete rimanere risparmiati da ogni influenza spirituale costrittiva, affinché il vostro sviluppo non sia in pericolo. Ma se l’uomo è giunto alla fede nella libera volontà, allora sperimenterà anche la Forza, il Potere e l’Amore di Colui in Cui crede, perché appena Mi riconosce, ha preso la via verso l’Alto, da dove gli viene incontro continuamente l’Aiuto dall’Alto, affinché raggiunga la sua meta. Credere in Me, cioè nella Mia Esistenza, può essere prodotto anche da una vivace attività d’intelletto, perché per questo ho dato all’uomo l’intelletto, affinché possa trarre delle conclusioni sull’esistenza di ciò che è visibile per lui come Creazione. Grazie al suo intelletto può già riconoscere su di sé un Potere a Cui è esposto, che lascia libera la volontà umana, che è più forte che l’uomo stesso. Ma se è in grado di amare questo Potere, se vuole tendere verso di Lui, è lasciato alla sua libera volontà, secondo questa volontà questo Potere si fa anche riconoscere dall’uomo. Perché Io voglio, che le Mie creature diventino beate, che stabiliscano il contatto con Me, per rivelarMi a loro come un dio dell’Amore, della Sapienza e del Potere, come Padre, che desidera i Suoi figli.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Ingrid Wunderlich