Mijn Liefde en genade kent geen grenzen en Mijn Barmhartigheid richt Zich op de zwakken, zieken en gebrekkigen. Vanuit een oneindig geduld draag Ik zorg voor diegenen, die zich van Mij verwijderen en vol lankmoedigheid verdraag Ik hun zonden en probeer Ik hen tot ommekeer te bewegen. Ik probeer de ziekte van hun ziel te genezen en Ik wend alle middelen aan om de liefde van diegenen te winnen, die Mij nog sterke weerstand bieden, die nog geen liefde voor Mij voelen. Want Ik geef Mijn schepselen niet op, ook wanneer ze zich vrijwillig van Mij afzonderden, Ik blijf voortdurend voor hen de Vader, Die Zijn kinderen wil redden van het eeuwige verderf. Ik draag zorg voor hen. En daarom is Mijn werkzaam zijn bij de mensen zo duidelijk en zal tegen het einde van deze aarde nog duidelijker zijn, omdat het gevaar steeds groter wordt, dat de mensen opgaan in hem, die Mijn tegenstander is en die hen in het verderf wil storten.
Blindelings lopen de mensen hun ondergang tegemoet, want ze luisteren niet naar de boden, die Ik op hun pad zend. Ze slaan geen acht op Mijn goddelijke woorden van Liefde en hebben slechts ogen en oren voor de wereld, waardoor Mijn tegenstander de mensen lokt en verleidt. Maar Mijn vermanende en waarschuwende Stem zal telkens dringender weerklinken en aan geen van hen, die Mij ontrouw zijn, zal Mijn stem kunnen ontgaan, want ze klinkt geweldig en getuigt van Mij en Mijn Macht.
Wat geen mens meer in staat is te herkennen als Liefde van Mijn kant, is toch nog Liefde van Mij, omdat Ik de mensen wil winnen voor het te laat is. Weliswaar zullen allen eens van Mij zijn, al duurt het ook nog eindeloze tijden, maar Ik wil niet, dat ze meer moeten lijden dan nodig is voor hun positieve ontwikkeling. Ze hebben al een verre weg afgelegd, met kwellingen en leed in overvloed en er ontbreekt slechts nog een kort stukje van de weg tot Mij. Maar keren ze nu voor het einde nog om, dan bestaat het gevaar, dat ze de eindeloos lange weg nog eens moeten gaan en onuitsprekelijk lijden weer hun lot is. Ik wil echter niet, dat ze meer lijden dan nodig is. Doch Ik laat de mensen hun vrije wil.
Maar Mijn Stem zal weerklinken tot aan het einde. En wordt Ze niet gehoord, daar Ze teder en zacht klinkt, dan zal Ik met donderstem spreken en zal Ik moeten worden aangehoord. Maar ook dan is de mens nog niet gedwongen aan Mijn Stem gevolg te geven. Daarom spreek Ik niet uit de wolken, om Mijn bestaan te bewijzen, maar Ik spreek door de elementen van de natuur, die wel ieder als Mijn Stem kan herkennen, wanneer hij het wil, maar Die hij ook kan afwijzen als een door de natuur veroorzaakt gebeuren, dat juist alleen de mensen verontrust, maar geen aanleiding geeft om hun wil te veranderen. Maar Mijn Liefde rust niet tot Ik Mijn doel verwezenlijkt zie, tot al Mijn schepselen de terugweg naar Mij hebben gevonden, tot zij zelf vurig naar Mijn Liefde verlangen en Ik nu voor hen de Vervulling ben. Mijn Liefde zal het ook bereiken, in kortere of langere tijd, naar gelang de mens zelf zijn wil gebruikt.
Amen
VertalerMeine Liebe und Gnade kennet keine Grenzen, und Meine Barmherzigkeit wendet sich den Schwachen, Kranken und Bresthaften zu; in unendlicher Geduld gehe Ich denen nach, die sich von Mir entfernen, und voller Langmut ertrage Ich ihre Sünden und versuche, sie zur Umkehr zu bewegen; Ich versuche, die Krankheit ihrer Seelen zu heilen, und Ich wende alle Mittel an, die Liebe derer zu gewinnen, die Mir noch harten Widerstand leisten, die noch keine Liebe zu Mir empfinden. Denn ich lasse Meine Geschöpfe nicht, auch wenn sie freiwillig sich von Mir absonderten, Ich bleibe ihnen ständig der Vater, Der Seine Kinder retten will vom ewigen Verderben. Ich gehe ihnen nach.... Und darum ist Mein Wirken an den Menschen so offensichtlich und wird gegen das Ende dieser Erde hin noch offenkundiger sein, weil die Gefahr immer größer wird, daß sich die Menschen verlieren an den, der Mein Gegner ist und der sie in das Verderben stürzen will. Blindlings laufen die Menschen in ihr Verderben, denn sie hören nicht auf die Boten, die Ich ihnen in den Weg sende, sie lassen Meine göttlichen Liebeworte unbeachtet und haben nur Augen und Ohren für die Welt, durch die Mein Gegner die Menschen locket und verführt. Aber Meine Mahn- und Warnrufe werden immer dringender ertönen, und keiner der Mir Abtrünnigen wird sie überhören können, denn sie tönen gewaltig und zeugen von Mir und Meiner Macht.... Was kein Mensch mehr als Liebe Meinerseits zu erkennen vermag, ist doch noch Liebe von Mir, weil Ich die Menschen gewinnen will, bevor es zu spät ist.... Zwar werden alle einmal Mein sein, und ob es auch noch endlose Zeiten dauert; aber Ich will nicht, daß sie mehr leiden sollen, als es nötig ist für ihre Aufwärtsentwicklung. Sie haben einen weiten Weg schon zurückgelegt, der überreich war an Qualen und Leiden, und es fehlt nur noch ein kurzes Stücklein des Weges bis zu Mir.... kehren sie aber nun vor dem Ende noch um, dann besteht die Gefahr, daß sie den endlos langen Weg noch einmal gehen müssen und wieder unsägliche Leiden ihr Los sind. Ich aber will nicht, daß sie mehr leiden, als nötig ist.... Doch Ich lasse den Menschen freien Willen. Aber Meine Stimme wird ertönen bis zum Ende, und wird sie nicht gehört, da sie zart und leise erklingt, dann werde Ich mit Donnerstimme reden und angehört werden müssen. Doch auch dann ist der Mensch noch nicht gezwungen, Meiner Stimme Folge zu leisten.... Darum rede Ich nicht aus den Wolken, um Mein Sein zu beweisen, sondern Ich rede durch die Elemente der Natur, die wohl jeder als Meine Stimme erkennen kann, wenn er es will, die er aber auch abweisen kann als ein Natur-bedingtes Geschehen, das eben nur die Menschen beunruhigt, aber nicht zu einer Willenswandlung Anlaß gibt. Doch Meine Liebe ruhet nicht, bis Ich Mein Ziel erfüllt sehe, bis alle Meine Geschöpfe zu Mir zurückgefunden haben, bis sie sich selbst nach Meiner Liebe sehnen und Ich ihnen nun Erfüllung bin.... Meine Liebe wird es auch erreichen in kürzerer oder längerer Zeit, wie der Mensch selbst seinen Willen gebraucht....
Amen
Vertaler