• Terug

Verandering van wil door voorbede

Het rijk van de duisternis houdt zijn zielen gevangen, omdat er geen grote kracht nodig is om deze zielen gekluisterd te houden. Want ze bieden geen weerstand, omdat hun wil te zwak is.

Maar deze wil kan een versterking ervaren door voorbede. U mensen zult zich moeten voorstellen, dat u tot alles in staat bent door een liefdevol gebed voor deze gekluisterde zielen, die daardoor het verlangen in zich voelen ontwaken, vrij te worden uit de keten van de satan. Het zijn vaak slechts momenten waarop dit verlangen in hen opkomt, maar ze worden steeds langduriger, hoe vaker in liefdevolle voorbede aan deze zielen wordt gedacht. Dan is het alsof ze ontwaken uit een diepe slaap. Ze worden levendig en zoeken naar een gelegenheid om aan hun boeien te ontsnappen. Want ze ondergaan de duisternis als een keten en verlangen naar het licht. Wanneer deze verandering is begonnen als gevolg van liefdevolle voorbeden, dan zijn deze zielen ook gewillig te zoeken. En het kleinste lichtstraaltje laat hen naar de plaats snellen waar ze vandaan gekomen zijn. Ze beginnen op te leven.

Maar de vorst van de onderwereld laat hen niet zo gemakkelijk vrij.

Daarom zullen in het begin licht en duisternis elkaar afwisselen. Ze zullen tijdelijk kennis over zichzelf hebben en dan weer geheel onwetend in de duisternis ronddolen. Daarom moet er met deze zielen met liefdevol geduld worden omgegaan. Ze moeten steeds weer toevoer van kracht krijgen door gebed. Ze moeten door liefdevolle gedachten dichterbij worden geroepen en dus steeds weer aan hun duister gebied worden onttrokken. Ze moeten door middel van gedachten opheldering ontvangen en op Jezus Christus worden gewezen, hun Verlosser, opdat ze zelf zich tot Hem wenden en Hem aanroepen om hulp en erbarmen. De zielen uit de duisternis zijn weliswaar vaak verstokt en moeilijk te onderrichten, maar ze voelen de weldaad van een liefdevol gebed en deze verzacht ook langzaam het hart dat het meest verhard is. Dat wil zeggen: een mens kan door liefdevolle voorbede zulke zielen aan de duisternis ontwringen. Hij zal steeds resultaat hebben, wanneer zijn wil om te helpen - die ook de wil van de ziel versterkt - niet verzwakt. In het rijk hierna bestrijden kwade zielen elkaar vaak, maar nooit zal een duistere ziel schade toebrengen aan de mens die voor haar bidt. De liefde van een mens kalmeert ook de meest opgewonden ziel, zoals ze anderzijds de zwakste ziel doet opleven en aanspoort haar toestand te verbeteren. Liefdevolle voorbede van de kant van de mensen op aarde is een grote verlossingsfactor, die veel te weinig door de mensen wordt ingezien. Waar er ook maar aan deze ongelukkige zielen wordt gedacht, daar wordt ook het verlangen naar licht levend. En dat betekent steeds een verandering van de wil van de zielen, waarmee dan ook rekening wordt gehouden. De ziel moet zelf willen dat ze verlost wordt en deze wil brengt vaak de liefdevolle voorbede van een mens op aarde tot stand.

Er kan dus over de dood heen nog liefde worden beoefend. Ook uit de duisternis kunnen de zielen nog worden gered, want de liefde is een kracht die tot alles in staat is.

Amen

Willenswandlung durch Fürbitte....

Das Reich der Finsternis hält seine Seelen gefangen, weil keine große Kraft nötig ist, um diese Seelen gefesselt zu halten, denn sie leisten keinen Widerstand, weil ihr Wille zu schwach ist.... Doch es kann dieser Wille eine Stärkung erfahren durch Fürbitte. Das müsset ihr Menschen euch vorstellen, daß ihr Unendliches vermöget durch ein liebevolles Gebet für diese gefesselten Seelen, die dadurch das Verlangen in sich erwachen fühlen, frei zu werden aus der Fessel des Satans. Es sind oft nur Momente, wo dieses Verlangen in ihnen auftaucht, die aber immer länger werden, je öfter dieser Seelen in liebender Fürbitte gedacht wird. Dann ist es, als erwachen sie aus tiefem Schlafe, sie werden rege und suchen nach Gelegenheit, ihren Fesseln zu entfliehen, denn sie empfinden die Dunkelheit als Fessel und verlangen zum Licht. Wenn diese Wandlung eingetreten ist als Folge liebender Gebete, dann sind diese Seelen auch willig zu suchen, und der kleinste Lichtstrahl lässet sie an seinen Ausgangsort eilen. Sie beginnen aufzuleben.... Der Fürst der Unterwelt aber gibt sie nicht so leicht frei.... Deshalb wird Licht und Finsternis anfangs wechseln, sie werden zeitweise über sich selbst zur Kenntnis kommen und dann wieder völlig unwissend in der Finsternis umherirren. Darum muß mit diesen Seelen mit liebevoller Geduld verfahren werden, sie müssen immer und immer wieder Kraftzufuhr haben durch Gebet, sie müssen durch liebevolle Gedanken herangerufen und also immer wieder ihrem dunklen Gebiet entrissen werden, sie müssen gedankliche Aufklärung empfangen und Hinweise zu Jesus Christus, ihrem Erlöser, auf daß sie selbst sich Ihm zuwenden und Ihn anrufen um Hilfe und Erbarmen. Die Seelen aus der Finsternis sind zwar schwer belehrbar und oft verstockt, doch die Wohltat eines liebenden Gebetes empfinden sie, und diese erweicht auch langsam das verhärtetste Herz, d.h., es kann ein Mensch durch liebende Fürbitte solche Seelen der Finsternis abringen, er wird stets Erfolg haben, wenn er nicht nachläßt mit seinem Hilfswillen, der auch den Willen der Seele stärkt. Im jenseitigen Reich bekämpfen sich böse Seelen oft, doch niemals wird eine finstere Seele dem Menschen Schaden zufügen, der für sie betet. Die Liebe eines Menschen besänftigt auch die erregteste Seele, wie sie die schwächste Seele dagegen belebt und anregt, sich ihren Zustand zu verbessern. Liebende Fürbitte von seiten der Menschen auf Erden ist ein großer Erlösungsfaktor, der viel zu wenig von den Menschen erkannt wird. Wo immer dieser unglücklichen Seelen gedacht wird, dort wird auch das Verlangen nach Licht lebendig, und das bedeutet immer einen Wandel des Willens der Seelen, dem dann auch Rechnung getragen wird. Die Seele selbst muß ihre Erlösung wollen, und diesen Willen bringt oft die liebende Fürbitte eines Menschen auf Erden zuwege.... Es kann also über den Tod hinaus noch Liebe geübt werden, es können auch aus der Finsternis noch die Seelen gerettet werden, denn die Liebe ist eine Kraft, die alles vermag....

Amen