• Terug

Doel van het aardse leven: verandering van wil en wezen

Het vernieuwingsproces moet zich bij u mensen voltrekken, daar u anders ongeschikt bent voor het geestelijke rijk, voor de sferen van het licht. Daarmee wordt bedoeld dat u, zoals u mensen tijdens uw leven op aarde bent, niet de rijpheid hebt die noodzakelijk is voor het verblijf in het lichtrijk. Voorwaarde om door het lichtrijk te worden opgenomen als bewoner is een totaal andere toestand en deze zult u moeten bereiken op aarde, wat heel wel mogelijk is. Het is dus een zeker veranderingsproces waarin u zult moeten worden opgenomen en u zult u er vrijwillig aan moeten onderwerpen.

Onder dwang kan uw wezen niet worden veranderd. U zelf bepaalt dus uw toestand op het einde van uw aardse leven en in overeenstemming met de wil uzelf te veranderen, zal uw ziel het lichaam verlaten, ontvankelijk voor het licht of nog met dichte omhullingen omgeven die geen lichtstraling verdragen. Welke mens is hiervan op de hoogte, welke mens denkt erover na wanneer hij daarvan op de hoogte wordt gebracht en meent het serieus met de verandering van zijn wezen?

Ieder mens moet aan zichzelf werken. Hij moet fouten, zwakheden en ondeugden afleggen en zichzelf opvoeden tot deemoed, zachtmoedigheid, vredelievendheid, geduld, barmhartigheid. Ieder mens moet zich vormen tot liefde om al deze deugden in zich te kunnen verenigen, dan vormt hij zich zo dat hij in het lichtrijk kan worden opgenomen. Dan is zijn wezen vergoddelijkt, dan heeft hij zich aan mijn oerwezen aangepast en het bijgevolg mogelijk gemaakt dat Ik zelf met hem de verbinding kan aangaan, want alles wat ons scheidt is bewust uit de weg geruimd. Het omvormen van zijn wezen was de weg die naar Mij leidde. Hij heeft het doel op aarde bereikt en het laatste zware omhulsel afgelegd zodra hij zijn lichaam zal verlaten om nu als gelukzalig geestelijk wezen een eeuwig leven te leiden. Dan begint pas het ware leven.

Laat deze woorden in u gaan leven: "Het ware leven begint voor u met het binnengaan in het lichtrijk". Wat er tevoren was, is alleen de ladder geweest, de voorbereidingstijd voor het eigenlijke leven, dat echter in deze voorbereidingstijd moest worden verworven. U mensen bent ijverig en onverdroten bezig voor het aardse leven, want u houdt dit alleen voor belangrijk en u beschouwt het als doel op zichzelf. Maar aan het eigenlijke leven denkt u niet, omdat u niet in een voortleven na de dood gelooft.

Oh, u bent dwazen. Uw levensdoel op aarde is een totaal andere dan alleen voor het lichamelijk welzijn te zorgen. Het wordt u steeds weer gezegd, maar u gelooft er niet in en u stelt u daarom ook niet een verandering van uw wezen ten doel en dat is uw ondergang. Want als u niet geschikt bent het rijk van licht binnen te gaan, maar Ik u ook niet wil en kan vernietigen omdat u uit Mij bent voortgekomen, zult u uw verandering ergens anders moeten voltrekken en dat kan ook een diepe val betekenen en een langzame positieve ontwikkeling volgens mijn plan van eeuwigheid wanneer de mogelijkheid van een rijpwording in het hiernamaals van u is afgenomen. Eens zult u deze verandering van wezen moeten voltrekken in het stadium als mens, daar kan ook mijn liefde u niet van ontslaan.

Maar het stadium als mens is het eindstadium van een ondenkbaar lange ontwikkelingsgang door alle scheppingen van de wereld. Als mens zult u een bewuste verandering van uw wil en wezen ten uitvoer moeten brengen, wil deze ontwikkelingsgang met succes beëindigd zijn met de dood van het aardse lichaam. Uw loopbaan op aarde is dan onherroepelijk ten einde. In het geestelijke rijk kan echter de ontwikkeling nog doorgaan. In het geestelijke rijk kan de ziel nog tot het inzicht komen van haar ellendige toestand en proberen zich te veranderen, waarbij echter heel veel hulp van lichtwezens of menselijke voorspraak nodig is. Maar het wezen kan ook terugzinken in de diepste diepte, omdat het zich niet doorzag en trachtte te veranderen. Het kan een vreselijk lot op zich moeten nemen om na eindeloos lange tijd weer in het veranderingsproces te worden ingelijfd waarin het zich opnieuw moet waarmaken.

Amen

Erdenlebenszweck: Willens- und Wesenswandlung....

Der Erneuerungsprozeß muß sich an euch Menschen vollziehen, ansonsten ihr untauglich seid für das geistige Reich, für die Sphären des Lichtes. Damit ist gesagt, daß ihr, so wie ihr Menschen während eures Erdenwandels seid, nicht die Reife habt, die zum Verweilen im Lichtreich nötig ist. Es ist ein gänzlich anderer Zustand Bedingung, um vom Lichtreich aufgenommen zu werden als Bewohner, und diesen Zustand sollet ihr erreichen auf Erden, was sehr wohl möglich ist. Es ist also ein gewisser Wandlungsprozeß, in den ihr eingehen sollet, und ihr müsset euch freiwillig ihm unterziehen. Zwangsweise kann euer Wesen nicht gewandelt werden, ihr selbst bestimmet also euren Zustand am Ende eures Erdenlebens, und entsprechend eurem Wandlungswillen verlässet eure Seele den Körper.... lichtempfänglich oder noch mit dichten Hüllen umgeben, die keine Lichtstrahlung vertragen.... Welcher Mensch aber weiß darum, welcher Mensch denkt darüber nach, wenn ihm davon Kenntnis gegeben wird, und meint es ernst mit seiner Wesenswandlung?.... Jeder Mensch muß an sich arbeiten, er muß Fehler, Schwächen und Untugenden ablegen und sich selbst erziehen zur Demut, Sanftmut, Friedfertigkeit, Geduld, Barmherzigkeit; jeder Mensch muß sich zur Liebe gestalten, um alle diese Tugenden in sich vereinigen zu können, dann formt er sich so, daß er ins Lichtreich aufgenommen werden kann, dann ist sein Wesen vergöttlicht, dann hat er sich Meinem Urwesen angeglichen und somit es möglich gemacht, daß Ich Selbst mit ihm die Verbindung eingehen kann, denn alles uns-Trennende ist bewußt hinweggeschafft worden. Das Umgestalten seines Wesens war der Weg, der zu Mir führte, sein Erdenziel hat er erreicht und die letzte schwere Hülle abgelegt, sowie er seinen Körper verläßt, um nun als seliges Geistwesen ein ewiges Leben zu führen. Dann beginnt erst das rechte Leben.... Lasset diese Worte in euch lebendig werden: Das rechte Leben beginnt mit dem Eingang in das Lichtreich für euch.... Was zuvor war, ist nur die Leiter gewesen, die Vorbereitungszeit für das eigentliche Leben, das aber in dieser Vorbereitungszeit erworben werden muß. Ihr Menschen schaffet eifrig und unverdrossen für das irdische Leben, denn ihr haltet dieses für allein wichtig, und ihr sehet es als Selbstzweck an. Doch an das eigentliche Leben denket ihr nicht, weil ihr nicht an ein Fortleben nach dem Tode des Leibes glaubt. Oh, ihr seid Toren.... Euer Erdenlebenszweck ist ein ganz anderer, als nur für des Leibes Wohlergehen zu schaffen. Das wird euch immer wieder gesagt, doch ihr glaubet nicht daran, und ihr nehmet daher auch nicht eine Wesenswandlung vor, und das ist euer Untergang.... Denn so ihr nicht tauglich seid, einzugehen in das Reich des Lichtes, Ich euch aber auch nicht vernichten will und kann, weil ihr aus Mir hervorgegangen seid, so müsset ihr eure Wandlung anderweitig vollziehen, und das kann auch bedeuten einen tiefen Absturz und langsame Aufwärtsentwicklung nach Meinem Plan von Ewigkeit, wenn euch die Möglichkeit eines Ausreifens im Jenseits genommen ist.... Ihr müsset einmal diese Wesenswandlung vollziehen im Stadium als Mensch, davon kann euch auch Meine Liebe nicht entbinden. Das Stadium als Mensch aber ist das Endstadium eines undenklich langen Entwicklungsganges durch alle Schöpfungen der Erde. Als Mensch müsset ihr eine bewußte Willens- und Wesenswandlung vornehmen, soll dieser Entwicklungsgang erfolgreich beendet sein mit dem irdischen Leibestode.... Eure Erdenlaufbahn ist dann unwiderruflich zu Ende.... Es kann jedoch im geistigen Reich die Entwicklung noch ihren Fortgang nehmen, es kann noch im geistigen Reich die Seele zum Erkennen ihres elenden Zustandes kommen und sich zu wandeln suchen, wozu aber sehr viel Hilfe von Lichtwesen oder menschliche Fürbitte nötig ist. Es kann aber auch das Wesen zurücksinken in die tiefste Tiefe, weil es sich nicht erkannte und zu wandeln suchte.... Es kann ein entsetzliches Los auf sich nehmen müssen, um nach endlos langer Zeit wieder in den Wandlungsprozeß eingereiht zu werden, wo es sich von neuem bewähren muß....

Amen