U allen gaat aan mijn hand. U, die Mij bewust zoekt en aanroept om mijn liefde en erbarmen. U, die voor Mij wilt werken, die bijeen bent gekomen voor een geestelijk streven. U, die Mij vóór al het andere plaatst, die wilt dat Ik u zal leiden.
Wie mijn hand vasthoudt, gaat onvermijdelijk goed. Want mijn weg is de juiste en mijn leiding is waarlijk zeker. Maar uw blikken mogen niet afdwalen of op de wereld zijn gericht van welke Ik u wegleid, want dan maakt u de band met Mij losser. Dan klampt uw hand zich niet meer zo vast aan de mijne en dan is er het gevaar dat u zich losmaakt en, al is het maar voor korte tijd, achter zult blijven, tot u weer naar Mij zult roepen en zich weer bij Mij en mijn leiding zult willen aansluiten.
Wanneer u onder mijn leiding staat, hoort u mijn stem. U verneemt wat Ik tot u spreek. U neemt mijn woorden gretig op in uw hart.
Maar maakt u zich los van Mij, dan is de stem in u maar zwak verstaanbaar. Dan klinken daar geluiden van de wereld tussendoor. Dan vermengt zich het aardse met het geestelijke en u zelf zult het niet meer kunnen scheiden en weet niet wat Ik en wat de wereld tot u heeft gesproken. Daarom is het een gevaar wanneer u zich nog door de wereld laat bekoren, wanneer u de banden met haar nog niet helemaal hebt losgemaakt. En daarom wil Ik u waarschuwen en vermanen dat u Mij vasthoudt, dat u zich aan Mij vastklampt en dat u alleen maar luistert naar wat Ik u aanraad. Dat u alleen maar geestelijk brood aanneemt en uw oren sluit voor de kreten die de wereld u toeroept, die geen geestelijke waarde hebben, die u alleen in de war brengen en uw oor afstompen voor het zachte klinken van mijn goddelijk woord van liefde, dat ieder van u zal kunnen horen die zich met Mij verbindt. Wie Ik in de wereld heb geplaatst, moet zich daarin ook waarmaken. En hij kan dit ook, zodra zijn liefde voor Mij zo sterk is, dat hij Mij voortdurend voor zal laten gaan bij alles wat hij ook maar in de wereld doet.
Dan scherp Ik ook zijn geestelijk oor, zodat hij Mij toch kan horen. Dat de wereld voor hem geen hindernis is om toch mijn hand vast te houden. Dat hij Mij steeds aanwezig zal laten zijn, wat hij ook doet.
Voor hem is de wereld dan geen gevaar meer, maar ze kan het zijn voor diegene die nog door de vreugden van de wereld wordt verleid.
Want hij lonkt in zekere zin naar de tweede heer. Hij heeft nog niet geheel met hem gebroken, daar anders de wereld geen prikkel voor hem zou kunnen zijn.
Wees daarom waakzaam, mijn kinderen, dat jullie de hand van de Vader niet zullen loslaten omdat je naar iets zult willen grijpen dat jullie verleidelijk voor ogen komt.
Mijn tegenstander heeft vele middelen, waardoor hij jullie van Mij zal proberen te scheiden.
En hoewel het hem niet meer zal lukken, daar jullie Mij volgens jullie wil zijn toegedaan, kan toch jullie weg soms worden belemmerd. Jullie kunnen terug zinken, schijnbaar effen wegen begaan en toch naar beneden afglijden, tot jullie het inzien en dan angstig tot Mij zullen roepen om hulp.
Ik laat jullie niet vallen en help jullie weer overeind. Maar gezegend is hij die mijn hand nooit loslaat, want hij gaat moeiteloos opwaarts, omdat de weg met Mij helemaal veilig is en naar het doel leidt.
Amen
VertalerTodos vós caminhais pela Minha mão, vós que conscientemente Me procurais e Me invocais pelo Meu amor e misericórdia, vós que quereis trabalhar para Mim, vós que vos unistes no esforço espiritual, vós que Me colocais à frente de tudo o resto, vós que quereis que Mim vos guie.... Quem quer que segure a Minha mão vai infalivelmente para a direita, pois o Meu caminho é o certo e a Minha orientação é verdadeiramente certa. No entanto, os vossos olhos não devem vaguear ou ser dirigidos para o mundo do qual vos afasto, pois então afrouxareis a vossa ligação a Mim, então a vossa mão deixará de se agarrar tão firmemente a Mim, e então existe o perigo de se separarem e ficarem para trás, mesmo que por pouco tempo, até Me chamarem novamente e quiserem voltar a juntar-se a Mim e à Minha orientação.... Quando andam na Minha companhia ouvem a Minha voz, ouvem o que vos digo, absorvem avidamente as Minhas Palavras nos vossos corações.... Mas se vos desligardes de Mim, então a voz dentro de vós só é vagamente audível, então os sons do mundo soam no meio, então as coisas terrenas misturam-se com coisas espirituais e vós próprios já não podeis separá-las e não sabeis o que eu e o que o mundo vos falou. Por conseguinte, é um perigo se ainda se deixarem tentar pelo mundo, se ainda não cortaram completamente os seus laços com ele. E quero avisar-vos e admoestar-vos contra isto, que me agarrais, que vos agarrais a Mim e que só me ouvis o que vos aconselho, que só aceitais o pão espiritual e fechais os ouvidos aos sons que o mundo vos grita, que não têm valor espiritual, que só vos confundem e entorpecem o ouvido pelo belo som da Minha divina Palavra de amor, que todos vós podeis ouvir que se unem a Mim. Aquele que coloquei no mundo também se provará nele, e ele também o poderá fazer assim que o seu amor por Mim for tão forte que me deixe sempre e constantemente liderar em tudo o que ele faz no mundo também.... Então também afiarei o seu ouvido espiritual para que ele me possa ouvir, para que o mundo não seja um obstáculo para ele se agarrar à Minha mão, para que ele me deixe estar sempre presente em tudo o que ele fizer.... Então o mundo já não é um perigo para ele, mas pode ser para aquele que ainda se sente tentado pelos prazeres do mundo.... Pois ele está, por assim dizer, a esbracejar ao segundo Senhor, ainda não O renunciou completamente, senão o mundo não poderia ser um incentivo para ele.... E, portanto, vigiai, meus filhos, que não largueis a mão do Pai, porque quereis alcançar algo que, sedutoramente, se apresenta diante dos vossos olhos.... O meu adversário tem muitos meios pelos quais ele tenta separá-lo de Mim.... E embora já não seja bem sucedido, uma vez que se dedica de bom grado a Mim, o seu caminho pode, no entanto, por vezes ser entravado, pode afundar-se, caminhar por caminhos aparentemente pares e, no entanto, deslizar para baixo até se aperceber disso e, depois, recorrer a Mim com receio.... Não o deixarei cair e ajudá-lo-ei sempre a levantar-se; mas abençoado é aquele que nunca me larga a mão.... porque caminha sem esforço para cima, porque o caminho Comigo é completamente seguro e leva ao objectivo...._>Ámen
Vertaler