Ik wil u allen helpen gelukzalig te worden, maar alleen wanneer uw wil eveneens bereid is, daar Ik anders geen vrije geestelijke wezens verkrijg. Integendeel, Ik zou alleen geoordeelde wezens krijgen die Ik niet mijn kinderen zou kunnen noemen. En daarom moet uw wil dus streven naar volmaaktheid.
En daarom zult u mensen wel voor elkaar kunnen bidden, maar de afzonderlijke mens moet zelf bereid zijn de weg naar de voltooiing te gaan. Er kan hem door voorbede alleen kracht worden gegeven, die echter ook door hem kan worden afgewezen als hij zich verzet tegen de toevoer van kracht, dat wil zeggen: als hij geen acht slaat op de innerlijke opwelling richting het goede of de stem van het geweten, omdat hij niet wil, hij dus in zekere zin weerstand biedt aan de invloed van de geestelijke wereld vol van licht, die zich - afgaande op de voorbede van een mens - over hem ontfermt. De mens heeft als gevolg van de voorbede een zeker voordeel, doordat zijn gedachten worden gericht op zijn levensdoel, op de geestelijke ontwikkeling. Hij wordt door middel van gedachten door lichtwezens beïnvloed. Doch hoe hij daarop inspeelt, is aan zijn wil overgelaten, want deze is vrij en is niet onderworpen aan dwang, om welke reden dus de voorbede van een liefdevolle mens om het geestelijke welzijn van zijn medemens, die ander helpen kan, echter niet noodzakelijk helpen moet, daar het van diens wil afhangt. Nochtans is de liefde kracht. Ze werkt opwekkend en kan ook een dode ziel tot leven wekken. De wil kan worden veranderd door liefdevolle voorbede en een mens kan dus redding gebracht worden uit geestelijke nood. Maar altijd moet de liefde de beweegreden zijn voor de voorbede, dan zal ze niet zonder resultaat zijn. Want de weerstand tegen de kracht van de liefde is niet blijvend, omdat de liefde steeds de overwinnaar is, waartegen ook de sterkste wil niet standhoudt, omdat de liefde goddelijke kracht is en alles afdwingt wat ze wil.
Amen
VertalerIch will euch allen verhelfen zur Seligkeit, doch nur wenn euer Wille gleichfalls bereit ist, ansonsten Ich keine freien geistigen Wesen gewinne, sondern nur gerichtete Wesen, die Ich nicht Meine Kinder nennen könnte. Und so muß euer Wille also streben nach Vollkommenheit.... Und darum könnet ihr Menschen wohl füreinander beten, doch der einzelne Mensch muß selbst bereit sein, den Weg zur Vollendung zu gehen. Ihm kann nur durch Fürbitte Kraft zugewendet werden, die jedoch auch von ihm zurückgewiesen werden kann, so er sich der Kraftzufuhr widersetzet, d.h., so er der inneren Regung zum Guten oder der Stimme des Gewissens nicht achtet, weil er nicht will, er also gewissermaßen Widerstand leistet dem Einfluß der lichtvollen geistigen Welt, die sich auf die Fürbitte eines Menschen hin seiner annimmt. Es hat sonach durch die Fürbitte der Mensch eine gewisse Vergünstigung, indem seine Gedanken hingelenkt werden auf sein Lebensziel, auf die geistige Entwicklung. Er wird gedanklich von Lichtwesen beeinflußt. Doch wie er sich dazu einstellt, ist seinem Willen überlassen, denn dieser ist frei und unterliegt keinem Zwang, weshalb also die Fürbitte eines liebenden Menschen um das geistige Wohl seines Mitmenschen jenen helfen kann, jedoch nicht unbedingt helfen muß, da es vom Willen dessen abhängt. Dennoch ist die Liebe Kraft, sie wirkt belebend und kann auch eine tote Seele zum Leben erwecken.... es kann der Wille gewandelt werden durch liebende Fürbitte und also einem Menschen Rettung gebracht werden aus geistiger Not. Doch immer muß die Liebe Anlaß zur Fürbitte sein, dann wird sie nicht erfolglos sein, denn gegen die Kraft der Liebe ist der Widerstand nicht anhaltend, weil die Liebe stets die Siegerin ist, der auch der stärkste Wille nicht standhält, weil die Liebe göttliche Kraft ist und alles erzwingt, was sie will....
Amen
Vertaler